Tag: Ecologie – Ecology

Greenpeace contra Electrabel…

Na lezing van Gerda’s berichtje ‘greenpeace vs electrabel – oproep!‘ wil ik hier ook het filmpje tonen dat zij eerder op Lamazone zag:

Net als Gerda houd ik me over het algemeen liever verre van kettingacties, maar dit verdient meer aandacht…

Greenpeace publiceerde overigens eind september de derde update van haar klassement van elektriciteitsleveranciers die groene stroom aanbieden. Het belangrijkste doel daarvan is, zoveel mogelijk mensen te stimuleren om over te schakelen naar een groene leverancier en de leveranciers stimuleren om een groener aanbod te voorzien.

Het klassement werd opgesteld op basis van de energiemix van het product (hoe wordt de stroom geproduceerd?), de investeringen van de leverancier (in welk soort centrales investeert het moederbedrijf?) en de kwaliteit van dienstverlening inzake energie-efficiëntie (hoe en in welke mate sensibiliseert het bedrijf over energie en energiebesparing). De leveranciers werden hierover bevraagd en opgedeeld in drie categorieën: groen, oranje en rood.

In de groene categorie houden dezelfde vijf leveranciers stand: Ecopower, Wase Wind, Lampiris, Nuon Nature en Essent Groen.

Electrabel is de enige die in de rode categorie blijft, omwille van de investeringen in kerncentrales en omdat de ‘groene’ stroom vooral komt uit de bijstook van biomassa in vervuilende en inefficiënte steenkoolcentrales. Zo gaat meer dan 60% van de energie onmiddellijk verloren, een verspilling van biomassa.

(Enne… Ecopower is een electriciteitsleverancier waarvan de bedrijfsfilosofie en -structuur ondergetekende zeer bevalt. Maar dit natuurlijk volkomen terzijde!)

Kruidengeneeskunde en het milieu

De Amerikaanse bijdragen aan Blog Action Day heb ik pas in de loop van gisteravond gelezen, en Shamana Flora van Gaia’s Gifts schreef een hele mooie over Herbal Medicine and the environment. Zij wijst er terecht op, dat – hoe natuurlijk het gebruik van kruiden ook is – het ongelimiteerd gebruik ervan ook problemen met zich mee kan brengen.
Zij wijst er op, dat de vraag naar sommige kruiden zo groot is, dat die massaal (in het wild) geoogst worden, en de kans op uitroeiing van de soort reëel is. Zij geeft als voorbeeld de Amerikaanse ginseng (Panax quinquefolius), een plant die van nature slechts voorkomt in een heel klein gebied in de Appalachen, en hoge eisen stelt aan het microklimaat. Lees verder “Kruidengeneeskunde en het milieu”

Blog Action Day!

Wat zou er gebeuren als op iedere blog artikelen verschenen over hetzelfde onderwerp op dezelfde dag? Eén onderwerp. Eén dag. Duizenden stemmen!!!

Zo riep de website van Blog Action Day op om vandaag, 15 oktober, op zoveel mogelijk blogs een artikel te laten verschijnen dat het milieu tot onderwerp gehad. (Ze hadden er waarschijnlijk niet op durven rekenen dat zelfs het Nobelprijscomité in dezelfde richting wilde meedenken.)
Bloggers Unite - Blog Action Day
En, omdat ‘global warming’ op dit ogenblik zo ‘hot’ is, lijkt het voor de hand liggend om het dan vandaag ook maar over die boeg te gooien…. Maar ik wil dichter bij mijn Kruidenklets blijven, dichter bij kruiden en plantjes, dichterbij onze inheemse flora. Maar zelfs dan merk ik dat de opwarming van de aarde dichterbij is. Ik neem er gewoon de laatste versie bij van de flora van Heukels, die enkel de in Nederland in het wild voorkomende planten omvat. Op een wikkel staat bijna juichend: “Actueel! 8% meer soorten door klimaatsverandering!”
Klinkt mooi hé? Alsof de klimaatsverandering op die manier voor een toename zorgt van de biodiversiteit…
Maar wat je uit dat éne regeltje niet kan afleiden, is dat intussen een aantal zeer kwetsbare soorten steeds meer onder druk komen.
Natuurlijk is niet alleen de klimaatverandering daarvoor verantwoordelijk. Ook het verdwijnen of het vernietigen van de natuurlijke habitat van soorten die erg hoge eisen stellen aan hun standplaats, de introductie van uitheemse soorten zonder natuurlijke vijanden, vervuiling en overexploitatie eisen hun tol.
Gelaagdheid in de siertuin
Maar op kleine schaal, in onze eigen tuin – hoe klein die ook is – kunnen we iets doen om een zo natuurlijk mogelijk evenwicht te bekomen, en op die manier iets bij te dragen aan het behoud van biodiversiteit.
Een eerste stap daarin is te zorgen voor gelaagdheid in je tuin. Niet enkel een strakgemaaid grasveldje, met een vaste-plantenborder ernaast, maar een nabootsing op kleine schaal van een bosrandmilieu (het bos is in onze regio immers de eindfaze waarheen de natuur zich spontaan ontwikkeld, en de bosrand, als overgang tussen dat bos en de open ruimte is ecologisch het meest rijk). In een erg kleine tuin kan je de boomlaag en de laag van de grote struiken natuurlijk vergeten, maar die worden dan waar dat enigszins mogelijk is, vervangen door een met klimplanten (klimop, wingerd…) begroeide scheidingswand. Maar (kleinere) struiken en vaste planten passen in elke tuin. En vervolgens mogen we ook de strooisellaag niet vergeten. Laat waar het enigszins mogelijk is de plantenresten ter plaatse composteren.
Eigenlijk biedt deze gelaagde begroeiing niets dan voordelen:

– Een tuin waarin de gelaagdheid wordt gerespecteerd oogt rustgevend en natuurlijk (ook wanneer vooral van uitheemse planten – waar niet perse iets op tegen hoeft te zijn, zolang ze niet ontsnappen en het evenwicht in de natuur bedreigen). De gelaagdheid maakt de tuin ook veel boeiender, en zorgt dat er ook in de op het eerste gezicht saaie wintermaanden nog veel te zien is in de tuin.
– Een gelaagde tuin houdt zichzelf in evenwicht en is daardoor minder arbeidsintensief.
– Door het respecteren van de strooisellaag, verbeterd op termijn de bodemstructuur, zelfs zonder dat je zelf ‘werkt’.
– De gelaagdheid trekt vogels en kleine zoogdieren, en ook dat draagt bij aan een boeiend natuurbeleven, maakt de tuin extra aantrekkelijk en vooral voor kinderen is het meteen duidelijk dat zo’n tuin ‘leeft’.

Ik merk, dat er opnieuw nog veel meer te vertellen is, over hoe je op kleine schaal iets voor het milieu kan doen, door het simpele feit ecologisch (wat veel meer is dan alleen maar gifvrij) te tuinieren, dus wellicht komen er nog meer bijdragen in deze reeks 😉
(Maar ik weet het, de reeks over de geschiedenis van de boerentuin wacht ook nog op een vervolg…)

Mieren in de tuin

Groene Specht

Enorm veel mierennesten in het hooilandje, dat vertelde ik een paar dagen geleden al.
Ze bleven me de afgelopen dagen bezighouden. Ik ging zoeken of ik ergens iets terugvond over de ecologische rol van mieren, en jawel hoor, ik vond een stukje uit een lezing van Edward Wilson, een bekend entomoloog, die zei:

Mieren zijn prachtig aangepast aan hun omgeving. Ze zijn erg belangrijk voor de ecologie van de aarde, want ze zijn niet alleen een van de talrijkste wezens op aarde, ze voeren ook nog heel veel belangrijke ecologische functies uit. Ze zijn beter dan regenwormen in het losmaken en omploegen van de bodem. Ze zijn de voornaamste roofvijanden van kleine insecten. Ze zijn ook de belangrijkste aaseters op aarde die de dode dieren opeten. Er zijn nog veel meer functies die zij uitvoeren.

Ik vroeg me meteen af, of daarin misschien een stukje zit van de verklaring van een ander fenomeen dat mij de afgelopen weken bezighield: Tot nu toe groeide er in ons hooilandje heel veel kruipende boterbloem, maar dit jaar is dat veel minder massaal aanwezig. Nu is die boterbloemsoort er typisch één die houdt van een verdichte bodem met een slechte structuur. Zouden al die mieren wellicht de bodem al zo goed hebben omgeploegd dat de die boterbloem zich plots veel minder goed thuisvoelt?

En waarom die foto van een groene specht bij dit mieren-stukje?
Al zolang wij hier wonen zie ik regelmatig een groene specht in de buurt rondvliegen, maar in februari van 2005 zag ik hem voor het eerst in de tuin. (Ik maakte bovenstaande foto toen door het venster heen, één van de eerste met mijn toen nog nieuwe toestel, met de eveneens nieuwe telelens los uit de hand, wegens geen tijd om mijn statief te voorschijn te halen.)
Vanaf toen zag ik de specht regelmatig in de tuin, en altijd zat hij op de grond, of vloog van de grond op. Aanvankelijk verbaasde me dat, ik wist niet beter of de groene specht was een ‘woodpecker’ net zoals zijn bonte familieleden, en vond zijn voedsel vooral in oud hout, maar wat zoekwerk leerde me algauw dat mieren, met name de rode bosmier, en hun larven het lievelingskostje vormen van deze vogel, en dat hij dus heel vaak fouragerend op de grond wordt aangetroffen. (Zijn nest heeft ie wel in boomholtes hoor….)
De afgelopen maanden had ik die groene specht niet meer in de tuin gezien, maar toen ik vanmiddag de deur uitliep, vloog hij plots weer vlak voor mij op. En toen realiseerde ik me weer eens, hoezeer alles in de natuur met elkaar kan samenhangen, en dat zelfs het verdwijnen van de kruipende boterbloem en de aanwezigheid van een groene specht eenzelfde oorzaak kunnen hebben…