Categorie: Vlinders – Butterflies

De vlinders wisten dat het vandaag volkstelling was!

Boomblauwtje - Celastrina argeolus
Boomblauwtje – Celastrina argeolus

Het vlindertelweekend 2015 bleek al na amper een uurtje observeren een voltreffer in mijn tuin!

Blauwtjes

Het begon al toen we vanmiddag zaten te eten op het terras, en ik – tussen de oranje en (de iets minder overdadig rondfladderende) bruine zandoogjes op de wilde marjolein – plots ook een paar blauwige vlekjes zag rondfladderen.
We hebben zoonlief altijd geleerd dat hij tijdens het eten niet van tafel mag lopen, maar als we buiten eten, dan kan ik me regelmatig zelf niet aan die regel houden. Ik schoof mijn stoel dus achteruit, liep naar de bloemenborder, en stoof vervolgens naar binnen om mijn camera beet te grissen. De lens was niet de meest geschikte, maar in elk geval had ik ‘bewijsmateriaal’!
Het lichtblauwe vlindertje dat ik het eerst had opgemerkt was een boomblauwtje. Nu zie ik dat beestje wel vaker, maar gewoonlijk fladdert het rond, zonder dat het mij toestemming geeft om het te fotograferen. Vandaag bleef het geruime tijd fourageren op de wilde marjolein, en zo kreeg ik toch de kans om het – ondanks een niet-optimale lens – op de gevoelige plaat vast te leggen…
Lees verder “De vlinders wisten dat het vandaag volkstelling was!”

Dikkopjes in en uit het water…

Groot Dikkopje - Ochlodes sylvanus ♂
Groot Dikkopje – Ochlodes sylvanus ♂

Eigenwijze Bart was er weer een paar dagen vroeger bij dan ik om een schoon portretje van een Groot dikkopje te publiceren. En meteen was ik weer eens op mijn plaats gezet. Bij die van Bart vallen mijn fotografie-kunsten echt in het niet.
Wat niet wegneemt dat ik met dit plaatje van dat vlindertje ook wel blij ben… (het beestje zelf staat er niet slecht op, maar die drukte op de achtergrond… Klik op foto’s voor groter formaat)
Dat het een mannetje is, kan je zien aan de donkerbruine streep op de voorvleugel. Die streep bestaat uit geurschubben. Bij vlinders is het immers meestal het mannetje dat het vaakst parfum opheeft.

Al bij al is het erg kalm op het vlinderfront dit jaar. Niet alleen nu tijdens de beruchte juni-dip, maar ook al eerder bleef het verdacht rustig (te koud?).
Het Bont Zandoogje behoort hier bij het meubilair, dat schrijf ik nog nauwelijks meer op mijn streeplijst. En Koolwitjes vinden ons eeuwig moes ook nog steeds lekker. Maar verder? Een paar citroentjes in het vroege voorjaar, een oranjetip wat later. Vorige week ergens een bruin zandoogje…
Oh ja, en muntvlindertjes, veel muntvlindertjes.
Maar daar houdt het een beetje mee op. Gelukkig dus, dat dat dikkopje nog af en toe rondfladdert.

En ze fladderen hier niet alleen rond, ze zwemmen hier ook.
We kijken al sinds de aanleg van de zwemvijver elk jaar rijkhalzend uit naar de eerste kikkerdril of de eerste paddensnoeren, maar hoewel die beesten zich graag komen vermaken in de vijver, lijken ze hem niet echt te appreciëren als biotoop voor hun kroost.
Maar toch zwemmen er dikkopjes!
De eitjes hebben we nog nooit kunnen ontdekken… Salamanders deponeren hun eitjes immers allemaal afzonderlijk of in kleine groepjes tussen waterplanten. Dat feit alleen al, dat we geen dril of paddensnoeren hebben gezien wijst al op salamanders, maar ook het feit dat de dikkopjes die er in de vijver zwemmen uitwendige kieuwen hebben, hoewel ze intussen al , vertelt ons wie onze zwemvijver als kraamkamer gebruikt.

