Tag: Flora

Reizigers en Cosmopolieten III: Kweekgras

Kweekgras, elytrigia repens. Koehler's Medicinal-Plants 1887 - public domain

Verloren heb ik het gevecht, het gevecht tegen een onkruid dat kweekgras heet. Kweekgras, Elytrigia repens, als het een eetbare groente zou zijn dan was mijn vriezer nu tot de nok toe gevuld.

Met die woorden begint Dini Bellinga op haar blog haar berichtje met de titel ‘‘. En allicht is zij niet de enige die op een bepaald ogenblik de strijd opgeeft tegen dit hardnekkige wortelonkruid (ja, zelfs ik neem hier even de term ‘‘ in de mond). In zijn opmars past de kweek met overweldigend succes de strategie van ‘Verdeel en heers’ toe.

Wortelstokken als geheim wapen

Kweekgras vormt ondergronds een uitgebreid net van wortelstokken die zich in alle richtingen uitspreiden. De wortels vertonen op onregelmatige afstanden knopen waar de wortels kunnen vertakken, maar waar ook telkens een grasspriet naar boven kan komen. Het hele wortelsysteem kan zo’n dikke mat vormen, dat andere planten er door worden verstikt, wat Dini Bellinga zelfs zag gebeuren met haar pompoenen, nu toch niet echt planten die met veel onkruid problemen hebben. Als je de plant tracht weg te wieden, houdt er dan rekening mee dat elk klein stukje achtergebleven wortelstok aanleiding kan geven tot een nieuwe invasie van die ‘Razende bol’. (Razende Bol is de naam van het volkstuincomplex waar Dini tuiniert, maar ‘Bol’ is waarschijnlijk ook de benaming die vroeger aan lastige akkeronkruiden werd gegeven.) Lees verder “Reizigers en Cosmopolieten III: Kweekgras”

Reizigers en Cosmopolieten I: Grote Weegbree

In de volgende weken schrijf ik een serie stukjes over ‘Reizigers en cosmopolieten’, planten uit onze streken, die zich over de hele wereld verspreid hebben, of uit andere werelddelen, die intussen in onze flora helemaal ingeburgerd zijn. Een citaat van Richard Gleim dat hierbij goed past:

Wanderer in den Welten ohne Füße noch Beine zu haben, ohne Flügel und ohne Herz und zentrales Nervensystem. Ein Wanderer, der nur existieren kann, wenn er fest verwurzelt in der Erde sein Leben gestaltet, ernährt von Luft, Wasser, Sonne und löslichen Mineralien.
(Zwervend over de wereld zonder voeten of benen te bezitten, zonder vleugels of hart of centraal zenuwstelsel. Een zwerver, die slechts kan blijven bestaan, wanneer hij, vast geworteld in de aarde, zijn leven gestalte geeft, gevoed door lucht, water, zon en oplosbare mineralen.)(mijn vertaling)

En naar aanleiding van een vraag die een vriend me stelde, start ik deze reeks met de Grote weegbree.

weegbreeklein

Nee, een schoonheid is het niet echt, de Grote weegbree. En dat is ze op de plekken waar je ze het meest ziet groeien, al helemaal niet: ze laat zich gewillig vertrappen, en blijft toch nukkig voortleven. Je vindt haar aan de zoom van wegen en paden, tussen kasseien van opritten, zoals hier op de foto…
(In mijn tuin staat ook de Smalle en de Ruige weegbree, maar die zoeken liever plekken tussen hoger gras op, die houden niet zo van betreding.)

In de flora van Heimans, Heinsius en Thysse wordt de Grote weegbree ‘het allergemeenste onkruid’ genoemd, en laat ik maar veronderstellen dat daar ‘het meest algemeen voorkomende’ kruid mee wordt bedoeld.
De plant kwam oorspronkelijk enkel voor in Europa, maar is (onopzettelijk) door de Europeanen over de hele wereld verspreid.
Lees verder “Reizigers en Cosmopolieten I: Grote Weegbree”

Betoverende Hamamelis (soorten, etymologie)

Hamamelis x intermedia 'Jelena'
Mijn toverhazelaar staat weer in brand!
In mijn tuin staat de Hamamelis x intermedia ‘Jelena’, die vanaf de jaarwisseling bloeit met opvallende oranje bloemen.
De struik is geënt op Hamamelis virginiana, de medicinaal gebruikte toverhazelaar. Sinds enkele jaren heeft hij wat wortelopslag van de virginische Toverhazelaar. Die heeft iets kleinere bladeren, die niet zo brandend oranje-rood, maar heldergeel verkleuren in de herfst.
Ik snoei die wortelopslag regelmatig voor een groot gedeelte weg, want het groeit krachtiger dan de ent, en die zou anders na een paar jaar vrijwel verdwenen zijn. Toch laat ik altijd een aantal twijgen staan, als ‘illustratie’, en zodat ik toch iets van de medicinaal gebruikte toverhazelaar in mijn tuin heb.
Lees verder “Betoverende Hamamelis (soorten, etymologie)”

Salvia, nog een keer…

Salvia verticillata

E̩n van mijn allereerste blogstukjes, alweer driekwart jaar geleden, ging over de verschillende soorten salie Рof beter Рover wat er in Amerika zoal Salie genoemd wordt.
En vandaag vond ik op de blog van Henriette Kress plots een stukje over de verschillende soorten Salie die je in Europa vind en die al dan niet medicinaal bruikbaar zijn.
Lees verder “Salvia, nog een keer…”

