Lievevrouwebedstro – Galium odoratum

Bij de Germanen was het Lievevrouwebedstro waarschijnlijk een cultusplant gewijd aan Freya,. Het plantje werd vermoedelijk als wiegenkruid gebruikt.
Volgens de latere christelijke legende zou Lievevrouwebedstro het kruid zijn waarmee Maria’s bed was opgemaakt. Dat wordt ook beweerd van het echte walstro (Galium verum).
In heel wat legenden is het Lievevrouwebedstro echter het wiegenstro van het kindje Jezus.

Beschrijving

Galium odoratum - Lievevrouwebedstro. Foto: AnneTanne. Creative Commons LicenseLievevrouwebedstro is een in onze streken winterharde vaste plant. (Let op: ‘Winterhard’ betekent dat de plant onze winters goed verdraagt, niet dat je ze in de winter ook ziet!)

Het is een laagblijvend kruid (15 centimeter), dat zich via zijn dunne wortelstokken langzaam kan uitbreiden, zonder dat het echt gaat woekeren. Aan de rechtopstaande, vierkante stengeltjes staan kransen van een achttal blaadjes, die elk ongeveer een halve centimeter breed en ongeveer drie centimeter lang zijn. De blaadjes zijn aan de rand ruw behaard (zie ook Naamgeving).

In mei bloeit het kruid met platte, vertakte trosjes witte, kruisvormige bloemetjes.

Na de bloei ontstaan bolvormige vruchtjes met een doorsnede van enkele milimeters, die haakvormige borsteltjes bezitten waarmee ze zich kunnen vasthechten aan kleding of aan de vacht van passerende dieren.

Bedstro is gemakkelijk te onderscheiden van de andere leden van het geslacht Walstro (Galium) doordat het kruid een typische geur verspreid als het na het plukken begint te verwelken. Vaak wordt die geur vergeleken met versgemaaid gras, maar ik vind het veel aromatischer. (Zie ook Naamgeving)

Teelt en Oogst

Lievevrouwebedstro gedijt het best in frisse (vochtig maar niet winternat), humusrijke bodem in schaduw tot halfschaduw. Een plekje in de zon is ook mogelijk, maar echt goed gedijen zal het kruid daar niet.

Je kunt het kruid vermeerderen door scheuren of door zaaien. Let erop dat de bodem zeker in de beginfase voldoende vochtig wordt gehouden.

Het Lievevrouwebedstro wordt geoogst in april tot juni, vlak voor of in het begin van de bloei. Omdat de samengestelde cumarines tijdens het verwelken uiteenvallen in eenvoudiger verbindingen die de geur veroorzaken, ruikt gedroogd en drogend Lievevrouwebedstro sterker dan het verse kruid.

(Terug naar boven)

Medicinaal Gebruik

Inhoudstoffen

  • Anthrochinonen
  • Cumarine-glycoside
  • Asperuloside
  • Tannines
  • Appelzuur
  • Monotropeïne
  • Minerale zouten
  • Nicotinezuur

Galium odoratum - Lievevrouwebedstro. Foto: AnneTanne - Creative Commons License

Eigenschappen

Bloedvatverwijdend (tgv glycosiden), ontstekingsremmend (Asperuloside), krampstillend (beide genoemde stoffen)

Gebruik

Als geneeskruid is Lievevrouwebedstro stilaan in onbruik geraakt. In de Renaissance was het nochtans een kruid dat goed aangeschreven stond (zie “geschiedenis en folklore“). Toch wordt het kruid nog wel gebruikt in gemengde kruidentheeën, waarbij de hierboven genoemde eigenschappen van pas komen. Als enkelvoudige thee wordt het kruid wel toegepast bij hoofdpijn, migraine en hartkloppingen. Een te hoge dosis van de aanwezige cumarines kan echter juist hoofdpijn veroorzaken! Ook duizeligheid en misselijkheid zijn beschreven.
Als verdere toepassingen worden nog trombose, spataderen, galobstructie, hepatitis (leverontsteking) en geelzucht genoemd, maar al deze indicaties vergen over het algemeen toch minimaal medisch advies en vaak kan een kruidenbehandeling hooguit ondersteunend zijn.

In de homeopathie zou het kruid worden toegepast bij baarmoederontsteking.

(Terug naar boven)

Naamgeving

Op dit ogenblik vind je twee verschillende botanische benamingen voor het Lievevrouwebedstro, die beide nog worden gebruikt:
De officiële botanisch benaming -en ik volg hiervoor de Flora van Heukels- is Galium odoratum. Maar ook de oudere benaming Asperula odorata wordt nog vaak gebruikt.

