Categorie: Wilde planten – Wildflowers

Onder de Beuk in Maart

Onder de Beuk in Maart

Ja, in maart…
Een maand waarin je tegen beter weten in toch hoopt dat het echt lente-achtig wordt in de tuin…
Een maand waarin je een week met griep en koorts binnenshuis (en vanachter de computer weg) blijft…
Een maand waarin alles in de tuin zo traag, zo tergend traag verandert… Lees verder “Onder de Beuk in Maart”

Nog 10 dagen!

Nog 10 dagen!

Toen ik vrijdag van mijn werk terugkwam, zag ik plots dat ‘die ene sleedoorn’ in bloei stond. En dus wist ik, dat ten laatste over een kleine twee weken ook onze sleedoorns zullen bloeien.
Want in onze tuin zijn de sleedoorns altijd rijkelijk laat.

Prunus spinosa | Sleedoorn

Toen we 20 jaar geleden een allereerste voorzichtig begin maakten aan de aanleg van onze tuin, kochten we ‘inheems bosplantsoen’ bij wat toen nog ‘het Eikenproject’ heette, en wat tegenwoordig in iets gewijzigde vorm overal ten lande als ‘haagplantactie’ wordt georganiseerd. Het Eikenproject garandeerde dat hun plantgoed allemaal van gegarandeerd inheemse origine zou zijn, en de late bloeitijd van onze sleedoorns lijkt dat te bewijzen.
Sleedoorn, Prunus spinosa, is natuurlijk een inheemse struik, maar heel veel sleedoorns die de afgelopen decennia zijn aangeplant, zijn afkomstig van plantgoed uit Oost-Europa.
En natuurlijk blijft dat ‘dezelfde soort’, maar de genetische make-up is toch net een tikkeltje verschillend, en daardoor bloeien de ‘Oost-Europese’ sleedoorns gemiddeld veertien dagen vroeger dan de inheemse, en ook hun blad ontvouwt zich eerder.

Prunus spinoza | Sleedoorn

En eerlijk gezegd, hier in de Kempen is dat niet zo’n probleem. De zeldzame sleedoornpage komt hier immers niet voor (hoewel, hoewel… Testelt is hemelsbreed niet zo heel ver van hier, en daar wordt die toch met enige regelmaat gesignaleerd, leert mij waarnemingen.be). Dat vlindertje legt zijn eitjes inderdaad op de sleedoorn, en het uitkomen van de eieren is zo getimed, dat de jonge rupsen zich kunnen voeden met het pas ontloken jonge blad. Op een ‘Oost-Europese sleedoorn’ komen de eitjes vaak pas uit als het blad al wat te oud, en dus te taai is.

Maar terug naar onze sleedoorns…
Ik ben gisteren gaan controleren hoe ze er bij stonden… en inderdaad, de knoppen zijn aan het zwellen! hier en daar zijn er al een paar knopjes die voorzichtig open gaan.
En als de sleedoorn bloeit op al zijn dorens, dan is de lente echt daar!

(en nu ik dat stukje waar ik hierboven naar link opnieuw bekijk, zie ik dat de voorsprong die de natuur een paar maand geleden had, alweer verdwenen is: in 2008 schreef ik op 8 maart dat de sleedoorn ‘eindelijk’ bloeide…)

Prunus spinosa | Sleedoorn

Doorwaskervel – Het blijft in de familie…

  1. Zwartmoeskervel – vers groen in winterse dagen
  2. Zwartmoeskervel in de keuken
  3. Zwartmoeskervel doorheen de geschiedenis
  4. En waarom heet dat Zwart-Moes-Kervel?
  5. Doorwaskervel – Het blijft in de familie…
  6. Zwartmoeskervel, die lorejas zaait zichzelf uit!
  7. Gestoomde zwartmoeskervel

Het geslacht Smyrnium

Een paar blogpostjes geleden, kreeg ik per mail de vraag of Smyrnium perfoliatum, doorwaskervel, misschien ook eetbaar was.
Stiekem was ik blij dat die vraag niet gesteld was in een reactie op de blog zelf, want dan had ik al iets moeten vertellen van wat ik nu neerschrijf…

Het plantengeslacht Smyrnium omvat een handvol soorten, allemaal tweejarige of monocarpe meerjarige planten met hun oorsprong in Azië en Europa.
Twee soorten uit het geslacht komen in West-Europa in het wild voor. Over zwartmoeskervel heb ik intussen al het één en ander verteld, de andere soort is dus Smyrnium perfoliatum, doorwaskervel.

