Categorie: Insecten en spinnen – Insects and spiders

Wilde bijen in mijn tuin – nestelend in de aarde

  1. Wilde bijen in mijn tuin – nestelend in de aarde
  2. Koekoeksbijen… krakers van ondergrondse nesten
  3. Een vosje in de kippenren!
  4. Met een bijenhotel lok je geen bijen…
  5. Bij-denkingen
  6. Het bijenhotel gevonden!
  7. Grote Wolbij
  8. Gehoornde metselbij – Osmia cornuta
  9. Linnaeus en de Rosse Metselbij
  10. Week van de bij: Grote Wolbij
  11. Week van de bij: Weidehommel
  12. Week van de Bij: de Tuinbladsnijder, een behangersbij
  13. Een nakomertje: Grote klokjesbij
  14. Wilde bijen in mijn tuin: de Tronkenbij

Jarenlang heb ik in mijn tuin geen wilde bijen gezien…
Waarschijnlijk zaten ze er wel, maar ik herkende ze niet voor wat ze waren. Niet dat ik ze niet hoopte te zien, niet dat ik er niet naar zocht, maar ik had bij ‘wilde bijen’ een heel ander beeld dan wat het uiteindelijk bleken te zijn.
Een wilde bij, dat zou wel iets zijn van de grootte van een honingbij, maar wellicht wat anders van kleur?
Intussen weet ik, dat sommige bijtjes nauwelijks groter zijn dan een flinke mier, en dat heel wat solitaire bijen kleiner zijn dan een honingbij.

De vele bijenhotels die tegenwoordig overal in tuinen en op het internet opduiken doen misschien vermoeden dat alle solitaire bijen nestelen in holle rietstengels of in gangen in hout (geboord door kevers/keverlaven, of door een goeie ouwe Black&Decker of Metabo), maar heel wat wilde bijen in mijn tuin zijn beestjes die in de grond leven.

Zandbijen

De zandbijen, Andrena sp., zijn met een 70tal soorten het grootste geslacht wilde bijen in Nederland en Vlaanderen. Een aantal soorten maken gangen verticaal in de grond, andere hebben een wand van zand of leem nodig om een nest te maken (Dat zijn dus de soorten die in de leembakjes op de Fruitberg kunnen komen nestelen.).
Sommige soorten zijn amper een halve centimeter lang (en dat zijn de soorten die ik gemakshalve als ‘een wilde bij’ benoem), andere kunnen wel een centimeter groot worden, het vrouwtje eventueel zelfs een tikkeltje groter (maar ze blijven dus een stuk kleiner dan een honingbij).

Andrena cineraria - Asbij
Andrena cineraria | Asbij

Klik voor meer over de Asbij… en nog andere wilde bijtjes

Zonne-bloemen | Pinteressant?

En zelfs als er regenachtig en wisselvallig weer voorspeld is, wil het wel eens meevallen!
De zon lokte me al vroeg naar buiten vanmorgen, en nadat ik de ramen van de serre eens een grondige schrobbeurt heb gegeven (daar valt nu echt wel een paar lux meer naar binnen) heb ik een rondje door de tuin gemaakt, op zoek naar voorjaarsbloeiers.

Het speenkruid bloeit intussen al op alle plekken in de tuin: onder het hazelarenbosje, onder de beuken en in het bos.

Voorjaarsbloeiers: Ranunculus ficaria subsp. bulbifera | Speenkruid

Ik vind het contrast tussen de bijna transparante en de blinkend-opake delen van die bloemblaadjes zo mooi!

Het heeft jaren geduurd voor de bosanemoontjes echt ‘wilden’ in mijn tuin, Lees verder “Zonne-bloemen | Pinteressant?”