Zeepkruid – Saponaria officinalis

Ik heb intussen besloten dat ik gedurende de schoolvakantie het bloggen heel erg terug zal schroeven… Vaker dan één blogje per tien tot veertien dagen zit er deze twee maanden wellicht niet in…

Aan het volgende stukje ben ik al een paar dagen aan het werk, en het fotootje dat erbij hoort komt één van de volgende dagen wel… Dat staat op de andere computer en die is voorlopig door manlief in gebruik…

Toen we maandag terug thuis kwamen na weekendje aan zee stond het zeepkruid in bloei.
En een paar uur later, toen ik mijn mail checkte, dook er op de Kruidenmandmailinglijst een vraag op naar recepten met Zeepkruid. Allicht was dat geen ’toevallige samenloop’ van omstandigheden, maar gewoon te wijten aan het feit dat ook in andere tuinen nu het zeepkruid bloeit en daardoor opvalt.

Hoewel: zeepkruid is volgens mij een kruid dat toch niet zo vaak in tuinen wordt aangeplant. Toch zei mijn man, toen ik het bloeiende zeepkruid attent maakte: ‘Dat is toch een plant die je vaak in tuinen ziet?’ Allicht komt dat, door de grote gelijkenis met de Phloxen. Inderdaad zijn het allebei planten uit de familie der Caryophyllaceae (anjerachtigen), net zoals silenes en koekoeksbloemen, maar ook tuinplanten als Lychnis (prikneus), en inderdaad, anjers. En eigenlijk vind ik dat je de familiegelijkenis tussen die verschillende planten goed ziet, behalve bij de gecultiveerde anjer, die alleen nog met veel fantasie op een anjer lijkt. (Google maar eens op steenanjer of karthuizeranjer… Een heel ander beeld dan de ‘genoffels’ zoals mijn grootmoeder ze noemde. Van die ‘genoffels’ houdt ik trouwens niet, hoe heerlijk ze ook geuren… Ik hou van heel veel bloemen en planten, maar gerbera’s en gecultiveerde anjers kunnen mij totaal niet bekoren.)

Zeepkruid is heel gemakkelijk te kweken, het stelt nauwelijks eisen wat betreft grondsoort en vochtigheid. Meer nog: eens je het in je tuin hebt, krijg je het niet meer zo gemakkelijk weg: met behulp van worteluitlopers duikt het voortdurend terug op. Toch vind ik heb behoorlijk goed in toom te houden…. Trek het met wortel en al uit waar je het niet wil hebben, en gebruik die wortels voor een natuurlijk shampoo:

Als je er het internet op nazoekt, merk je dat het basisrecept voor zeepkruidshampoo overal gelijk is, maar dat er over de hoeveelheid te gebruiken kruid weinig duidelijkheid bestaat.
Elk recept gaat uit van een hoeveelheid zeepkruidwortel (al moet het met blad ook lukken)die wordt afgekookt in een iets grotere hoeveelheid water gedurende twintig tot dertig minuten. (De meeste recepten lijken uit te gaan van één kop gedroogde en gehakte wortel op anderhalve tot twee koppen water, hoewel ik ook een recept vond dat sprak over een theelepel kruid op een halve liter water, en dat voorafgaand een nacht laten weken… Zelf wat experimenteren en zoeken naar de goede verhouding zou ik zeggen…).
Het aldus verkregen afkooksel kan je een dag of 10 bewaren, en gebruiken als shampoo.
Je kan aan je shampoo nog andere kruidenaftreksels toevoegen, bv een combinatie van brandnetel, salie en roosmarijn. Je gaat dat uit van een sterke infusie van een handvol van elk van die kruiden in anderhalve tot twee koppen water. Je laat het (verse) kruid slinken in kokend water, haalt de pan van het vuur en laat het nog een paar uur trekken. (Gebruik bij voorkeur een geëmailleerde pan, een metalen pan zou wat kunnen verkleuren.) Je mengt het kruidenaftreksel in een verhouding van één op één met de shampoo.

Je shampoo zal enigszins schuimen, maar lang niet zoveel als een shampoo uit de winkel, en ook de consistentie is gewoon waterig, en niet gel-achtig. Maar je hebt wel een perfect natuurlijke en natuurvriendelijke shampoo, die volkomen biologisch afbreekbaar is ;-)!

Welke kruiden in de kruidentuin?

Rosmarinus officinalis, Roosmarijn in mijn kruidentuin.  Foto: AnneTanne - Creative Commons licenceEen hele tijd geleden had ik het er over dat een vriendin me had gevraagd voor haar een kruidentuintje aan te leggen.
De plek die ze ervoor bestemd heeft, is een oude gemetselde ‘koude bak’ die tegen een muur aanligt. Het deel van de tuin waar de bak ligt, heeft ‘binnenplaats-achtige allures, want is aan vrijwel alle zijden ingesloten, meestal door muren. Tesamen met het feit dat de bak wat verhoogd is ten opzichte van de rest van de tuin (en daardoor snel een tikkeltje droger zal zijn), maakt dit het kruidentuintje vooral geschikt voor een meer meditterane plantengroei: de bak ligt – zoals een goeie koude bak betaamt – georiënteerd op het zuiden, en de muur aan de noordkant zal de zonnewarmte nog eens extra reflecteren. Ook de ingesloten ligging beschermt de planten tegen koude winden, en zal ook het risico op vorstschade wat beperken.
Lees verder “Welke kruiden in de kruidentuin?”