Categorie: Bijkletsen – Chit-chat

Kweepeerrecepten en toch maar weer een ander kleurtje

Ik merk dat er de laatste dagen veel bezoekers op dit blogje komen via de zoekterm ‘kweepeerrecepten’. Tja, die vind je op deze site niet veel, maar ik zie vandaag dat in het nieuwe nummer van Landleven een paar lekkere recepten staan. Jammer… intussen zijn al onze kweeperen verwerkt of uitgedeeld. Te bewaren voor volgend jaar dus.
Ook op de site van Landleven staan trouwens nog een paar recepten.

En inderdaad, de look van mijn blog is toch weer veranderd… Ik vond de rode accenten toch te sterk contrasteren met de kleuren van de titelbalk/foto. Op een bepaald ogenblik ging ik met tegenzin naar mijn blog kijken, en dat was het signaal dat ik toch een andere kant op moest.
Om van twee zijbalken terug te gaan naar één hielp al wat, en om de sterretjes voor elk zijbalk-item weg te halen, dat deed ook al wat, maar de kleur bleef wat te scherp naar mijn zin.
De standaardkleurensetjes van het Mandigo-theme waren me uiteindelijk allemaal te scherp, dus heb ik die wat bijgewerkt (maar wie goed kijkt, ziet dat de verschillende icoontjes niet allemaal mooi dezelfde tint hebben… misschien later nog wat aan sleutelen). Dan het titelplaatje aangepast, waardoor de foto mooier geleidelijk overgaat in de kleur van de achtergrond, die ook niet helemaal egaal is. Tja, zo leert een mens The Gimp nog eens wat beter kennen. Als finishing touch nog een paar andere grafische details aangepast, en nu even afwachten of dit beter bevalt.
(Tja, dat is het voor- en het nadeel als je de WordPress-software zelf ergens op een server hebt staan: Als je je blog bij wordpress.com gehost wordt, ben je veel beperkter in de keuzes van je themas, en kan je binnen in die thema’s alleen nog een paar standaarddingetjes aanpassen (tenzij je gaat betalen). Als je het boeltje op je eigen serverruimte hebt, heb je veel meer mogelijkheden, maar is het lastiger om wat je standaard aangeboden krijgt en wat je daar zelf in wijzigt mooi op elkaar af te stemmen…)

Hij is niet meer…

Een fotootje van alweer enkele maanden geleden, maar tijdens het ‘blogploegen’ van de voorbije dagen stootte ik eerst in de eigenwijzetuin.blog op een overvloedige notenoogst, en wat later ook bij Gerda en bij Houbi.

En laat eigenwijze tuinier Bart dan al zeggen dat half blogland met een overschot aan okkernoten zit… wij horen dit jaar bij de andere helft…
Ja, met pijn in het hart hebben we een paar maanden geleden de notelaar laten vellen…

Lees verder “Hij is niet meer…”

Hemelsleutel… even pleisteren bij een plantje

hemelsleutelEen aantal weken geleden dook op de Kruidenmand-mailinglijst een vraag op naar de Hemelsleutel, het ‘pleisterplantje’, en dat zou de Sedum spectabile zijn, een soort vetkruid dat je vaak in tuinen ziet, en dat rond deze tijd van het jaar volop in bloei staat, en de laatste vlinders lokt.
Vervolgens werd er op gewezen dat er wel wat naamsverwarring bestaat rond die plant.
Lees verder “Hemelsleutel… even pleisteren bij een plantje”

Kweepeergelei

(Zie hier voor recepten)

