Tag: Etymologie – Etymology

Hoe Brave Hendrik aan zijn naam kwam…

Chenopodium bonus-henricus, Brave HendrikOnlangs las ik ergens een stukje over Brave Hendrik, Chenopodium bonus-henricus, waar men de naam als een cynische verwijzing naar de helemaal-niet-zo-brave Hendrik VIII zag. Inderdaad heet de plant in het Engels ‘Good King Henry’, maar met Hendrik VIII is er geen onmiddelijk verband.

Lees verder “Hoe Brave Hendrik aan zijn naam kwam…”

Gewone brunel – etymologie

Brunel. Deutschlands Flora in Abbildungen - Sturm (Public domaine)De Nederlandse geslachtsnaam van de brunel is duidelijk verwant met de Botanische geslachtsnaam (Prunella), en vertoont ook veel gelijkenis met de Duitse geslachtsnaam ‘Braunelle’. En precies daarom heeft de naam mij altijd geïntrigeerd: is ‘brunel’ een vervorming van ‘Prunella’, of waren de namen brunel en/of Braunelle er eerst?

Soms wordt wel eens gezegd dat ‘Prunella’ wijst op de pruim-kleur van het plantje, en dat in de Nederlandse en de Duitse namen die begin-p doffer geworden is, en in een ‘b’ veranderde.
Andere bronnen zeggen dan weer, dat Linnaeus het oorspronkelijke ‘Brunella’, dat zou zijn afgeleid van het Nederhoogduitse ‘Braunelle’ of ‘Brunelle’ veranderde in ‘Prunella’. Maar absolute bevestiging heb ik voorlopig nog voor geen van beide verklaringen gevonden.
Het ‘Etymologisches Wörterbuch der botanischen Pflanzennamen‘, dat ik bij dit soort raadsels graag consulteer, blijft immers ook op die twee benen hinken, zij het met een lichte voorkeur voor de ‘pruimachtige’ variant.

Mocht iemand hierover dus met iets meer zekerheid wat kunnen zeggen, dan hoor ik het graag!

Een bitterzoet plantje (etymologie)

Na een paar jaar afwezigheid is het bitterzoet weer in mijn tuin opgedoken, op ruim honderd meter van zijn vroegere groeiplek.Solanum dulcamara - Bitterzoet
Het is een plant waar heel veel over te vertellen valt, dus ik ga er deze week een paar keer op terugkomen. Vandaag komt de etymologie (naamsverklaring) aan bod, en later deze week vertel ik over het (oude) gebruik in de kruidengeneeskunde, en ik kan het natuurlijk niet laten om ook de folklore aan bod te laten komen.

Lees verder “Een bitterzoet plantje (etymologie)”

Gele dovenetel – Lamiastrum galeobdolon

Lamiastrum galeobdolon - Gele dovenetelDe gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon) begint langzamerhand volop te bloeien. In tegenstelling tot de paarse en de witte dovenetel bloeit deze hooguit anderhalve tot twee maand, in april en mei.
Het is één van die planten die gemakkelijker in je tuin te krijgen zijn dan er uit. Ik wied ze dan ook genadeloos weg uit de borders (daar wil ik immers méér in zien dan alleen die ‘gele aartsengelen’ – in het Engels heten ze Yellow Archangel), maar in het bos en in de meidoornhaag mogen ze rustig hun gang gaan, en concurreren met de brandnetels!

Lees verder “Gele dovenetel – Lamiastrum galeobdolon”

Muskuskruid – Adoxa moschatellina

Adoxa moschatellina - MuskuskruidEr zijn zo van die plantjes waar je van blijft houden alleen al omwille van de herinneringen die je er aan hebt.
Zo was er dat voorjaar in 1985 of ’86 waarin ik met een vriend het park en het bos rondom het kasteel van Arenberg in Leuven onveilig maakte, op zoek naar wilde plantjes. Muskuskruid is één van de plantjes die hij me toen leerde kennen.

Lees verder “Muskuskruid – Adoxa moschatellina”

Al-madeliefjes of nog-madeliefjes?

Madeliefje - Bellis perennisEen paar dagen geleden las ik al een enthousiaste uitroep op Flickr: ‘Er bloeien al madeliefjes!’, waarop ik even wilde antwoorden: ‘Ben je er zeker van dat het al-madeliefjes waren? In mijn tuin bloeien er al sinds oktober nog-madeliefjes!’

Loop er de lijstjes van de bloeiende planten in mijn tuin van oktober, november, december, januari en van deze maand maar op na: Telkens bleken er madeliefjes te bloeien.

Lees verder “Al-madeliefjes of nog-madeliefjes?”

Naakte wijfjes tussen de bladeren…

Sneeuwklokje - Galanthus nivalis. Foto: AnneTanne (Creative Commons license)Gewoonlijk zijn de sneeuwklokjes in mijn tuin best laat.
Trouwens, de meeste voorjaarsbloeiers blijken in mijn tuin aan de late kant. Maar vandaag ontdekte ik inderdaad het allereerste sneeuwklokjes-knopje van deze winter!