Salamander-dikkopjes
Salamander-dikkopjes

Ja, helemaal een abominabele foto… Ik zat aan de vijverrand met de bedoeling een paar bootsmannetjes te fotograferen, toen er ineens een salamanderlarve voorbijzwom. En terwijl ik aan het scherpstellen was, kwam nummer twee voorbij.
Welke salamanders er hier op de foto staan, zou ik echt niet weten. In onze tuin hebben we zowel de alpenwatersalamander als de kleine watersalamander al gezien, dus het zal wel één van die twee zijn.
En als ik de plaatjes vergelijk met die van de larven van beide soorten die op het internet te vinden zijn, lijkt de alpenwatersalamander het meest waarschijnlijk…

OK… wie dit postje goed gelezen heeft, weet wat ik mogelijk voor de komende dagen in petto heb (en misschien helpt dit zinnetje mij om er de vaart in te houden…)

Kleine Parelmoervlinder

Kleine Parelmoervlinder | Issoria lathoniaLaat ik jullie vandaag eens allemaal een heel klein tikkeltje jaloers maken…
Vandaag kreeg ik in mijn tuin een heerlijk voorproefje voor het vlindertelweekend!

Terwijl we vanmiddag op het terras zaten te eten, zag ik in de border die intussen tot ‘onze vlinderborder’ gepromoveerd is, een vlindertje dat er echt niet uitzag als de 55 oranje zandoogjes die er omheen dwarrelden.
Het vlindertje leek op het eerste gezicht zelfs verdacht veel op een kleine parelmoervlinder.
Lees verder “Kleine Parelmoervlinder”

Eindelijk Vlinders!

Eindelijk veel vlinders!
Eindelijk veel verschillende soorten vlinders…

Vlinders: drie keer oranje zandoogje

Want tot nu toe was het maar mager deze zomer…
Het courante voorjaarsspul, dat vloog hier wel rond.
Gehakkelde aurelia’s, die zijn hier altijd goed vertegenwoordigd, en dagpauwogen, die zag ik ook al verschillende.
In april-mei was er regelmatig een boomblauwtje, en bonte zandoogjes die zie je bij het minste straaltje zon in en rond het bos rondfladderen.
Citroentjes en witjes zijn er natuurlijk ook, en oranjetipjes waren ook van de partij.
En één keer heb ik een kleine vos gezien.

Maar de voorbije weken was de vlinderpopulatie hier in de tuin behoorlijk eentonig. Af en toe een gehakkelde aurelia of dagpauwoog, en nauwelijks nog bont zandoogje.
Maar wel veel, erg veel koevinkjes. Als ik in de voormiddag door de boomgaard liep, op weg naar de kippenren, dan vlogen daar net boven het gras soms tien, vijftien koevinkjes rond. Een prachtig gezicht, dat gedwarreld vlak boven de grassen… Af en toe dacht ik ook een hooibeestje te ontwaren. En koevinkjes, vooral koevinkjes…

Een week of twee geleden plots een mooie verrassing: Op de lavendel zag ik een vlinder die ik herkende als een kleine parelmoervlinder. Dat was intussen alweer drie jaar geleden dat ik die hier nog zag. Ik liep snel naar binnen om mijn camera te halen, en kon een paar keer afdrukken voor het vlindertje wegvloog… om dan te ontdekken dat ik geen geheugenkaartje in het toestel had zitten.

Maar ik vroeg me wel af waar de ‘gewone’ zomervlinders bleven?
In de vroege zomer zie ik hier meestal veel grote dikkopjes, die al snel worden gevolgd door oranje en bruine zandoogjes.
Maar voorlopig hielden die zich dus stil.

Tot vandaag…
De wilde marjolein begint te bloeien, en plots krioelt het in de borders van de vlinders…
De oranje zandoogjes steken de koevinkjes in aantal plots naar de kroon. Bruine zandoogjes laten zich ook zien, maar zijn ver in de minderheid tegenover hun verwanten. (Het bont zandoogje zie ik niet veel in de borders, maar in het bos en langs de hagen fladderen die vrolijk rond.)
En dan zijn er natuurlijk witjes en citroentjes…
Een paar landkaartjes zag ik ook, en één (1 dus) groot dikkopje…
Oh ja, gamma-uiltjes hebben de weg ook gevonden.

Vlinders dus… eindelijk veel vlinders…

vlinders: koevinkje en oranje zandoogje

De Junidip

Als je de indruk wil geven dat je iets van vlinders weet, dan moet je in natuurkennerskringen dezer dagen even heel nonchalant laten vallen dat we weer duidelijk een junidipje beleven…

Want inderdaad, het occasionele bont zandoogje en het kolen-belagende witje daargelaten, valt er op vlindergebied op dit ogenblik niet zo héél erg veel te beleven. Tyria jacobaeae | Sintjacobsvlinder - © Jan K.De voorjaarsvlinders hebben hun voortplantingsplicht vervuld, en de zomervlinders moeten nog uit hun pop tevoorschijn komen. Al gebiedt de eerlijkheid te zeggen, dat de laatste paar dagen de verre van zomerse temperaturen natuurlijk ook méér dan hun rol spelen.

