Koekoeksbijen, zo noemt men een aantal geslachten van wilde bijen die zich inderdaad als een koekoek gedragen: wanneer een andere bijensoort de nestkamer heeft klaargemaakt en volgestopt met stuifmeel, breekt de koekoek in en deponeert er haar eigen eitjes zodat de larven wanneer die uitkomen zich kunnen volvreten aan het opgeslagen stuifmeel. (De eventeel reeds aanwezige eitjes worden niet opgegeten: in tegenstelling tot wespen zijn bijen vegetariërs… Maar doordat de koekoeksbijen een snellere ontwikkeling doormaken, blijft er onvoldoende voeding over voor de larven van de gastheersoort.)
Gisteren nam ik twee geslachten van wilde bijen onder de loep. Ik vertelde over zandbijen en groefbijen. Beide soorten graven in het zweet huns aanschijns en volledig eigenpotig een nestkamer in de aarde. En waar zandbijen en groefbijen in de aarde nestelen, verschijnen na een tijd vaak ook koekoeksbijen…
Wespbijen
De Wespbijen zijn een geslacht van koekoeksbijen die het op zandbijen gemunt hebben.
Eén van de verschillen tussen bijen en wespen is het feit dat bijen meestal flink behaard zijn: Op hun achterpoten hebben ze harige borstels (stuifmeelkorfjes), en ook hun achterlijf is flink behaard – sommige soorten verzamelen de pollen vooral tussen de haren op hun buik.
Omdat ook wesp-bijen voor hun kroost geen stuifmeel hoeven te verzamelen, missen ook zij de nodige beharing op poten en achterlijf. Als je dan nog weet dat ze meestal een geel-zwarte tekening hebben, is meteen duidelijk dat ze uiterlijk meer van een wesp dan van een bij hebben, en is hun geslachtsnaam meteen zonneklaar.
Je schijnt ze als bij te kunnen herkennen omdat hun eerste voetlid (metatarsus) dikker is dan de overige voetleden, en dat wil ik grif geloven, maar van zo dichtbij heb ik de beestjes nog echt niet bekeken. Ook hun dieet bestempelt hen duidelijk als bij: ze voeden zich immers met stuifmeel en nectar.
Gewone Dubbeltand
Ook als ik nog nooit een Roodgatje in mijn tuin gezien zou hebben, zou deze Gewone dubbeltand (Nomada ruficornis) al bewijzend zijn voor de aanwezigheid van die andere soort. De Gewone dubbeltand legt haar eitjes immers uitsluitend in de nesten van het (algemeen voorkomende) Roodgatje. (Volgens sommige enthomologen parasiteren ze misschien ook de nesten van de veel zeldzamere Variabele zandbij (Adrena varians).
Op de foto ziet de bij er misschien indrukwekkend uit, maar ze is maar een centimeter lang.
Gewone Wespbij
Waar de Gewone Dubbeltand de aanwezigheid van het Roodgatje verraadt, betekent de vondst van deze Gewone wespbij (foto bovenaan) dat zich hier in de buurt ook ergens de meidoornzandbij (Andrena carantonica) of de Viltvlekzandbij (Andrena nitida) ophoudt.
Hoezeer de naam ‘parasiet’wellicht een negatief gevoel bij ons oproept, de aanwezigheid van koekoeksbijen in een tuin betekent een net iets grotere biodiversiteit dan de aanwezigheid van (alleen) de gastheer.
In een biotoop moeten eerst en vooral de planten aanwezig zijn waarop een bepaalde bijensoort vliegt (en sommige soorten zijn in dat verband buitengewoon kieskeurig!). Als de planten er groeien, is het mogelijk dat de bijensoort zich vestigt, en wanneer die een stabiele populatie heeft gevormd, dan pas zal de koekoeksbij die op die soort parasiteert ook verschijnen.
Bloedbijen
De bloedbijen zijn een geslacht van koekoeksbijen waarvan de soorten erg op elkaar lijken, en waarvoor je al een specialist moet zijn om ze goed van elkaar te kunnen onderscheiden.
Het zijn over het algemeen zwarte bijen met een roodbruin gekleurd achterlijf, en waar de wespbijen zich allemaal richten op de behuizingen van zandbijen, breken de bloedbijen in de nesten van groefbijen in.
Zoals alle koekoeksbijen zijn ook de zandbijen kaal, omdat ze geen beharing en borstels nodig hebben voor het vervoer van stuifmeel naar het nest.
Bloedbijen zijn wat talrijker in de zanderige kustgebieden, terwijl de wespbijen eerder in het binnenland worden aangetroffen.
Ik heb voorlopig nog één postje in de pen over wilde bijen, maar dat laat allicht nog enkele dagen op zich wachten.
Ik heb me laten vertellen dat veel wilde bijen enorm honkvast zijn, en dat het niet makkelijk is om ze in de tuin te lokken. Maar dat lijkt geen probleem te zijn voor jou…
Die soorten onderscheiden is, zoals blijkt uit je beschrijvingen, niet zo gemakkelijk.
Eerst ga ik deze zomer eens goed kijken wat zich allemaal in mijn tuin ophoudt aan solitaire bijtjes. En dan heb ik aan deze posts van jou een hele goede handleiding om wat verder te komen in de naamgeving.
Weeral zo interessant!
Interessant artikel. Deze week dacht ik een wesp te zien, maar ze had hele lange poten dus mogelijk was het zo’n wespbij.