Categorie: Insecten en spinnen – Insects and spiders

Diervriendelijke Pesticides? – II – Wildlife-friendly Pesticides?

(to English text)

Neem-olie

Het verhaal van Neem is niet zo negatief als dat van pyrethrines eergisteren.
De Neem-boom, Azadirachta indica, is een loofboom die oorspronkelijk uit Azië afkomstig is. In India is hij al van oudsher bekend als een geneeskrachtige plant, en de interesse ervoor in het westen is de laatste jaren heel erg toegenomen.
Voor de mens en voor gewervelde dieren lijkt de olie weinig toxisch (al is er wat voorbehoud voor het medicinaal gebruik van de olie bij kinderen.)

Bombus pascuorum | Akkerhommel - Common carder bumblebee

Maar naast het gebruik in de geneeskunde wordt de olie ook veel toegepast als insecticide. De olie wordt aangeprezen als een breedspectrum insecticide, en natuurlijk zit daar dan meteen ook het probleem. Het product is inderdaad helemaal niet selectief.
Lees verder “Diervriendelijke Pesticides? – II – Wildlife-friendly Pesticides?”

Diervriendelijke pesticiden? – I – Wildlife-friendly Pesticides?

(To English text)

Het idee voor de poll die ik gisteren postte, ontstond toen ik in ‘Collins Wildlife Gardening‘ van Stefan Buczacki een hoofdstukje las met als titel: ‘Does organic mean wildlife-friendly?’

De auteur wijst er in dat hoofdstuk op, dat heel wat zogenaamd ‘natuurlijke’ pesticiden eigenlijk buitengewoon onselectief zijn, en dat anderzijds de claims zogezegd ‘veilige’ natuurlijke pesticiden nauwelijks onderzocht zijn.

Anthocharis cardamines | Oranjetip - Orange Tip

Ik heb me daarom eens verdiept in een aantal bekende ‘natuurlijke’ pesticiden. Lees verder “Diervriendelijke pesticiden? – I – Wildlife-friendly Pesticides?”

Garden Bloggers Bloom Day – October 2011

Crocus speciosus | Myathropa florea?
Zweefvlieg (Doodshoofdzweefvlieg?) op Herfstkrokus | Hoverfly (Myathropa florea?) on Fall Crocus

Geen lijstje van alle mogelijke bloeiers van dit ogenblik vandaag, maar wel een paar typische oktober-bloemen.
Want er zijn echt wel planten die tot nu gewacht hebben om te gaan bloeien…
En niet alleen ‘pour le plaisir des yeux’ is dat belangrijk (niet alle bloemen van dit ogenblik hebben trouwens een hoog eye-candy gehalte), maar ook voor de nectar-snoepende insecten die nog honger hebben!

Not a list of every single flower that is blooming now in my garden, but just a few pictures of two plants that wait till October to bloom.
Indeed, some plants wait this long before bursting into flowers.
And it is not only for our eyes that those flowers are important (be honest, blooming Ivy isn’t exactly eye-candy), but also for those nectar-devoring insects that are still hungry!

Hedera helix | Syrphus sp. (S. torvus? S. ribesii?)
Zweefvlieg (Bosbandzwever? Bessenzwever?) op Klimop | Hoverfly (Syrphus torvus? S. ribesii?) on Ivy

Meer Garden Bloggers Bloom Day links   >   May Dream Gardens   <   More Garden Bloggers Bloom Day links

Insectenlokkende planten?

Een aantal mensen weten, dat ik Ken Thompson helemaal bijtreed als die beweert:

Gardens (all gardens) are good for wildlife, and encouraging wildlife is entirely compatible with ordinary gardening, costs next to nothing and is almost completely effortless.
You may have wished all these things were true, but never allowed yourself to hope that they actually are.
Well, they are…

Tuinen (alle tuinen) zijn goed voor het dierenleven, en dieren naar je tuin lokken is volkomen te verzoenen met ‘normaal’ tuinieren, het kost nagenoeg niks en het vergt geen enkele inspanning.
Je zou willen dat al die uitspraken waar zouden zijn, maar je hebt jezelf nooit durven toestaan te hopen dat het echt zo is.
Welnu, het is allemaal waar…

Polyomnatus icarus - Viola tricolor | Icarusblauwtje op driekleurig viooltje
Polyomnatus icarus - Viola tricolor | Icarusblauwtje op driekleurig viooltje

Zo begint Ken Thompson zijn boekje “No nettles required – The truth about wildlife gardening”.