Kweepeergelei

Ja, nog een keer kweeperen… Ruim een maand geleden had ik het er al een keer over. En intussen raken de kelderrekken stilaan voller. Na de bessenconfituur in het begin van de zomer, is het nu de beurt aan de kweepeergelei en de membrillo. Dat is ook weer zo’n Portugese specialiteit: kweepeerpuree die met suiker wordt ingekookt tot het een massa die zo stijf is dat je er blokjes van kan snijden. De bereiding dankt zijn stijfheid niet aan koken op hoog vuur waardoor het geleerpunt bereikt wordt, maar door de massa zo lang in te koken dat ze door het ‘gebrek aan vocht’ stijf wordt. Je kan bijna spreken van geconfijte kweepeerpuree. Het wordt in Spanje en Portugal geserveerd met sterk smakende kazen, zoals Manchego, maar het is ook heel erg lekker met een blauwe kaas zoals Roquefort of Stilton.
Op de foto zie je de potjes gelei die ik dit weekend kookte en die nu nog staan af te koelen… De dieprode kleur, die zo contrasteert met het heldergeel van de rijpe kweepeer, is op de foto nog wat oranje uitgevallen… Maar hij is inderdaad zo mooi helder doorschijnend als op de foto.
(Het ondoorzichtige potje bovenop is Membrillo van een weekje geleden.)
Kweepeergelei wordt door veel mensen als een echte delicatesse beschouwd. Het zou het favoriete broodbeleg van wijlen koning Boudewijn geweest zijn, maar hoeveel waarheidsgehalte die bewering heeft? Een uitspraak daarover laat ik liever aan royalty-watchers over.
De bereiding op zich is niet moeilijk, maar vraagt tijd, veel tijd. Gisterenmiddag heb ik een kilo of drie kweeperen gewassen, in stukken gesneden en van hun klokhuizen ontdaan. Die deed ik vervolgens in een grote pan met dikke bodem, en daar ging zoveel water bij dat ze ruim onder stonden. Aan de kook brengen, en dan gedurende een uur of twee heel zachtjes tot moes laten koken. (En dan merk je al dat langzaamaan het kookvocht wat rozig gaat kleuren.)
In de loop van het koken duw ik de stukjes kweepeer plat met een houten lepel. Op het eind van de kooktijd heeft de brei de consistentie van erg vloeibare appelmoes. Die doe je dan in een kaasdoek, en laat je – zonder uitknijpen! – gedurende een uur of twaalf uitdruppen.
Voor 1 liter vocht reken je 750-800g suiker. Het sap aan de kook brengen, suiker toevoegen en laten oplossen, opnieuw aan de kook brengen en dan op hoog vuur laten doorkoken tot het geleerpunt bereikt is. Dat controleer je door regelmatig een druppel op een koud schoteltje te laten vallen. Als je daar na een klein minuutje tegen duwt, en het oppervlak rimpelt, ben je zover… Maar dan kan, afhankelijk van de hoeveelheid gelei, wel anderhalf tot twee uur duren, en je blijft bij voorkeur continu roeren (opdat de warmte gelijkmatig verdeelt raakt in die grote massa stroperig vocht). Intussen zie je de gelei langzaamaan steeds donkerder rood kleuren. En zo staan hier dus weer 8 potjes af te koelen… Over enkele dagen nog wat membrillo koken, en dan is de voorraad weer ruim voldoende voor een jaar. De mispels moeten immers ook nog komen!!!
(Onlangs vertelde iemand me, dat zij haar kweepeergelei gewoon met geleersuiker maakt, heel kort koken dus, en dat zij hem dan kleurt met frambozensap. Dat is ook een mogelijkheid natuurlijk, maar ik hou op dit vlak meer van ’the real stuff’…)

Verse kweeperen zijn bedekt met een laagje dons. In de 17de eeuw (aldus Monty Don in zijn boek over Tuinieren) zou men dat donzig laagje van de vruchten afgeschraapt hebben en het, vermengd met honing, als een haargroeimiddel hebben gebruikt. Het sap werd gebruikt als remedie bij oedemen en astma, en uitwendig bij oogontsteking en huidzweren. Zoals ik vorige keer vertelde, wordt de kweepeerpittengel nog altijd gebruikt bij de behandeling van huidirritaties.
Op de site van Plants for a Future vond ik, dat de gel die je bekomt door de pitten in water, niet in alcohol dus, te weken, ook wel inwendig gebruikt wordt omwille van de verzachtende en slijmvliesherstellende eigenschappen bij luchtwegaandoeningen bij kinderen… Maar ik denk dat je dan wel erg veel pitten nodig hebt!
Diezelfde site schrijft volgende eigenschappen aan de vrucht toe: samentrekkend, eetluststimulerend en spijsverteringondersteunend, vochtafdrijvend, hoestbevorderend en slijmvliesherstellend, verkoelend, stimulerend, tonisch en herstelbevorderend, en het ondersteunt het hart. Verder noemt men de kweepeer ‘antivineus’, waarmee bedoelt wordt dat de plant een rol kan spelen in de ondersteunende therapie van alcoholverslaving. Deze term ben ik overigens op andere plaatsen nog nauwelijks tegengekomen.
De onrijpe vrucht en haar sap is erg wrang en samentrekkend, en een siroop van dat onrijpe sap wordt dan ook gebruikt voor de behandeling van diarree. Het is niet alleen door de aanwezigheid van samentrekkende tannines, maar ook door het hoge pectine gehalte dat het fruit bij diarree effectief is. Anderzijds maakt dat pectine (een oplosbare vezel) dat ook bij obstipatie een bruine boterham met een dikke laag kweepeerjam geen slechte keuze is…

Smakelijk!