Doorwaskervel - Smyrnium perfoliatum
Doorwaskervel | Smyrnium perfoliatum (Foto: Tim WatersCC License)

Smyrnium perfoliatum, doorwaskervel

Klik om verder te lezen

Bosaardbei en Muskaataardbei

Her en der in de tuin hebben we bosaardbeitjes staan, en die vervullen vooral de rol van bodembedekker. (Lees: ze breiden zich sneller uit dan we ze kunnen wegwieden, dus maken we van de nood een deugd.)
En natuurlijk snoepen we ook van de vruchtjes, maar ze zijn zo klein dat je heel lang moet plukken voor je genoeg hebt voor bijvoorbeeld een ‘Coupe fraises’.
Maar dit jaar doen zowel de (gewone) Bosaardbei als de Grote Bosaardbei wel geweldig hun best.
Ligt het aan het koele voorjaar? Of aan de droogte? Feit is, dat de grootste bosaardbeitjes het formaat hebben van een kleine ‘cultuuraardbei’ (waarvan er ook een paar in de schaal liggen).

Fragaria vesca, Fragaria moschata
Kleine en grote bosaardbeitjes, en een paar ‘gewone’.

Lees verder “Bosaardbei en Muskaataardbei”

Ratelaar – Na Jaren de langverhoopte Update!

De ouwe getrouwen van dit blogje herinneren zich wellicht het blogreeksje over mijn Ratelaar-experiment.

Grote Ratelaar - Rhinanthus angustifolius
Grote Ratelaar – Rhinanthus angustifolius
In een poging om de grassen in de bloemenweide wat te onderdrukken – en dan vooral die vermaledijde Gestreepte Witbol, doe ik al jarenlang pogingen om Ratelaar tussen het gras te introduceren.

Tot vorig voorjaar waren al die pogingen vergeefs. Maar vorig jaar, nadat ik in het najaar een dikke briefomslag vol zaden uit de Biodiverse tuin had uitgestrooid, ontdekte ik één klein plantje.
Was er dat niet geweest, dan had ik verdere pogingen wellicht opgegeven. Maar dat bescheiden succesje was net voldoende om me voor te nemen nog één poging te wagen.

Vorige zomer verzamelden we een beetje zaad tijdens een weekendje aan de kust en zaaiden dat meteen in de tuin uit. (Ik ga er gemakshalve van uit dat moeder natuur het best weet wanneer het goed moment om te zaaien daar is, en dat de plant er daarom voor zorgt precies op het goede moment de zaden af te laten rijpen.)
En toen ik ging zaaien dacht ik plots aan iets wat ik las in ‘Making a Wildflower Meadow‘ van Pam Lewis. Na een aantal vergeefse pogingen om ratelaar te zaaien was die in de bloemenweide van Sticky Wicket toch een keer ontkiemd. Niet op een plek waar het gras erg krachtig groeide, maar wel op een wildwissel die doorheen de weide liep, en waar dus een veel armere plantengroei te zien was.
Een wildwissel loopt er niet door die postzegel van een bloemenweide, maar wel een, tja, zeg maar AnneTanne-wissel. Door dag na dag hetzelfde loopje door de weide te lopen creëer ik in de loop van de zomer een paadje. En in het vochtigste deel van de weide heb ik wat Ratelaar gezaaid, op en rond dat paadje.

Jullie hebben al lang begrepen dat ik dit stukje nooit zou hebben geschreven als mijn laatste poging geen succes had gehad. (Of zouden het nakomelingen zijn van het zaaisel uit de biodiverse tuin? Een jaar te laat ontkiemd, of nakomelingen van die allereerste bloeier?)

Grote Ratelaar - Rhinanthus angustifolius
Grote Ratelaar – Rhinanthus angustifolius
Een week voor de Ecotuindag heb ik de bloemenweide gemaaid. Ik durfde niet langer wachten, met een fors onweer voorspeld in de loop van de week, en gestreepte witbol die al ‘ver heen’ was. Alleen een toef margrieten wilde ik laten staan om te tonen dat er écht wel een boel bloemen in de weide bloeiden.
Maar voor ik met de zeis ten strijde trok, ging ik in het laagste deel van de weide kijken of de kievitsbloemen al ver genoeg waren afgerijpt. En het was toen dat ik plots merkte dat daar – precies waar vorig jaar mijn wandelpaadje lag en over een lengte van een meter of twee – een paar tientallen ratelaar-planten stonden.

De zeis werd dus voor dat stukje even terzijde gelegd, en met een sikkeltje heb ik de witbol tussen de bloeiende planten weggemaaid.

Doordat de bezoekers van onze tuin afgelopen zondag de gemaaide weide een ideale fietsenstalling leken te vinden, is er wel één plant gesneuveld, maar gelukkig staan er nog een heleboel die – dat hopen we tenminste – ons in de komende jaren nakomelingen gaan bezorgen…