Jarenlang heb ik in mijn tuin geen wilde bijen gezien…
Waarschijnlijk zaten ze er wel, maar ik herkende ze niet voor wat ze waren. Niet dat ik ze niet hoopte te zien, niet dat ik er niet naar zocht, maar ik had bij ‘wilde bijen’ een heel ander beeld dan wat het uiteindelijk bleken te zijn.
Een wilde bij, dat zou wel iets zijn van de grootte van een honingbij, maar wellicht wat anders van kleur?
Intussen weet ik, dat sommige bijtjes nauwelijks groter zijn dan een flinke mier, en dat heel wat solitaire bijen kleiner zijn dan een honingbij.
De vele bijenhotels die tegenwoordig overal in tuinen en op het internet opduiken doen misschien vermoeden dat alle solitaire bijen nestelen in holle rietstengels of in gangen in hout (geboord door kevers/keverlaven, of door een goeie ouwe Black&Decker of Metabo), maar heel wat wilde bijen in mijn tuin zijn beestjes die in de grond leven.
Zandbijen
De zandbijen, Andrena sp., zijn met een 70tal soorten het grootste geslacht wilde bijen in Nederland en Vlaanderen. Een aantal soorten maken gangen verticaal in de grond, andere hebben een wand van zand of leem nodig om een nest te maken (Dat zijn dus de soorten die in de leembakjes op de Fruitberg kunnen komen nestelen.).
Sommige soorten zijn amper een halve centimeter lang (en dat zijn de soorten die ik gemakshalve als ‘een wilde bij’ benoem), andere kunnen wel een centimeter groot worden, het vrouwtje eventueel zelfs een tikkeltje groter (maar ze blijven dus een stuk kleiner dan een honingbij).