De herfst komt aangeslopen

Cyclamen hederifolia - foto: AnneTanne. Creative Commons Licence

Ja, toen ik gisteravond nog even naar buiten liep, zag ik ze plots: de kleine roze vlammetjes van de cyclamen, die als eerste van een lange reeks bloemen van najaar tot voorjaar de kale aarde onder de beuken komt opvrolijken.
En naast het al enkele weken rood verkleurende blad van de wilde wingerd en de welriekende ribes (Ribes odoratum… hij wordt welriekende ribes, gele ribes of alpenbes genoemd, maar of één van die benamingen een officiële Nederlandse naam is?) en de val van de kweeperen zijn dat voor mij toch tekenen dat de natuur zich langzaam maar zeker (of niet zo langzaam, want vooral die kweeperen zijn er dit jaar bijna twee maanden vroeger bij dan anders) op de herfst aan het voorbereiden is.
Ach, het zal wel eerder een gevolg zijn van die veel te vroege zomer in april, eerder dan een voorspelling voor een vroege herfst…

Lees verder “De herfst komt aangeslopen”

Neerhofprobleem

Net als Johan die zijn drie ganzen kwijt wil zitten we hier met een neerhofprobleem.
We hebben vier kippen: een haan en drie hennen (de bruin’, de grijze en de ouw’). De ouw’ is een jaar of twee geleden met leggen gestopt, maar de bruin’ en de grijze legden met hun tweetjes twaalf tot dertien eitjes in een week, dus dat was voor ons gezinnetje van drie ruimschoots voldoende.
Maar de grijze heeft besloten broeds te worden (en dat vinden wij best leuk), en heeft zich daartoe één van de beide legnesten toegeëigend. Maar natuurlijk was dat ook het favoriete legnest van haar compagnon…. En jawel hoor… in plaats van netjes in het andere nest te gaan leggen, wringt de bruin’ zich langs haar broedende soortgenoot, om haar dagelijks product daar te deponeren…. En vermits we dus niet kunnen uitmaken welk ei ‘vers’ is, en welk al een week bebroed….
Vandaag heb ik de bruin’ kunnen ‘betrappen’, en heb haar zonder pardon in het andere nest gezet, en daar gedurende een minuut of tien de uitgang gebarricadeerd, zodat ze daar wel ‘moest’. En inderdaad, toen ik de plank weer weghaalde bleef ze rustig zitten, en bleek haar ei daar een tijdje later dan ook kwijt te kunnen.
Ik heb het eitje voorlopig maar laten liggen, in de stille hoop dat dat morgen voldoende verleiding biedt om in dat nest te gaan liggen. Het vooruitzicht van nog twee weken zonder verse eitjes… (en om een heleboel bebroede eieren weg te moeten gooien nadat de eerste kuikens zich (hopelijk) hebben laten zien) is immers echt niet aanlokkelijk.

Moestuinieren

Suikererwtjes

Nadat ik Johans Braindump gisteren had gelezen, was ik eigenlijk toch wel wat verbaasd: zijn ervaring dat moestuinieren door veel leeftijdgenoten als ‘not-done’, als compleet uit de mode, als bezigheidstherapie voor 70-plussers wordt gezien, verwonderde me toch wel….

Is er hier dan toch een ‘generatiekloof’ aan het werk? Zowel in onze vriendenkring, als bij kennissen en collega’s is mijn ervaring dat de eigen moestuin ‘goed’ ligt… Vrienden met wie we zaaigoed en teeltervaringen uitwisselen, collega’s die blij zijn dat ze de tomatenplantjes die zoonlief weer eens in veel te grote getale had voorgezaaid kunnen overnemen, of andere collega’s die hopen dat onze oogst wat te overvloedig was, en dat het te veel gul wordt uitgedeeld – want iedereen is het er over eens: zelf gezaaid en zelf vertroeteld en zelf geoogst, dat smaakt toch altijd net dat beetje beter, zelfs als de koolbladeren hier en daar een hapje missen (want de al te opdringerige eenden van de buurman laten zich niet buitenhouden), of wanneer er een tikkeltje zand tussen de sla knarst.

