Toen Boer Thomas zich een paar dagen geleden verwonderd afvroeg of ik écht al kervel in de tuin had, realiseerde ik me dat Roomse Kervel (Myrrhis odorata) eigenlijk niet zo’n bekend kruid/groente is.
En geloof me: dat is volkomen ten onrechte. Roomse Kervel is een gemakkelijk en mooi kruid, en je kan het op talloze manieren gebruiken.

Bij ‘kruidentuin’ denken veel mensen spontaan aan een zonnig en droog plekje in de tuin, waar je een aantal mediterrane geur- en smaakplanten kweekt.
Maar er zijn ook een heleboel schaduwplanten die als keukenkruid kunnen worden toegepast. (In een vroegere blogpost vind je een lijstje van kruiden voor de schaduw.)
En bij die schaduwkruiden is Roomse Kervel één van mijn absolute favorieten.
Hoe gebruik je Roomse Kervel?



Een paar dagen geleden las ik ergens iets over enkele Koriander-cultivars die meer en vooral langer blad produceerden dan de gewone Coriandrum sativum. Ik vind Koriander een heel lekker kruid, maar – hoe mooie die rozige bloemschermen ook zijn – het is wel jammer dat ze zo snel in bloei komen, omdat je vanaf dat moment het blad nog nauwelijks kan gebruiken.