Insectenhotel? Insectenhotel!

insectenhotel / dierenhotelZowat elke tuinier die biodiversiteit hoog in het vaandel heeft staan, heeft in zijn tuin wel ergens een insectenhotel of een bijennestplaats staan.
En zelf heb ik bij mijn documentatie al jarenlang de foto zitten die je hiernaast ziet, als inspiratie voor ‘ooit een keer’.
De schaal bovenop is een badje/drinkbakje voor vogels. Het plateau daaronder kan in de winter dienst doen als voederplank.
Insecten vinden slaap- en nestelgelegenheid in de holle stengels verder naar beneden, en helemaal onderaan vinden kleine zoogdieren en amfibieën een schuilplaats tussen de kieren van de stenen.
Je zou zelfs een egelbunker aan het bouwsel kunnen toevoegen.
Jaja, ik weet het, vogels, ‘kleine zoogdieren en reptielen’, egelbunker… Wat je op de foto ziet is zeker niet alleen een insectenhotel, maar ga via Google eens op zoek naar ‘dierenhotel’? Dan kom je terecht op een heel ander soort pagina’s.

‘Als inspiratie’ dus, want zo langzamerhand begon ik mij schuldig te voelen omdat ik als zelfbenoemde biodiversituinder nog steeds geen insectenhotel in mijn tuin had staan. Want ondanks de foto hiernaast, had ik bij dat woord toch eerder associaties in de zin van de nieuwe bouwsels op de Campus van de Antwerpse Universiteit of het onderkomen in de tuin van de oude pastorie in Zelem (een wandeling in het natuurgebied daar vlakbij is overigens echt een aanrader).

Tot ik een paar dagen geleden tijdens een wandelingetje door mijn tuin eens met dierenogen probeerde te kijken, en toch een beperkte hotelcatalogus kon samenstellen:

Lees verder “Insectenhotel? Insectenhotel!”

Zeg nooit zomaar rups…

Zeg nooit zomaar rups tegen een bastaardrups…
Phymatocera aterrima | SalomonszegelbladwespWant sommige rupsen zijn bij nader inzien geen rupsen!

Toen ik voor het eerst de larve van een bladwesp in mijn tuin ontdekte (helmkruidbladwesp), heb ik me erdoor in de luren laten leggen… Het heeft dan ook geduurd tot ik mijn foto op het forum van natuurpunt plaatste, voor ik de goede kant op werd gestuurd.
Maar sindsdien heb ik me niet meer laten vangen…
Om met zekerheid het verschil te zien tussen een rups en een bastaardrups moet je gewoon even naar de poten kijken: een rups heeft twee pootloze segmenten tussen de drie paar echte poten (borstpoten) op het borstsegment en de één tot vier paar buikpoten en tenslotte een ‘naschuiver’. Een bastaardrups heeft ook drie paar borstpoten, dan komt één pootloos segment, en tenslotte zeven tot acht paar achterlijfspoten.
Een bastaardrups heeft dus duidelijk meer poten dan een ‘echte’ rups.

De helmkruidbladwesp(larve) heb ik maar één keer gezien, maar de salomonszegel krijgt jaarlijks opnieuw bezoek van de salomonszegelbladwesp.
En vorige vrijdag – ja, dezelfde dag dat ik op één van mijn rozen een moord zag gebeuren – zag ik op diezelfde rozenstruik een handvol larves van de rozenbladwesp. De ‘achteruitgebogen houding die je op de foto ziet zou de typische houding zijn die deze bastaardrupsjes bij bedreiging aannemen.

Sommige websites vertellen dat de rozenbladwesp een kleine opening snijdt in rozenbladeren en daar haar eitjes legt. Tegelijkertijd spuit ze een stofje in de bladeren waardoor ze slap gaan hangen en opkrullen.

Arge pagana | RozenbladwespElders vind ik daarentegen: “De vrouwtjes hebben zoals alle bladwespen een zaagje in hun achterlijf. Daarmee zagen ze een opening in een jonge loot van de rozenplant. De opening is langwerpig en is rond aan boven en onderzijde. In de opening worden een aantal eieren gelegd. De larven komen vrij snel uit en verplaatsen zich naar de jonge blaadjes.”
En omdat ik na veel zoeken tenslotte enkele foto’s vond van eierleggende rozenbladwespen, die duidelijk hun eitjes op een jonge loot aan het leggen waren, ben ik dus geneigd te geloven dat de versie van Gardensafari de juiste is, en dat de andere versie weer een klassiek geval van ‘ik schrijf na wat ik ergens lees’ geweest is.

