Categorie: Natuurbeleving – Experiencing Nature

Bloemen na de kou…

Akkerviooltje (Viola arvensis) - Ik had toch zon kou
Akkerviooltje (Viola arvensis) - 'Ik had toch zo'n kou'
Toen ik vorige week donderdag een bloeilijstje postte, dacht ik dat er behalve de toverhazelaar niks bloeide in mijn tuin.

Na een weekend heb ik gewoonlijk een iets beter idee van wat er zoal bloeit in de tuin, en dat ziet er nu dus al iets rooskleuriger uit.
Vorige week was het de aller-, allereerste keer sinds ik mijn bloeilijstje bijhoud, dat ik geen witte dovenetel in bloei vond. Intussen weet ik wel beter: jawel hoor, op ’t veld staat toch nog één dapper exemplaar met één bloemetje te bloeien.

Ook het madeliefje was tot nu toe altijd van de partij, maar daar kan ik alleen maar een dichtgesloten knopje van ontdekken, dat heeft nog even wat zon nodig.

Wat me wel verraste, was dat ene akkerviooltje dat ik nog in bloei vond. Ik geef het toe, een schoonheidsprijs verdiend dat meiske niet meer, maar hoe zou je zelf zijn, als je twee weken vorst en sneeuw overleefd had. En, als ik heel eerlijk ben… heeft ze niet iets wonderlijk ontroerends, net door haar geschonden schoonheid? (In betere dagen ziet ze er zó uit.)

Lees verder “Bloemen na de kou…”

Tuinieren voor dieren

  1. Geen netels nodig
  2. Diervriendelijke planten
  3. Tuinieren voor dieren

Beestje (zweefvlieg?) op hyssop

Na mijn verhaal over waarom netels niet nodig zijn, en waarom je ook zonder inheemse planten diertjes naar je tuin lokt, wil ik vandaag toch Рeindelijk Рvertellen wat je dan w̩l kan doen om je tuin aantrekkelijk te maken voor ongewervelden.

1. De derde dimensie

In het eerste artikel vertelde ik inderdaad al, dat de aanwezigheid van bomen, struiken of zelfs een met klimplanten begroeide muur in dit opzicht belangrijk is.
In de BUGS-studie bleek de aanwezigheid van bomen en struiken zelfs de belangrijkste factor die ervoor zorgde dat er meer diersoorten in een tuin werden gevonden. Niet alleen zorgen bomen en struiken voor extra oppervlakte, extra voedsel, maar ze creëren ook extra biotopen.

2. Veel verschillende biotopen

Het is misschien het intrappen van een open deur, maar een ’tuin’ die enkel bestaat uit een gladgeschoren gazonnetje, zal veel minder insecten en andere ongewervelden aantrekken dan een even grote tuin met behalve een grasveldje ook nog een paar struiken en een bloemenbordertje.
Helaas, voor de luilakken onder ons, ook het omgekeerde geldt: Een tuin met alleen maar een ruigte van brandnetels of distels, zal evenmin een hele grote diversiteit herbergen…
Lees verder “Tuinieren voor dieren”

Mosjes-vragen

Onbekend mos

(Klik op de thumbnail voor een vergroting.)

Aangestoken door de mooie mossenfoto’s die Bart in zijn eigenwijze tuin maakte en de al even mooie dito die Sam op natuurbeeld publiceerde, ging ik vandaag ook naar mosjes op zoek.
Helaas laten mijn fotografische kwaliteiten te wensen over, en vergeet ik altijd aandacht te geven aan de details die ik eigenlijk niet op het plaatje wil, zodat de achtergrond wat rommelig is. Bovendien bleek mijn statief net wat te hoog, en moest het uit de losse hand (toch eens een rijstzak improviseren), en gezien mijn afwezige handvastheid vrees ik dat de scherpte niet helemaal optimaal is.

Maar ik laat ze toch zien omdat ik – als volslagen mossenleek – twee vraagjes heb:
In de eerste plaats: heeft iemand een idee welk mosje dit kan zijn? Ik dacht zelf aan Gewoon haarmos (Polytricum commune), maar er werd mij ook gesuggereerd dat het Rood Rimpelmos (Atrichum angustatum) zou kunnen zijn. (Ik bemerkte tot mijn ontsteltenis, dat de Flora van Heukels niet over mossen rept, en dat die van Heimans, Heinsius en Thijsse er zegge en schrijve één pagina aan besteedt. Dat wil dus ook niet echt helpen.)

En een tweede vraagje: bij het bekijken van de foto’s viel mij bij allebei op, dat er sporendoosjes bij zijn waar je, door de belichting schuin langs achteren, een horizontaal niveau in ziet. Klopt het dat ik daar kan zien hoeveel sporen er nog in het doosje aanwezig zijn?

Heerlijk, die winter!

Japanse kwee - Chaenomeles sp. (Foto: AnneTanne - Creative Commons License)
Vijf dingen enkel wil ik
want daar wortel ik in.
Eerst eindeloze liefde,
Twee is het najaar zien.
Ik kan niet leven zonder bladeren
dwarrelend
tot de aarde weergekeerd.
Drie is de felle winter,
de streling van een houtvuur
binnen de kou van wouden.
Het vierde is volle zomer,
weelde als watermeloen.
Het vijfde zijn jouw ogen,
mijn liefste, mijn beminde.
Ik kan niet slapen zonder jouw ogen
en niet leven zonder dat jij me aankijkt.
Daar geef ik lente voor,
dat jij me aan blijft zien.

