Jarenlang heb ik in mijn bloemenweide een verbeten strijd gevoerd tegen de gestreepte witbol* (Holcus lanata).
Gestreepte witbol is een erg algemeen gras, dat eigenlijk best mooi is. Het blad is blauwachtig groen en zacht behaard, en de bloeipluim heeft vaak een wat roodpaarse schijn, vooral in de periode voor de bloei.
Maar in een bloemenweide is het gras niet zo welkom… Het kent namelijk zo de truken om een overheersende rol te gaan spelen: Al op het einde van de bloei heeft het gras de vervelende gewoonte om bij de minste windvlaag of regenbui te gaan ‘legeren’, en dan een dichte viltlaag op de grond te vormen, waar andere planten zich nog moeilijk doorheen kunnen werken. Tel daarbij op dat de zaden heel erg lang hun kiemkracht bewaren, en het wordt duidelijk dat een niet-zo-goed beheerde weide al snel een witbol-monocultuur kan lijken.
Ik heb dus jarenlang gezocht naar de ‘perfecte’ datum om te maaien, die laat genoeg was opdat het loof van de voorjaarsbollen in de weide al voldoende was afgestorven en de zaden ervan gerijpt, maar vroeg genoeg om ‘legeren’ van de witbol te vermijden.
En toen dat allemaal ‘geen avance’ leek te zijn, en de heerschappij van koning witbol onverdroten doorging, heb ik me er zelfs toe laten verleiden om met de hand de witbol te gaan wieden…
En met goed gevolg, zo dacht ik, want het jaar nadien was er duidelijk veel minder witbol in de weide aanwezig.
Lees verder “Margrietje en de verdwenen Witbol”