En wat ik doe ’tegen’ die rozenbladwesp? Wel, niks vrees ik…
Dat wil zeggen: ik heb de twee blaadjes waar de meeste larves aan zaten te vreten afgeplukt en in het kippenhok neergegooid, en meer niet…
Deze larves zijn zelden in zo grote getale aanwezig dat ze een probleem vormen. Ze hebben immers zelf een boel vijanden: zowel wantsen en hun nimfen als sluipwespen lusten die beestjes immers wel. Zondag, twee dagen nadat ik de larves voor het eerst zag, waren ze trouwens al verdwenen, en er waren maar enkele rozenbladeren opgesnoept…

Goudhaantjes!

Gisteren hipte er bij de composthoop nog een winterkoninkje rond, maar dat andere kleine vogeltje, het goudhaantje, zag ik nog maar één keer eerder in mijn tuin.
En toch zitten er goudhaantjes in mijn tuin!

Want amper een twintigtal meter van het winterkoninkje vandaan zag ik de laatste dagen voortdurend een paar tientallen van deze kevertjes rondkruipen.
Chrysolina herbacea | Hennepnetelgoudhaan
Lees verder “Goudhaantjes!”

De Junidip

Als je de indruk wil geven dat je iets van vlinders weet, dan moet je in natuurkennerskringen dezer dagen even heel nonchalant laten vallen dat we weer duidelijk een junidipje beleven…

Want inderdaad, het occasionele bont zandoogje en het kolen-belagende witje daargelaten, valt er op vlindergebied op dit ogenblik niet zo héél erg veel te beleven. Tyria jacobaeae | Sintjacobsvlinder - © Jan K.De voorjaarsvlinders hebben hun voortplantingsplicht vervuld, en de zomervlinders moeten nog uit hun pop tevoorschijn komen. Al gebiedt de eerlijkheid te zeggen, dat de laatste paar dagen de verre van zomerse temperaturen natuurlijk ook méér dan hun rol spelen.

En toen ik de afgelopen week plots een sintjacobsvlinder zag vliegen, had ik natuurlijk mijn camera niet bij de hand.
De volgende dag liet de vlinder zich weer zien, en mijn camera was bij de hand… maar ik was niet in de buurt. Maar ‘de hand’ in kwestie was die van zoonlief, en die is dus dit keer de fotograaf…

Zo heel ongewoon was die sintjacobsvlinder – die geen dagvlinder is, maar een dagactieve nachtvlinder – trouwens niet. Die vliegt rond van april tot half augustus, en is tamelijk algemeen. Het is een vlinder die weinig natuurlijke vijanden heeft, en daar schijnt de rups voor te zorgen.
Dat geel-met-zwart gestreepte rupsje komt vanaf juli uit zijn ei, en richt vervolgens ware ravages aan op Jacobskruiskruid (Jacobaea vulgaris, syn Senecio jacobaea).
Een paar jaar geleden (de foto hieronder dateert van 26 juli 2008) zag ik een paar rupsjes op een pol van die plant ergens in de tuin, en het tempo waarin werd doorgeknaagd was werkelijk indrukwekkend.
Maar ik ben aan het afdwalen: de zebrarups (zoals de rups soms ook genoemd wordt) is één van de weinige beestjes die de gifstoffen waarvoor kruiskruidjes beducht zijn (pyrrolizidine alkaloïden) probleemloos zouden verdragen. Ze schijnen de stoffen echter niet af te breken, maar in hun lichaam te concentreren, en daar blijven ze aanwezig tot ze een vlinder zijn. De vlinder zou daardoor giftig zijn, en door vogels en andere mogelijke belagers vermeden worden. (Ik heb gezocht of ik daar in wetenschappelijke literatuur bevestiging voor vind… helaas, voorlopig niet. Wel lijkt het zo te zijn dat de vlinder door die pyrrolizidine alkaloïeden wordt aangetrokken, en dat het een stimulans is tot eierleg…)

