Categorie: Zweefvliegen

Pendelaars in mijn tuin

Net als Boer Thomas zat ik een paar dagen geleden met een determinatieprobleempje.
Geen juffer, geen libel, maar een zweefvlieg was het die me parten speelde. (Tja, ik ben duidelijk into Hoverflies dezer dagen).

Op de wilde marjolein (O. vulgare ‘compactum’) die de functie van stamkroeg dit voorjaar lijkt te hebben overgenomen van het zandblauwtje, zag ik een paar dagen geleden een beestje waar ik deze bezoeker van een jaartje geleden in meende te herkennen. Een pendelzweefvlieg of gewone pendelvlieg dus (Helophilus pendulus).

Helophilus pendulus | Pendelzweefvlieg, gewone pendelvlieg
Helophilus pendulus | Pendelzweefvlieg, gewone pendelvlieg

Het geslacht Helophilus is erg gemakkelijk herkenbaar: Het zijn vrij grote zweefvliegen – de gewone is nog de kleinste – met een opvallende tekening, en vooral het overlangs gestreepte borststuk is een duidelijk kenmerk voor het geslacht. En de gewone pendelvlieg heet niet voor niks gewoon, want het is de meest voorkomende soort. (Hieronder nog een foto, deze van drie jaar geleden.)
Helophilus pendulus | Pendelzweefvlieg, gewone pendelvlieg
Helophilus pendulus | Pendelzweefvlieg, gewone pendelvlieg

‘Gemakshalve’ ging ik er daarom van uit dat mijn vangst van afgelopen weekend dan ook wel een gewone pendelvlieg zou zijn, maar toen ik ze zo invoerde op waarnemingen.be, werd ik vriendelijk doch beslist op mijn vingers getikt. En inderdaad, bij nauwkeuriger kijken (en lezen!) klopte mijn determinatie inderdaad niet…
Helophilus trivittatus | Citroenpendelvlieg
Helophilus trivittatus | Citroenpendelvlieg

OK, OK, ik had correct gelezen op de Gardensafari-pagina over zweefvliegen van Hannia Berdys, dat de citroenpendelvlieg op haar achterlijf de donkerder oranje vlek op het tweede achterlijfsegment mist (die de gewone dus wel heeft)… maar ik verzuimde om verder te lezen, en vooral goed te tellen…
Want het oranje vlekje dat bij mijn pendelvlieg te zien is, bevindt zich niet op het tweede, maar op het derde achterlijfsegment.
Maar er zijn nog andere verschillen die ik niet had opgemerkt. (En bovendien, wist men mij op waarnemingen.be te vertellen, zijn die oranje vlekjes echt geen absoluut onderscheidend kenmerk.)
Helophilus trivittatus | Citroenpendelvlieg
Helophilus trivittatus | Citroenpendelvlieg
Het duidelijkste verschil tussen beide soorten zit vooraan: De gewone pendelvlieg heeft een zwarte streep midden over zijn gezicht (onder de aanzet van de antennes), terwijl de citroenpendelvlieg een ‘egaal’ geel snoetje heeft. (Maar op mijn foto zie je wel iets van een zwart streepje bovenaan, en lijkt die streep door te lopen naar onder, maar dat is gezichtsbedrog: wat een streep lijkt, is het linkervoelsprietje…)
Bij de citroenpendelvlieg raken de bleke strepen in het vierde achterlijfsegment (het derde dat je ziet, het eerste zit onder het schildje verborgen) elkaar net, terwijl die bij de gewone pendelvlieg niet raken. Bovendien wordt de kleur van de strepen op de thorax, en van de vlekken op het tweede segment ‘bleekcitroengeel’ genoemd bij de citroenpendelvlieg, en zouden die iets donkerder zijn bij zijn neefje. Maar dat vind ik altijd verdorie lastig te beoordelen.

De wetenschappelijke geslachtsnaam ‘Helophilus’ zou zoiets betekenen als ‘de moerasminnende’, en verwijst naar het geliefkoosde biotoop van deze zweefvliegen: ze houden zich graag op in de buurt van modderige, vuile watertjes. (Mag ik ter verdediging van mijn grondgebied even opmerken dat ik ook al een bosbeekjuffer op mijn erf heb mogen begroeten, en die wordt net beschouwd als een indicator van helder, niet verontreinigd water!)
Andere bronnen verwijzen dan weer naar de Engelse naam ‘sun-fly’ (omdat deze zweefvlieg vooral te zien is bij zonnig weer), maar volgens mijn zeer beperkte kennis van het Grieks (heb nooit Grieks gestudeerd) is zon in het Grieks ‘Helios’ en niet ‘Helos’… en zou zonaanbidder dus eerder ‘Heliophilus’ moeten zijn.

Het ‘pendulus’ in de soortnaam van de gewone pendelzweefvlieg zou op het zweven (hangen) wijzen (in het Frans spreken ze dan ook van ‘Hélophile suspendu’), en niet op een heen en weer gaande beweging zoals je uit de Nederlandse naam zou vermoeden. ‘Trivittatus’ bij de citroenzweefvlieg, betekent dan weer zoiets als drie-strepige, en als ik juist tel, zou dat op het aantal bruine strepen op het borststuk kunnen slaan. Erg significant lijkt mij dat niet, want de gewone heeft er ook drie…

Benieuwd welke zweefvliegen ik deze zomer nog vind!

Zweefvliegen in de tuin

Als het gaat om ‘nuttige insecten in de tuin’, denken heel veel mensen spontaan aan bijen en lieveheersbeestjes, maar zweefvliegen worden in het rijtje maar zelden genoemd. En toch zijn ook dat beestjes die we echt niet mogen onderschatten!

Episyrphus balteatus | Pyamazweefvlieg, snorzweefvlieg
Episyrphus balteatus | Pyamazweefvlieg, snorzweefvlieg

De diversiteit aan soorten is alvast heel indrukwekkend. Wereldwijd werden er al zo’n 6000 soorten zweefvliegen beschreven, verdeeld over een 200-tal geslachten. In België en Nederland alleen al vliegen er zo’n 300 verschillende soorten rond. (Vergelijk dat maar eens met de schamele 100 verschillende soorten insecten die ik al in mijn tuin heb waargenomen, en waar ik een paar dagen geleden zo over meende te moeten opscheppen.)
De larven van zeker de helft van die 300 inheemse soorten leven van bladluizen en tripsen, en zijn als insectenverdelgers minstens zo belangrijk als lieveheersbeestjes.
Maar ook als bestuivers spelen zweefvliegen duidelijk een rol. Weliswaar is die rol wetenschappelijk nog nauwelijks onderzocht, Lees verder “Zweefvliegen in de tuin”