Eén van de zaken die Thompson door onderzoek kon staven, was dat tuinen die heel specifiek waren aangeplant met planten die als ‘vlinderlokkers‘ of als ‘bijenlokkers’ stonden aangeschreven, niet perse een hogere biodiversiteit vertoonden dan tuinen waar je die planten wel vindt.
Lees verder “Insectenlokkende planten?”

Hooibeestje!

Hooibeestje…
Dat vind ik met voorsprong de inheemse dagvlinder met de mooiste naam. (Op respectabele afstand gevolgd door de gehakkelde Aurelia.)
Hooibeestje, dat roept een beeld bij mij op van een grasland vol bloemen, waarboven talloze vlindertjes fladderen. Een beeld, dat je in de Alpen nog regelmatig ziet (en in België in de Viroin, maar dat heb ik van horen zeggen), maar waar je in Vlaanderen vergeefs naar zal zoeken.

Coenonympha pamphilus | Hooibeestje
Coenonympha pamphilus | Hooibeestje
Hooibeestje… Ik hoopte altijd al, dat vlindertje nog eens in mijn tuin te zien, maar hoewel het niet echt een zeldzaam beestje is, is het zeker geen algemene tuinsoort. Het houdt immers van open ruimte, van bloemrijke, voedselarme graslanden met kortgroeiende grassen. Maar de kans op een hooibeestje leek me nog steeds groter dan het spotten van een kleine parelmoervlinder in mijn tuin, en zelfs die kwam vorige zomer op bezoek, dus ik gaf de hoop niet op.

Lees verder “Hooibeestje!”

Pendelaars in mijn tuin

Net als Boer Thomas zat ik een paar dagen geleden met een determinatieprobleempje.
Geen juffer, geen libel, maar een zweefvlieg was het die me parten speelde. (Tja, ik ben duidelijk into Hoverflies dezer dagen).

Op de wilde marjolein (O. vulgare ‘compactum’) die de functie van stamkroeg dit voorjaar lijkt te hebben overgenomen van het zandblauwtje, zag ik een paar dagen geleden een beestje waar ik deze bezoeker van een jaartje geleden in meende te herkennen. Een pendelzweefvlieg of gewone pendelvlieg dus (Helophilus pendulus).

Helophilus pendulus | Pendelzweefvlieg, gewone pendelvlieg
Helophilus pendulus | Pendelzweefvlieg, gewone pendelvlieg

Het geslacht Helophilus is erg gemakkelijk herkenbaar: Het zijn vrij grote zweefvliegen – de gewone is nog de kleinste – met een opvallende tekening, en vooral het overlangs gestreepte borststuk is een duidelijk kenmerk voor het geslacht. En de gewone pendelvlieg heet niet voor niks gewoon, want het is de meest voorkomende soort. (Hieronder nog een foto, deze van drie jaar geleden.)
Helophilus pendulus | Pendelzweefvlieg, gewone pendelvlieg
Helophilus pendulus | Pendelzweefvlieg, gewone pendelvlieg

‘Gemakshalve’ ging ik er daarom van uit dat mijn vangst van afgelopen weekend dan ook wel een gewone pendelvlieg zou zijn, maar toen ik ze zo invoerde op waarnemingen.be, werd ik vriendelijk doch beslist op mijn vingers getikt. En inderdaad, bij nauwkeuriger kijken (en lezen!) klopte mijn determinatie inderdaad niet…
Helophilus trivittatus | Citroenpendelvlieg
Helophilus trivittatus | Citroenpendelvlieg

OK, OK, ik had correct gelezen op de Gardensafari-pagina over zweefvliegen van Hannia Berdys, dat de citroenpendelvlieg op haar achterlijf de donkerder oranje vlek op het tweede achterlijfsegment mist (die de gewone dus wel heeft)… maar ik verzuimde om verder te lezen, en vooral goed te tellen…
Want het oranje vlekje dat bij mijn pendelvlieg te zien is, bevindt zich niet op het tweede, maar op het derde achterlijfsegment.
Maar er zijn nog andere verschillen die ik niet had opgemerkt. (En bovendien, wist men mij op waarnemingen.be te vertellen, zijn die oranje vlekjes echt geen absoluut onderscheidend kenmerk.)
Helophilus trivittatus | Citroenpendelvlieg
Helophilus trivittatus | Citroenpendelvlieg
Het duidelijkste verschil tussen beide soorten zit vooraan: De gewone pendelvlieg heeft een zwarte streep midden over zijn gezicht (onder de aanzet van de antennes), terwijl de citroenpendelvlieg een ‘egaal’ geel snoetje heeft. (Maar op mijn foto zie je wel iets van een zwart streepje bovenaan, en lijkt die streep door te lopen naar onder, maar dat is gezichtsbedrog: wat een streep lijkt, is het linkervoelsprietje…)
Bij de citroenpendelvlieg raken de bleke strepen in het vierde achterlijfsegment (het derde dat je ziet, het eerste zit onder het schildje verborgen) elkaar net, terwijl die bij de gewone pendelvlieg niet raken. Bovendien wordt de kleur van de strepen op de thorax, en van de vlekken op het tweede segment ‘bleekcitroengeel’ genoemd bij de citroenpendelvlieg, en zouden die iets donkerder zijn bij zijn neefje. Maar dat vind ik altijd verdorie lastig te beoordelen.

