Categorie: Inheemse planten – Natives

Gelderse roos, naamgeving

Gelderse roos - Viburnum opulusHoewel je niet snel iets ‘roos’achtig kan ontdekken aan een Gelderse roos, lijkt het vanzelfsprekend dat de struik toch ergens iets met Gelderland te maken heeft.
Maar toch is het minstens verrassend, dat een struik die al sinds mensenheugenis in heel Europa en een deel van Azië voorkomt, aan zo’n klein gebied gekoppeld wordt. Ik kon het dus niet laten, dat even na te trekken.

Lees verder “Gelderse roos, naamgeving”

Koninginnenkruid

Bruin zandoogje op Koninginnenkruid. Maniola jurtina, Eupatorium cannabinum

Koninginnenkruid, ook wel leverkruid genoemd, is een plant die tegenstrijdige meningen lijkt op te roepen. Je houdt ervan, of je vindt ze maar niks.

Net als Bart vind ik het een plant die er echt wel mag wezen, vooral omdat ze zo aantrekkelijk is voor allerhande vlinders. Haar lange meeldraden geven haar een wat nonchalant uiterlijk waar ik best wel sympathie voor heb.
Toch snap ik ook Anton wel, die de plant eigenlijk niet zo mooi vindt. Lees verder “Koninginnenkruid”

Duizendblad in de folklore

Drogend duizendblad, Foto: Zero-X, Creative Commons licentie

Niet alleen in de oudheid was het duizendblad een belangrijk kruid, ook in de middeleeuwen werd het veelvuldig gebruikt. Zoals je wel kan verwachten, kreeg een medicinaal zo werkzaam kruid ook al snel magische eigenschappen toebedeeld.
Duizendblad was een beschermend kruid. Wanneer je een bundeltje van netels en duizendblad in je hand houdt, moest je niets – spoken noch mensen – nog duchten. Ook het vee was beschermd als je een bosje duizendblad in de stal hing. En om te vermijden dat kwaadwillend volk of boze geesten je huis binnenkwam, moest je vooral wat van het kruid onder je drempel begraven.

In Engeland had het kruid ook een duidelijke rol in liefdesrituelen.
Lees verder “Duizendblad in de folklore”

Duizendblad in de oudheid.

Achillea millefolium - Duizendblad. Foto: AnneTanne, Creative Commons License

Duizendblad is wellicht één van de geneeskruiden met de langste geschiedenis van menselijk gebruik op het Euraziatische continent.
Een vijftigtal jaren geleden vond een team van archeologen, onder leiding van de Amerikaan Ralph Solecki, in de grotten van Shanidar in het noorden van Irak de graven van zeven volwassen Neanderthalers. In de bodemstalen die men rond de botten verzamelde, vond men grote hoeveelheden stuifmeelkorrels van in totaal 28 plantensoorten.
Lees verder “Duizendblad in de oudheid.”

Achillea millefolium – Duizendblad

Achillea millefolium - Duizendblad
Duizendblad wordt omwille van zijn algemeen voorkomen en zijn wat vuilwitte kleur zelden als een schoonheid beschouwd, maar het is wel een plant die als geneeskruid altijd erg in de belangstelling heeft gestaan.

Lees verder “Achillea millefolium – Duizendblad”

Hennep of netel? de Hennepnetel…

Galeopsis tetrahit - Gewone hennepnetelJan Dries, stichter van de Europese academie voor complementaire gezondheidszorg, scheert in een bericht op zijn website in oktober 2007 Cannabis en de hennepnetel over één kam, terwijl dit twee planten zijn die zelfs niet eens tot dezelfde plantenfamilie behoren. De naamgeving is natuurlijk ook enigszins verwarrend.

Lees verder “Hennep of netel? de Hennepnetel…”

Brede wespenorchis

Epipactis helleborine - Brede wespenorchis
Brede wespenorchis – Epipactis helleborine

Toen we vorige week donderdag terug thuiskwamen na een weekje vakantie in het midden van Frankrijk (jawel hoor, het weer was daar beter dan hier) was het een leuke verrassing om de brede wespenorchis in bloei te vinden.
Van de verschillende inheemse wilde planten die in onze tuin voorkomen heb ik er heel wat zelf geëntroduceerd, maar deze orchidee heeft hier helemaal op eigen houtje een plekje uitgezocht.