Pablo Neruda in Verzoek om stilte

Ik zie het al voor me, de gezichten als jullie de titel van mijn berichtje van vandaag lezen.
Verwonderd wenkbrauw-optrekken.
Ongelovig het voorhoofd fronsen.
Nog net niet met de gekromde wijsvinger tegen het voorhoofd tikken…

Maar toch ben ik er van overtuigd dat ‘de lente’ waar we allemaal zo over schwärmen (ja, ik ook), in feite de winter is.

Lees verder “Heerlijk, die winter!”

Spelen is een serieuze zaak

Bouwen en sjorren - Foto: Annetanne - Creative Commons LicensePeter beschrijft in “Snipperdag” wat je allemaal kan doen met takkenbossen en hakselhout. En meteen dacht ik aan wat zoonlief (geholpen door een kameraadje) zoal met takken weet aan te vangen. Hoewel… takken… het zijn heuse bomen waarmee ze aan de slag gaan: Een tijdje geleden vertelde ik al hoe we honderden berken-zaailingen (die intussen toch al een paar jaar oud zijn) rooiden op het veld, en die berkjes blijken ideaal spelmateriaal.

Voor stoere kerels van een jaar of tien, elf blijkt er in de tuin nauwelijks een boeiender activiteit dan ‘kampen bouwen’! En als je bovendien de grondbeginselen van sjorren een beetje onder de knie begint te hebben, wordt het helemaal leuk.
Lees verder “Spelen is een serieuze zaak”

Gevaarlijk weer

Daarnet even in de tuin geweest…
Het waait verschrikkelijk hard, de was hangt horizontaal aan de drooglijn en de wind gaat bijna griezelig te keer in de bomen rond het huis. Maar de zon komt regelmatig door de wolken heen piepen, en ik kan er niet aan doen, ik voel iets van lentekriebels.
Ik zou eigenlijk hard aan het werk willen gaan in de tuin… maar ik houd me in, want ik weet dat het nog veel te vroeg is. Het is echt nog maar begin januari, en het kan nog gaan vriezen, gaan sneeuwen, gaan winteren…
Toch kan ik dat op dit ogenblik eventjes helemaal niet geloven. Ik wil met mijn handen in de grond wroeten, ‘lenteschoonmaak’ houden in de border (lees: de plantenresten van vorig jaar afbreken, in kleine stukjes breken en gewoon ter plaatse laten liggen… Waarom alles naar de composthoop 50 m verderop sjouwen, om als de compost verteerd is het weer terug te sjouwen?)

Maar nee, het is echt te vroeg… Het is gevaarlijk, zo’n weer! Ik voel me uitgedaagd om allerlei dingen te gaan doen in de tuin, waarvan ik eigenlijk weet dat het niet goed is, te vroeg is.

En om met mijn fototoestel naar buiten te gaan lijkt ook geen optie… te winderig, geen kans op een scherpe foto.
Straks mijn loopschoenen maar even aantrekken – ik moet echt wat energie kwijt!

Nieuwjaar in de tuin

Paarse dovenetel - Lamium purpureum.  Foto: AnneTanne - Creative Commons LicentieBloeide er begin december al niet erg veel, na de winterprik van een dag of tien geleden staat er nog minder in bloei in mijn tuin.
Volhouders zijn de Viburnum bodnantense ‘Dawn’, een eenzame kruipende boterbloem en de witte en de paarse dovenetel. Ook een paar madeliefjes doen nog hun best.
Maar de voorjaarsbloeiers staan al te trappelen van ongeduld: de Hamamelis (x intermedia ‘Jelena’) heeft zijn eerste bloemetjes, en ook de hazelaarkatjes wapperen hier en daar al in de wind. Het sneeuwklokjes-knopje van een paar weken geleven staat er niet meer zo eenzaam bij, en elders in de tuin staat er zelfs al eentje te bloeien (maar met aangevreten bloemblaadjes, en dus nauwelijks een foto waard) en ik heb ook al één krokus in knop ontdekt.

Maar er zijn nog meer tekenen waaraan je merkt dat de natuur niet dood is, niet in een diepe, bewegingloze slaap verzonken is, maar dat er ondergronds heel veel gebeurt. In de kruidentuin komen de eerste sprietjes bieslook al boven de grond. De vlierstruiken laten al een begin van blaadjes zien, en ook bij de rozen lijken de botten al te schuiven. Onder de beuken ontdekte ik de eerste blaadjes van het speenkruid en hier en daar duiken de eerste scheutjes van de brandnetel op.

Het is de periode in de tuin dat je handen bij het minste sprietje zon gaan jeuken om ‘iets te doen’, maar dat er nog niet veel kan, niet veel hoeft. Integendeel, laat de natuur rustig haar eigen tempo bepalen, maak haar niet te vroeg helemaal wakker, want dat zou een fiks ochtendhumeur wel eens het gevolg kunnen zijn…

Aan alle lezers een lekker kruidig 2008 vol tuinplezier en natuur-beleven…