Categorie: Poëzie – Poetry

Meimorgen

Meimorgen, Foto: Christian Guthier, Creative Commons License

Zwaar ademen de landen, murmelend ingebed
in schemerende stromen druivenkleurig lover;
satijnen wilgen huivren dauwbedropen over
den effen stroom, waar koeien, vlokken violet

in ’t nevelblauwe licht, het vroege uur verdromen.
Een reiger schaduwt langs den schuchtren hemel, traag,
op donzen pennen, droom in droom, en spiegelt vaag
zich in de opalen plas, die tussen wilde zomen

van pijpkruid bloeit. Een tengre brug huift als een blauwe
omarming over ’t water, waarop bloesems dauwen,
en waar het bloedend licht zich langzaam gaat ontvouwen
dropt rood de morgen langs de zilvren bloesembomen.

Truus Gerhardt in Verzamelde gedichten, 1961

 

De foto bij dit gedicht is (natuurlijk) niet van mezelf, maar van Christian Guthier, en valt onder een Creative Commons Licentie.

Land mei

Regen valt bloesemvracht
veelvuldig kaarst kastanjelaar
Mei
            Mariamaand
rustas staan seringestruiken
ver ligt het vlondertje ding
                        het vlondertje is

Laat slaat meikever vensterruit
wordend
            mij in rust
            geringe beweging
                        kringetje
                                    kring
     Meikever legt zich
          verre zoeven
               rust

Paul van Ostaijen in Nagelaten gedichten, 1928

(De foto is van Sahua, niet van mezelf. De voorbije dagen zag ik wel al verschillende keren meikevers vliegen, als ik ’s avonds nog laat even buitenkwam en daar een lamp aanknipte.)

In bloei op 1 mei

Ajuga reptans - Kruipend zenegroenHet zou kunnen dat dit lijstje niet helemaal up-to-date is: zondagochtend heeft manlief mij naar Zaventem gebracht, waar ik het vliegtuig heb genomen naar Istanbul.
Vanaf gisteren tot en met zaterdag zit ik hier voor een congres, maar de voorbije dagen was ik hier lekker als toerist.
Dit lijstje is dus gebaseerd op wat er eind vorige week al bloeide, en de bloemen die in knop stonden in intussen misschien open zijn gegaan, heb ik tussen haakjes staan.
Vanaf deze maand heb ik het voorbeeld gevolgd van Yo, en de bloemen alfabetisch gerangschikt op hun botanische naam.
Lees verder “In bloei op 1 mei”

April

Groen staan de boompjes in de oude tuin.
Ik wil een bladzij omslaan maar de wind
is mij al voor.

Hij zegt: lees maar niet langer door,
en neemt het boek mij uit de hand.

Als hij begint, drijft hij mij naar de rand
waar alles wankelt en beweegt.
Zo staat een man die duiken wil
lang op de punten van zijn tenen,
ogen gesloten op de kant,
terwijl hij zijn lange spieren spant.

Ik kan de lente ruiken.
Laat mij een ander lichaam lenen,
geef mij een andere hand.
Open mijn harde, groene luiken.

F.L. Bastet in Gedichten, 1960

Melkweg

fluitenkruid - Anthriscus sylvestris. Foto: AnneTanne, Creative Commons Licentie

Je kunt in de wei uit een melkweg van wit
één takje fluitekruid plukken om thuis
in een vaasje te zetten en van dat takje
één twijgje afbreken en daarvan één
steeltje en daarvan één bloempje
en van dat bloempje één pointe
van het godganse pointillisme.
Nee, dat kun je niet.

(Herman de Coninck)

’s Morgens

Grote lijster - Turdus viscivorus. Foto: DaveF, Creative Commons licenseHet was half vijf ’s morgens in april
Ik liep, en floot de St. Louis Blues
Maar ik floot die op mijn eigen wijze
Al fluitend dacht ik:
mocht mijn fluiten gelijken
op de zang van de grote lijster
En waarlijk, na enige tijd geleek mijn
fluiten van de St. Louis Blues
op de zang van de grote lijster:
turdus viscivorus

Jan Hanlo in The varnished / Het geverniste, 1951

Uit ‘het Boek der Vragen’

Amelanchier lamarckii - Drents krentenboompje(…)

En aan wie vroeg de Lente
haar transparante monarchie?

Heb je wel eens bedacht welke kleur
April voor de zieken heeft?

Wie zegt ons dat ons leven geen tunnel is
tussen vage dimensies licht?

Of dat het geen licht plek is
tussen vage dimensies donker?

Zie je niet dat de appelboom bloeit
om in de appel te sterven?

uit ‘Libro de las Preguntas

(…)

Y quién pidió a la Primavera
su monarquí­a transparente?

Has pensado de qué color
es el Abril de los enfermos?

No será nuestra vida un túnel
entre dos vagas claridades?

O no será una claridad
entre dos triángulare oscuros?

No ves que florece el manzano
para morir en la manzana?

Pablo Neruda

Omdat het vandaag 9 april is…

Voor een keer geen natuurgedicht…

Voor mekaar

Vroeger hield ik alleen van je ogen.
Nu ook van de kraaiepootjes ernaast.
Zoals er in een oud woord als meedogen
meer gaat dan in een nieuw. Vroeger was er alleen haast

om te hebben wat je had, elke keer weer.
Vroeger was er alleen maar nu. Nu is er ook toen.
Er is meer om van te houden.
Er zijn meer manieren om dat te doen.

Zelfs nietsdoen is er daar één van.
Gewoon bij mekaar zitten met een boek.
Of niet bij mekaar, in ’t café om de hoek.

Of mekaar een paar dagen niet zien
en mekaar missen. Maar altijd mekaar,
nu toch al bijna zeven jaar.

Herman De Coninck in Met een klank van hobo

Voor manlief, om meer dan veertien jaar…

In den Aprillen

In den aprillen
so die bloemen springen,
so louven die linden
ende groenen die boeken,
so heven mit willen
die vogele here singen,
sint sie minne vinden
al da sie se soeken
ane heren genoot,
want here blitschap is groot
der mich niene verdroot,
want sie swegen al den winter stille.

Doe sie ane den risen
die bloemen gesagen
bi den bladen springen
doe waren sie rike
her manechfaldet wisen
der sie wilden plagen.
sie hoeven here singen
lude ende vrolike,
nedere ende ho.
miin moet steit ouch also
dat ich willen wesen vro.
recht is dat ich miin gelucke prise.

(…)

Henric van Veldeken in Minneliederen (12de Eeuw)

In april/ als de bloemen ontluiken, / als de linden hun bladeren krijgen / en de beuken groen worden / dan willen de vogels / graag beginnen zingen, / omdat ze de liefde vinden / waar ze ze zoeken / bij hun liefje, / en ze zijn zo ontzettend blij / en daar kan ik alleen maar gelukkig om zijn, / want ze hebben al de hele winter gezwegen.

Toen ze aan de twijgen / de bloemen / bij de blaadjes zagen ontluiken, / waren ze te koning te rijk / met hun voorraad liedjes/ die ze weer willen laten horen. Ze hieven hun gezang aan/ luid en vrolijk / zacht en dan weer luid. / En ik heb ook de hele tijd / zin om vrolijk te zijn./ Ik kan me terecht gelukkig prijzen.