En toen ik de afgelopen week plots een sintjacobsvlinder zag vliegen, had ik natuurlijk mijn camera niet bij de hand.
De volgende dag liet de vlinder zich weer zien, en mijn camera was bij de hand… maar ik was niet in de buurt. Maar ‘de hand’ in kwestie was die van zoonlief, en die is dus dit keer de fotograaf…

Zo heel ongewoon was die sintjacobsvlinder – die geen dagvlinder is, maar een dagactieve nachtvlinder – trouwens niet. Die vliegt rond van april tot half augustus, en is tamelijk algemeen. Het is een vlinder die weinig natuurlijke vijanden heeft, en daar schijnt de rups voor te zorgen.
Dat geel-met-zwart gestreepte rupsje komt vanaf juli uit zijn ei, en richt vervolgens ware ravages aan op Jacobskruiskruid (Jacobaea vulgaris, syn Senecio jacobaea).
Een paar jaar geleden (de foto hieronder dateert van 26 juli 2008) zag ik een paar rupsjes op een pol van die plant ergens in de tuin, en het tempo waarin werd doorgeknaagd was werkelijk indrukwekkend.
Maar ik ben aan het afdwalen: de zebrarups (zoals de rups soms ook genoemd wordt) is één van de weinige beestjes die de gifstoffen waarvoor kruiskruidjes beducht zijn (pyrrolizidine alkaloïden) probleemloos zouden verdragen. Ze schijnen de stoffen echter niet af te breken, maar in hun lichaam te concentreren, en daar blijven ze aanwezig tot ze een vlinder zijn. De vlinder zou daardoor giftig zijn, en door vogels en andere mogelijke belagers vermeden worden. (Ik heb gezocht of ik daar in wetenschappelijke literatuur bevestiging voor vind… helaas, voorlopig niet. Wel lijkt het zo te zijn dat de vlinder door die pyrrolizidine alkaloïeden wordt aangetrokken, en dat het een stimulans is tot eierleg…)

De vraatzucht van de rupsen – en hun voorkeur voor een aantal soorten kruiskruid – is de reden dat de vlinder als biologische bestrijder van kruiskruid is ingevoerd in Nieuw-Zeeland, Australië en Noord-Amerika. Daar heet het beestje trouwens niet ‘Jacob Butterfly’ of iets dergelijks, maar ‘Cinnabar moth’. Cinnaber is een mineraal waaruit het pigment vermiljoen wordt gewonnen… en dat maakt de verklaring van de naam natuurlijk erg gemakkelijk.
En wie mij kent, heeft al in de gaten dat ik alweer heftig mijn best aan het doen ben om op één van mijn stokpaardjes, etymologie, te kruipen. En meteen zie ik mij hier geconfronteerd met een probleempje: Is de sintjacobsvlinder genoemd naar het jacobskruiskruid, of is het omgekeerd? Omdat de plant tegenwoordig als botanische geslachtsnaam ‘Jacobaea‘ heeft, veronderstel ik dat het de eerste optie is.

 Tyria jacobaeae - Jacobaeae vulgaris | rups sintjacobsvlinder op jacobskruiskruid

En de verklaring voor Jacobskruiskruid is dan weer heel simpel (eigenlijk te simpel als je het mij vraagt). Jacobskruiskruid zou namelijk steeds bloeien op de feestdag van Sint Jacob de oudere, op 25 juli – dat wordt inderdaad bevestigd door de foto die ik dus ooit op een 26ste juli maakte. Maar de eerste bloemen zie je al in juni, en de bloei duurt tot september…

Oh ja… er zijn ook nog die alarmberichten van een enorme opmars van het jacobskruiskruid en het risico dat ze vormen voor paarden (of was het de enorme opmars van paarden en het risico dat planten daardoor lopen?) Veel kan ik daar niet over zeggen: de eerste jaren nadat ‘het Veld‘ zich bij onze tuin voegde, zagen we inderdaad al snel jacobskruiskruid opduiken, maar intussen heb ik er al een paar jaar geen meer gezien.

Stippelmotten met verhuisplannen

Stippelmot - Spinselmot | Yponomeuta sp.
Stippelmot – Spinselmot | Yponomeuta sp.
Ik weet dat ik hiermee niet op veralgemeende bijval kan rekenen, maar stippelmotten zijn van die beestjes waar ik een zwak voor heb.
Ik kan het niet helpen maar ik vind het geweldig hoe die onooglijke beestjes er soms in slagen om mensen volslagen in paniek te brengen wanneer ze in een mum van tijd een paar struiken hebben ingesponnen en kaalgevreten. Lees verder “Stippelmotten met verhuisplannen”