In ‘Galium’ herken je het Grieks ‘Gala’ (melk). Een verklaring hiervoor is dat de leden van het geslacht walstro (Galium) vroeger zijn gebruikt bij de kaasbereiding om melk te stremmen. De voor het stremmen verantwoordelijke stof is het Aparine. In de Duitse volksnaam Labkraut of Duftlabkraut herken je trouwens nog ‘leb’ (stremsel).
Een andere verklaring zou te vinden zijn in een gebruik van het kleefkruid, Galium aparine. Vroeger werd in de wei de melk vanuit de melkemmer in de melkkruiken gegoten, door een geïmproviseerde zeef gemaakt van een bal kleefkruid die in de wijde hals van de melkkruik werd gestopt.

In Asperula herken je het Latijn ‘asper’, dat ruw betekent. En al is het Lievevrouwebedstro niet zo ruw als zijn verwant het kleefkruid (Galium aparine), toch voelt het kruid wat ruw aan (Ik moet eerlijk zeggen, dat ik aan deze verklaring getwijfeld heb, tot ik een keer een blaadje van het kruid over mijn tong haalde en merkte dat het wel degelijk flink rasperig aanvoelde).

De soortnaam ‘odoratum/odorata’ is het Latijn voor geurig. Inderdaad heeft Lievevrouwebedstro een hele typische geur -vooral na licht verwelken- die aan hooi of gemaaid gras doet denken. Die geur is te wijten aan de aanwezigheid van cumarines, stoffen die je ook in hooi vindt.

Volksnamen

Galium odoratum - Lievevrouwebedstro. Sturm 1796 - Public DomainNederlands: Bedje op het stro, Bedstro, Bestro, Boeemvriend, Donka, Kom-lok-mij-de-vint, Leverkruid, Meidrank, Meikruid, Mottekruid, Muguet, Onze-Vrouwe-Wiegstro, Ruwkruid, Sterleverkruid, Sterrenkruyt, Toenka, Waldkruid, Waldmeester, Malmeester, Wegstro, Welriekende woudmeester, Wiegstro.
Engels: Herb Walter, Master of the Woods, Sweet Woodruff, Wood Rove, Wuderove
Duits: Waldmeister, Duftlabkraut, Maiblume, Maikraut, Maitee, Maichrut, Sternleberkraut, Leberkraut, Gliedkraut, Mösch, Teekraut, Mäschtee, Waldtee, Maßlenkraut, Waldmanntee, Herzfreund, Tabakskraut
Frans: Aspérule odorante, Petit Muguet

(Terug naar boven)

Geschiedenis en Folklore

In de medische literatuur van Grieken en Romeinen wordt het Lievevrouwebedstro niet beschreven.

Bij de Germanen was het Lievevrouwebedstro waarschijnlijk een cultusplant gewijd aan Freya, zuster van oppergod Wodan/Odin en godin van de geboorte. Het plantje werd vermoedelijk als wiegenkruid gebruikt.
Volgens de latere christelijke legende zou Lievevrouwebedstro het kruid zijn waarmee Maria’s bed was opgemaakt. Dat wordt ook beweerd van het echte walstro (Galium verum).
In heel wat legenden is het Lievevrouwebedstro echter het wiegenstro van het kindje Jezus.

Vanaf de Renaissance duikt het Lievevrouwebedstro op in de kruidenboeken en wordt dan beschreven als een soort wondermiddel.
Zo schreef Dodoens in 1554:

“Walmeester wordt ghehouden voor een goet heylsaem wondercruyt
…Sommigen scriven dat Walmeester in den wijn gheleyt
ende daer afgedroncken dat herte verblijt
ende die crancke lever sterkt.”

En Abraham Munting is in 1696 zelfs nog optimistischer:

“In Wijn gedronken, is ze dienstig, om de spijs in de Maag te verteeren. Verwekt eetens-lust. Is goed teegens de Geelzucht, als men’er bij doed een weynig Rhabarber, Adantum, en Centaurium. Neemt ook wech de verstoptheyd van de Milt. Het gedistilleerde Water van Walmeester heeft eeven de zelve werking. Daarenboven zuyverd het, en heeld ook de wonden. Neemt wech de hittigheyd van de Leever; en helpt de geene, die van een Druypert worden gequeld.”