De wetenschappelijke geslachtsnaam ‘Helophilus’ zou zoiets betekenen als ‘de moerasminnende’, en verwijst naar het geliefkoosde biotoop van deze zweefvliegen: ze houden zich graag op in de buurt van modderige, vuile watertjes. (Mag ik ter verdediging van mijn grondgebied even opmerken dat ik ook al een bosbeekjuffer op mijn erf heb mogen begroeten, en die wordt net beschouwd als een indicator van helder, niet verontreinigd water!)
Andere bronnen verwijzen dan weer naar de Engelse naam ‘sun-fly’ (omdat deze zweefvlieg vooral te zien is bij zonnig weer), maar volgens mijn zeer beperkte kennis van het Grieks (heb nooit Grieks gestudeerd) is zon in het Grieks ‘Helios’ en niet ‘Helos’… en zou zonaanbidder dus eerder ‘Heliophilus’ moeten zijn.

Het ‘pendulus’ in de soortnaam van de gewone pendelzweefvlieg zou op het zweven (hangen) wijzen (in het Frans spreken ze dan ook van ‘Hélophile suspendu’), en niet op een heen en weer gaande beweging zoals je uit de Nederlandse naam zou vermoeden. ‘Trivittatus’ bij de citroenzweefvlieg, betekent dan weer zoiets als drie-strepige, en als ik juist tel, zou dat op het aantal bruine strepen op het borststuk kunnen slaan. Erg significant lijkt mij dat niet, want de gewone heeft er ook drie…

Benieuwd welke zweefvliegen ik deze zomer nog vind!

Zweefvliegen in de tuin

Als het gaat om ‘nuttige insecten in de tuin’, denken heel veel mensen spontaan aan bijen en lieveheersbeestjes, maar zweefvliegen worden in het rijtje maar zelden genoemd. En toch zijn ook dat beestjes die we echt niet mogen onderschatten!

Episyrphus balteatus | Pyamazweefvlieg, snorzweefvlieg
Episyrphus balteatus | Pyamazweefvlieg, snorzweefvlieg

De diversiteit aan soorten is alvast heel indrukwekkend. Wereldwijd werden er al zo’n 6000 soorten zweefvliegen beschreven, verdeeld over een 200-tal geslachten. In België en Nederland alleen al vliegen er zo’n 300 verschillende soorten rond. (Vergelijk dat maar eens met de schamele 100 verschillende soorten insecten die ik al in mijn tuin heb waargenomen, en waar ik een paar dagen geleden zo over meende te moeten opscheppen.)
De larven van zeker de helft van die 300 inheemse soorten leven van bladluizen en tripsen, en zijn als insectenverdelgers minstens zo belangrijk als lieveheersbeestjes.
Maar ook als bestuivers spelen zweefvliegen duidelijk een rol. Weliswaar is die rol wetenschappelijk nog nauwelijks onderzocht, Lees verder “Zweefvliegen in de tuin”

Lieveheersbeestjes

Vorig jaar vertelde ik al een keer over Lieveheersbeestjes, en over hoe onze inheemse soorten ten prooi dreigen te vallen aan een invasie van Veelkleurige Aziatische lieveheersbeestjes
.
Maar ik vond ook goed nieuws op dat front:
Het klopt inderdaad dat de Aziatische lieveheersbeestjes, ingevoerd als biologische bestrijding van bladluizen, zich ook regelmatig te goed doen aan de eieren en larven van andere lieveheersbeestjes. Maar sommige soorten blijken op dat punt goed weerstand te bieden:
Het roomvleklieveheersbeestje, gisteren gespot en op de foto gezet door zoonlief, is er zo één.

Calvia quatuordecimguttata | Roomvleklieveheersbeestje - Foto: Jan K. ©
Calvia quatuordecimguttata | Roomvleklieveheersbeestje - Foto: Jan K. ©

Het veelkleurig Aziaatje (Harmonia axyridis) is wat men noemt een ‘intraguild predator’. Zo noemt men roofdieren die een bepaald soort voedsel (in dit geval bladluizen) eten, maar bovendien Lees verder “Lieveheersbeestjes”