De vraatzucht van de rupsen – en hun voorkeur voor een aantal soorten kruiskruid – is de reden dat de vlinder als biologische bestrijder van kruiskruid is ingevoerd in Nieuw-Zeeland, Australië en Noord-Amerika. Daar heet het beestje trouwens niet ‘Jacob Butterfly’ of iets dergelijks, maar ‘Cinnabar moth’. Cinnaber is een mineraal waaruit het pigment vermiljoen wordt gewonnen… en dat maakt de verklaring van de naam natuurlijk erg gemakkelijk.
En wie mij kent, heeft al in de gaten dat ik alweer heftig mijn best aan het doen ben om op één van mijn stokpaardjes, etymologie, te kruipen. En meteen zie ik mij hier geconfronteerd met een probleempje: Is de sintjacobsvlinder genoemd naar het jacobskruiskruid, of is het omgekeerd? Omdat de plant tegenwoordig als botanische geslachtsnaam ‘Jacobaea‘ heeft, veronderstel ik dat het de eerste optie is.

 Tyria jacobaeae - Jacobaeae vulgaris | rups sintjacobsvlinder op jacobskruiskruid

En de verklaring voor Jacobskruiskruid is dan weer heel simpel (eigenlijk te simpel als je het mij vraagt). Jacobskruiskruid zou namelijk steeds bloeien op de feestdag van Sint Jacob de oudere, op 25 juli – dat wordt inderdaad bevestigd door de foto die ik dus ooit op een 26ste juli maakte. Maar de eerste bloemen zie je al in juni, en de bloei duurt tot september…

Oh ja… er zijn ook nog die alarmberichten van een enorme opmars van het jacobskruiskruid en het risico dat ze vormen voor paarden (of was het de enorme opmars van paarden en het risico dat planten daardoor lopen?) Veel kan ik daar niet over zeggen: de eerste jaren nadat ‘het Veld‘ zich bij onze tuin voegde, zagen we inderdaad al snel jacobskruiskruid opduiken, maar intussen heb ik er al een paar jaar geen meer gezien.

Er zijn nog zekerheden…

Er zijn nog zekerheden… en één daarvan is dat platbuiken bij de meest gewillige fotomodellen van het hele juffer- en libellendom zijn.
Libellula depressa  | Platbuik
Als je ergens in je tuin een platbuik op een uitkijkpost ontdekt, dan heb je nog de tijd om op je gemak binnen je fototoestel te halen, daar een andere lens op te schroeven, nog even terug naar binnen te lopen om je statief te halen…
Lees verder “Er zijn nog zekerheden…”

Stippelmotten met verhuisplannen

Stippelmot - Spinselmot | Yponomeuta sp.
Stippelmot – Spinselmot | Yponomeuta sp.
Ik weet dat ik hiermee niet op veralgemeende bijval kan rekenen, maar stippelmotten zijn van die beestjes waar ik een zwak voor heb.
Ik kan het niet helpen maar ik vind het geweldig hoe die onooglijke beestjes er soms in slagen om mensen volslagen in paniek te brengen wanneer ze in een mum van tijd een paar struiken hebben ingesponnen en kaalgevreten. Lees verder “Stippelmotten met verhuisplannen”

Hoog bezoek – maar een tikkeltje te vroeg…

Een weekje geleden liet ik hier weten dat we binnen afzienbare tijd een (zwem)vijver in de tuin zouden hebben.
En blijkbaar wordt mijn blogje door een erg divers publiek gelezen, want ik vermoed dat dat berichtje deze schoonheid niet ontgaan is. Ze is echter nog een tikkeltje te vroeg, want hoewel de aanleg van de vijver intussen erg snel gaat, is het toch nog niet zover dat er water in staat.

Calopteryx virgo | Bosbeekjuffer - Beautiful Demoiselle

De bosbeekjuffer is één van de meer zeldzame juffers, maar sinds 2010 heb ik ze al elk jaar in onze tuin gezien. Waarschijnlijk hebben we dat te danken aan onze achterbuurman, die in zijn tuin een erg groot ven heeft. In onze tuin moeten we het immers – voorlopig – nog doen met een poeltje van een voorschoot groot.

Ik ben benieuwd, of we de volgende jaren dit juffertje nog vaker zien…