In het ‘Compendium van Rituele Planten in Europa’ vermelden de auteurs dat het Lievevrouwebedstro vroeger als heksenwerend werd beschouwd en daarom bij de ‘negenderhande kruiden’ werd gerekend, die werden gebruikt voor de Kruidwis. Er wordt hiervoor verwezen naar de ‘Flora Magica’ van Isidoor Teirlinck, maar Teirlinck beschrijft het Lievevrouwebedstro als één van de ‘negenderlei kruiden’ die heksen zouden gebruiken om onweer te brouwen in hun toverketel. Weliswaar zijn de kruiden die hij noemt dezelfde als die gewoonlijk worden genoemd in de heksenwerende ‘ negenderhande kruiden’, namelijk Griekse Alant (Inula helenium), Lievevrouwebedstro, Citroenkruid (Artemisia abrotanum), Alsem (Artemisia absinthum), Bijvoet (Artemisia vulgaris), Valeriaan (Valeriana officinalis), Koninginnenkruid (Eupatorium cannabinum), Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) en het Bitterzoet (Solanum dulcamare).

Het gebruik van Lievevrouwebedstro als afweermiddel tegen het kwaad vind je overigens terug in allerlei gebruiken in heel Europa. Zo was het het voornaamste bestanddeel van de ‘Strohbündel’ of ‘Marienbündel’: een zakje met gedroogd Lievevrouwebedstro dat op het lichaam werd gedragen of bij het bed werd gehangen en waarmee giftige dieren of slechte invloeden werden afgeweerd.
Zowel in Vlaanderen als in Duitsland zou het gebruik hebben bestaan om een tuiltje Lievevrouwebedstro op te hangen aan het hoofdeinde van het bed van een zieke met koorts. Die moest dan elke avond bidden:

“Heil zij u, o heilig kruid,
Maak ons tot u gezonden;
Op de Olijfberg werd gij
Allereerst gevonden;
Gij zijt goed voor menig wee
En heelt menige wonde;
Door der Jonkvrouw heilige tuil
Maak ons tot gezonden!”

Volgens De Cleene en Lejeune was het vroeger de gewoonte om op 11 juni, de feestdag van Sint-Barnabas, guirlandes van het geurige kruid in kerk en huis op te hangen en er de huisvloeren mee te bestrooien.

In de bloementaal duidt het Lievevrouwebedstro op een ‘bescheiden waarde’.

class=”nrboven”>(Terug naar boven)

Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

11 thoughts on “Lievevrouwebedstro – Galium odoratum

  1. Beste,

    Misschien leuk om in je artikel over Lievevrouwebedstro op te nemen: een goed recept voor de wijn waarover gesproken wordt in de citaten van Dodoens en Munting.

    Ik heb het geleerd van mijn grootvader en maak het jaarlijks voor de familie.

    Voor één fles wijn (75cl):

    *1 fles witte wijn; neem best een droge, iets fruitige witte wijn. Een “Blancs des Blancs” is een ideale basiswijn.
    *2 handjesvol Lievevrouwebedstro (met bloem!)
    *verse citroen
    *fijne suiker

    Pluk de Lievevrouwebedstro met bloemetjes aan de helft van het steeltje. Spoel de bloemetjes goed af. Laat ze 2 dagen drogen. Overhaast u niet, de droge bloemetjes geven veel meer smaak aan uw wijn.

    Giet de wijn in een grote kan en meng er de droge bloemtjes goed door. Dek de kan af en laat het mengsel 2 dagen trekken in de koelkast.

    Giet het mengsel door een verse koffiefilter, zo krijgt u terug een heldere wijn. Breng op smaak met suiker en citroensap. U bewaart de wijn best in de koelkast.

    1. Te licht? Te droog? Te …
      Onmogelijk daarover een uitspraak te doen zonder meer informatie, zonder een idee van de standplaats, van de andere omgevingsfactoren…

    2. Dag Barend,

      ik heb al enkele jaren het plantje in mijn tuin. Het staat zodanig in een bedje aangeplant dat het ENKEL in de voormiddag de (slappe) zon heeft, er groeit weelderig mos bij en ik hou het nu elke avond lekker fris (elke avond goed benevelen, zeker met zo’n warm weer).
      Dus Anne heeft allicht gelijk: Niet in volle zon Рhet is g̩̩n schaduwplant dus moet je een beetje zoeken in je tuin Рen elke avond zachtjes sproeien of benevelen.

      Mijn maitrank – vers van deze middag – staat nu trouwens “te trekken”.

      groetjes
      Luc

    1. Ook ik merkte dit op. Het haalt de geloofwaardigheid van de overige info een beetje naar omlaag als zo’n fout in de tekst blijft staan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.