Nu is dat op zich natuurlijk niet zo heel bijzonder: Lees verder “Brede wespenorchis”

Gewone brunel – etymologie

Brunel. Deutschlands Flora in Abbildungen - Sturm (Public domaine)De Nederlandse geslachtsnaam van de brunel is duidelijk verwant met de Botanische geslachtsnaam (Prunella), en vertoont ook veel gelijkenis met de Duitse geslachtsnaam ‘Braunelle’. En precies daarom heeft de naam mij altijd geïntrigeerd: is ‘brunel’ een vervorming van ‘Prunella’, of waren de namen brunel en/of Braunelle er eerst?

Soms wordt wel eens gezegd dat ‘Prunella’ wijst op de pruim-kleur van het plantje, en dat in de Nederlandse en de Duitse namen die begin-p doffer geworden is, en in een ‘b’ veranderde.
Andere bronnen zeggen dan weer, dat Linnaeus het oorspronkelijke ‘Brunella’, dat zou zijn afgeleid van het Nederhoogduitse ‘Braunelle’ of ‘Brunelle’ veranderde in ‘Prunella’. Maar absolute bevestiging heb ik voorlopig nog voor geen van beide verklaringen gevonden.
Het ‘Etymologisches Wörterbuch der botanischen Pflanzennamen‘, dat ik bij dit soort raadsels graag consulteer, blijft immers ook op die twee benen hinken, zij het met een lichte voorkeur voor de ‘pruimachtige’ variant.

Mocht iemand hierover dus met iets meer zekerheid wat kunnen zeggen, dan hoor ik het graag!

Brunel – Self-heal

Prunella vulgaris - Gewone brunelDe Engelse naam van de brunel, self-heal, doet vermoeden dat dit plantje een belangrijk geneeskruid is (geweest).
Maar toch vind je tegenwoordig nog nauwelijks iets terug over het medicinaal gebruik van de brunel.
Volgens Mien Verdingh (in ‘Kris Kras Kruid‘) had het plantje ook nauwelijks medicinale toepassingen in de oudheid en de middeleeuwen, en dook het in de fytotherapie pas op vanaf de 16de eeuw. Mien Verdingh zegt nog, dat één van de volksnamen van brunel ‘godsheil’ zou zijn, en dat dat sloeg op de medicinale kracht. Op de website van het Meertens instituut vind ik echter geen enkele volksnaam terug die in deze richting gaat…

De brunel is een samentrekkend kruid, dat in Europa vooral als wondkruid zou zijn toegepast – al worden in de ‘Atrium Kruidenencyclopedie‘ ook bloedingen en overvloedige menstruatie als indicatie genoemd.

Bijenkorfje – Prunella vulgaris

Prunella vulgaris - BrunelIk heb de brunel altijd een erg sympathiek plantje gevonden… In onze tuin heb ik het dan ook gekoesterd, maar pas dit jaar lijkt het wat algemener voor te komen – lees: het heeft zich nu ook in de bloemenweide gevestigd.

Tot nu toe groeide en bloeide het plantje vooral op de oprit. Die oprit bestaat uit kasseien, die met behoorlijk brede voegen (eigenlijk breder dan we het graag gewild hadden) gelegd zijn. Omdat er geen beginnen aan is om die oprit volledig onkruidvrij te houden (moet ik nog zeggen dat ik absoluut geen round-up of dergelijke aan mijn tuin wil spenderen?), heb ik daar altijd heel selectief gewied. Grassen, paardenbloemen en dergelijke worden zonder pardon verwijderd, maar driekleurige viooltjes, zaailingen van kruiptijm, en natuurlijk brunel worden met heel veel plezier verwelkomd. In het midden van de oprit blijft de brunel laag, en komt nauwelijks in bloei, maar naar de randen toe wordt ze wat hoger en krijgt ze wel bloemetjes. Intussen heeft ze ook haar weg naar het hooilandje gevonden, en daar wordt ze wel een centimeter of dertig hoog.

De brunel heeft haar volksnaam bijenkorfje te danken aan haar gelijkenis daarmee, maar het is één van de vele lipbloemigen die ook druk insectenbezoek krijgen.