Lees verder “Moestuinieren”

Mieren in de tuin

Groene Specht

Enorm veel mierennesten in het hooilandje, dat vertelde ik een paar dagen geleden al.
Ze bleven me de afgelopen dagen bezighouden. Ik ging zoeken of ik ergens iets terugvond over de ecologische rol van mieren, en jawel hoor, ik vond een stukje uit een lezing van Edward Wilson, een bekend entomoloog, die zei:

Mieren zijn prachtig aangepast aan hun omgeving. Ze zijn erg belangrijk voor de ecologie van de aarde, want ze zijn niet alleen een van de talrijkste wezens op aarde, ze voeren ook nog heel veel belangrijke ecologische functies uit. Ze zijn beter dan regenwormen in het losmaken en omploegen van de bodem. Ze zijn de voornaamste roofvijanden van kleine insecten. Ze zijn ook de belangrijkste aaseters op aarde die de dode dieren opeten. Er zijn nog veel meer functies die zij uitvoeren.

Ik vroeg me meteen af, of daarin misschien een stukje zit van de verklaring van een ander fenomeen dat mij de afgelopen weken bezighield: Tot nu toe groeide er in ons hooilandje heel veel kruipende boterbloem, maar dit jaar is dat veel minder massaal aanwezig. Nu is die boterbloemsoort er typisch één die houdt van een verdichte bodem met een slechte structuur. Zouden al die mieren wellicht de bodem al zo goed hebben omgeploegd dat de die boterbloem zich plots veel minder goed thuisvoelt?

En waarom die foto van een groene specht bij dit mieren-stukje?
Al zolang wij hier wonen zie ik regelmatig een groene specht in de buurt rondvliegen, maar in februari van 2005 zag ik hem voor het eerst in de tuin. (Ik maakte bovenstaande foto toen door het venster heen, één van de eerste met mijn toen nog nieuwe toestel, met de eveneens nieuwe telelens los uit de hand, wegens geen tijd om mijn statief te voorschijn te halen.)
Vanaf toen zag ik de specht regelmatig in de tuin, en altijd zat hij op de grond, of vloog van de grond op. Aanvankelijk verbaasde me dat, ik wist niet beter of de groene specht was een ‘woodpecker’ net zoals zijn bonte familieleden, en vond zijn voedsel vooral in oud hout, maar wat zoekwerk leerde me algauw dat mieren, met name de rode bosmier, en hun larven het lievelingskostje vormen van deze vogel, en dat hij dus heel vaak fouragerend op de grond wordt aangetroffen. (Zijn nest heeft ie wel in boomholtes hoor….)
De afgelopen maanden had ik die groene specht niet meer in de tuin gezien, maar toen ik vanmiddag de deur uitliep, vloog hij plots weer vlak voor mij op. En toen realiseerde ik me weer eens, hoezeer alles in de natuur met elkaar kan samenhangen, en dat zelfs het verdwijnen van de kruipende boterbloem en de aanwezigheid van een groene specht eenzelfde oorzaak kunnen hebben…

Hooitijd

Voortuin in de hooitijd
Nadat ik een paar dagen geleden thuiskwam uit Würzburg, was het echt wel tijd om de bloemenweide in de voortuin te maaien. Het gras was uitgebloeid en was hier en daar tot een meter en hoger gegroeid, en ik vreesde dat het bij de eerstvolgende regenbui zou gaan ‘legeren’, plat vallen.
De voorbije jaren hebben we in de zomer steeds grotendeels gemaaid met een bosmaaier, maar langzaamaan groeit het gras toch minder dicht, en dit jaar heb ik in elk geval de voortuin helemaal met de hand (met een handzeis – een soort ‘rechte’ sikkel) gemaaid. Tja, zo gek ben ik…
En net zoals ik een selectieve wieder ben, ben ik een selectieve maaier: Lees verder “Hooitijd”