Maar waar die gekke titel dan van dit stukje vandaan komt?
Tja, heel veel volksnamen voor dit bloempje geven aan dat men dit toch altijd een erg ‘bloot’ bloempje heeft gevonden. (En eerlijk gezegd, ik vind de knop van dit bloempje ook wel iets van een wel heel doorzichtig négligeetje hebben). Lees verder “Naakte wijfjes tussen de bladeren…”

Op zoek naar de feiten over Stevia rebaudiana I – Honingkruid, een inleiding

Stevia rebaudiana. Copyright: Hilde Degraen

Een tijdje geleden suggereerde een vriend me, om ook eens een blogje over het Stevia rebaudiana, het Honingkruid te plegen. Ik was meteen enthousiast, want over dat plantje is een heleboel te vertellen. Maar al heel snel realiseerde ik me, dat ik in één stukje over Stevia nauwelijks mijn ei zou kwijtkunnen. Je voelt me aankomen: het wordt weer een reeksje…

De titel van dit stukje geeft al aan, dat er wat tegenstrijdige opvattingen bestaan over Stevia. Enerzijds heeft de Europese Commissie in 2000 een aanvraag om Stevia als een nieuw voedingsmiddel in de handel te brengen geweigerd, anderzijds is het plantje in Zuid-Amerika al eeuwenlang in gebruik Рwordt Stevia in die landen zelfs door Coca-cola gebruikt als zoetmiddel (al hoeft dat niet perse een positieve referentie te zijn) Рen is het in Japan ̩̩n van de belangrijkste zoetmiddelen op de markt.

Nu ben ik zelf niet de meest goedgelovige persoon, en ondanks mijn liefde voor plantjes en kruiden wilde ik hier wel meer over weten vóór ik voetstoots aannam dan Stevia écht zo goed was. Aspartaam werd immers ook jarenlang zelfs door kinderartsen aanbevolen voor gebruik in kindervoeding, tot het een aantal jaren geleden in het nieuws kwam omwille van kankerverwekkende eigenschappen.

Vooraleer mee te lopen met de vele juichberichten over Stevia, wilde ik toch echt wel wat meer weten. ‘Natuurlijk’ hoeft immers niet perse te betekenen: onschadelijk.

Lees verder “Op zoek naar de feiten over Stevia rebaudiana I – Honingkruid, een inleiding”

Elke maand een Goudsbloem

Goudsbloem (Calendula officinalis) in oktober. Foto: AnneTanne, Creative Commons LicenseMisschien vroeg je je in oktober al af of ik een bedoeling had met dat goudsbloem-fotootje in de zijbalk. En als je goed hebt opgelet, heb je misschien gemerkt dat die foto maandag veranderd is, en dat het onderschrift ‘goudsbloem in november’ (ipv oktober) is geworden.

De reden voor die fotoreeks is te vinden in de van de wetenschappelijke naam van de Goudsbloem, ‘Calendula’. De ‘Kalendae’ (of Calendae) van elke maand was in de tijd van de Romeinen de eerste dag van die maand. Ja, ik schrijf Kalendae inderdaad met een K… het woord dateert immers waarschijnlijk al van in de tijd van de Etrusken, vandaar het voorkomen van de voor het Latijn erg ongewone letter K.

En wat die Kalendae nu te maken hebben met de goudsbloem? Zoals je misschien zelf al wel in je (kruiden)tuin hebt opgemerkt, is de goudsbloem een erg sterke (weliswaar eenjarige) plant, die tot ver in de winter bloeit. Ze zou bloeien op de ‘Kalendae’ van elke maand, en dus werd het ‘Calendula’…

En dat wilde ik dus een keer gaan controleren… weliswaar lukt het me (zeker in de winter – wegens te laat licht en te vroeg donker) zeker niet elke maand om precies op de eerste dag van de maand een foto te maken, maar ik ga wel proberen elke maand in mijn tuin een bloeiende goudsbloem te vinden, en die een maand lang een plaatsje te geven in de zijbalk van de blog.

En over een jaar? Ach, dan zien we wel weer…

Reizigers en Cosmopolieten I: Grote Weegbree

In de volgende weken schrijf ik een serie stukjes over ‘Reizigers en cosmopolieten’, planten uit onze streken, die zich over de hele wereld verspreid hebben, of uit andere werelddelen, die intussen in onze flora helemaal ingeburgerd zijn. Een citaat van Richard Gleim dat hierbij goed past:

Wanderer in den Welten ohne Füße noch Beine zu haben, ohne Flügel und ohne Herz und zentrales Nervensystem. Ein Wanderer, der nur existieren kann, wenn er fest verwurzelt in der Erde sein Leben gestaltet, ernährt von Luft, Wasser, Sonne und löslichen Mineralien.
(Zwervend over de wereld zonder voeten of benen te bezitten, zonder vleugels of hart of centraal zenuwstelsel. Een zwerver, die slechts kan blijven bestaan, wanneer hij, vast geworteld in de aarde, zijn leven gestalte geeft, gevoed door lucht, water, zon en oplosbare mineralen.)(mijn vertaling)

En naar aanleiding van een vraag die een vriend me stelde, start ik deze reeks met de Grote weegbree.

weegbreeklein

Nee, een schoonheid is het niet echt, de Grote weegbree. En dat is ze op de plekken waar je ze het meest ziet groeien, al helemaal niet: ze laat zich gewillig vertrappen, en blijft toch nukkig voortleven. Je vindt haar aan de zoom van wegen en paden, tussen kasseien van opritten, zoals hier op de foto…
(In mijn tuin staat ook de Smalle en de Ruige weegbree, maar die zoeken liever plekken tussen hoger gras op, die houden niet zo van betreding.)

In de flora van Heimans, Heinsius en Thysse wordt de Grote weegbree ‘het allergemeenste onkruid’ genoemd, en laat ik maar veronderstellen dat daar ‘het meest algemeen voorkomende’ kruid mee wordt bedoeld.
De plant kwam oorspronkelijk enkel voor in Europa, maar is (onopzettelijk) door de Europeanen over de hele wereld verspreid.
Lees verder “Reizigers en Cosmopolieten I: Grote Weegbree”