Categorie: Inheemse planten – Natives

Margrietje en de verdwenen Witbol

Jarenlang heb ik in mijn bloemenweide een verbeten strijd gevoerd tegen de gestreepte witbol* (Holcus lanata).
Gestreepte witbol is een erg algemeen gras, dat eigenlijk best mooi is. Het blad is blauwachtig groen en zacht behaard, en de bloeipluim heeft vaak een wat roodpaarse schijn, vooral in de periode voor de bloei.
Maar in een bloemenweide is het gras niet zo welkom… Het kent namelijk zo de truken om een overheersende rol te gaan spelen: Al op het einde van de bloei heeft het gras de vervelende gewoonte om bij de minste windvlaag of regenbui te gaan ‘legeren’, en dan een dichte viltlaag op de grond te vormen, waar andere planten zich nog moeilijk doorheen kunnen werken. Tel daarbij op dat de zaden heel erg lang hun kiemkracht bewaren, en het wordt duidelijk dat een niet-zo-goed beheerde weide al snel een witbol-monocultuur kan lijken.

Chrysanthemum leucanthemum - Margriet
Chrysanthemum leucanthemum - Margriet

Ik heb dus jarenlang gezocht naar de ‘perfecte’ datum om te maaien, die laat genoeg was opdat het loof van de voorjaarsbollen in de weide al voldoende was afgestorven en de zaden ervan gerijpt, maar vroeg genoeg om ‘legeren’ van de witbol te vermijden.
En toen dat allemaal ‘geen avance’ leek te zijn, en de heerschappij van koning witbol onverdroten doorging, heb ik me er zelfs toe laten verleiden om met de hand de witbol te gaan wieden
En met goed gevolg, zo dacht ik, want het jaar nadien was er duidelijk veel minder witbol in de weide aanwezig.
Lees verder “Margrietje en de verdwenen Witbol”

Bosanemoon – Wood Anemone

Anemone nemorosa | Bosanemoon - Wood anemone

 
 

Wood Anemone

The wood anemone through dead oak leaves
And in the thickest woods now blooms anew,
And where the green briar and the bramble weaves
Thick clumps o’green, anemones thicker grew,
And weeping flowers in thousands pearled in dew
People the woods and brakes, hid hollows there,
White, yellow and purple-hued the wide wood through.
What pretty drooping weeping flowers they are:
The clipt-frilled leaves, the slender stalk they bear
On which the drooping flower hangs weeping dew,
How beautiful through April time and May
The woods look, filled with wild anemone;
And every little spinney now looks gay
With flowers mid brushwood and the huge oak tree.

John Clare (1793-1864)

Fenologie | Phenology

(Fenologie: het bestuderen van jaarlijks terugkerende verschijnselen in de natuur. Het woord is afgeleid van het Grieks phainomai (verschijnen, zichtbaar worden), en geeft aan dat de fenologie vooral gericht is op de data dat bepaalde verschijnselen voor het eerst in dat jaar voorkomen. Voorbeelden van fenologie zijn het moment van bloei, bladontplooiing, zaad- en bladval, het eerste individu van een soort gezien, voor het eerst gehoord, eerste jong gezien.. )

(Phenology: the study of periodic plant and animal life cycle events and how these are influenced by seasonal and interannual variations in climate. The word is derived from the Greek phainomai (to appear, come into view) and indicates that phenology has been principally concerned with the dates of first occurrence of biological events in their annual cycle. Examples include the date of emergence of leaves and flowers, the first flight of butterflies and the first appearance of migratory birds, the date of leaf colouring and fall in deciduous trees, the dates of egg-laying of birds and amphibia.)

Voor veel mensen is het eerste sneeuwklokje of de eerste krokus de ultieme lentebode… Maar ik ervaar sneeuwklokjes en vroege krokussen toch eerder als winterbloeiers.
Het bloempje dat mij vertelt dat de lente nu echt niet meer ver is, is het speenkruid.

For many people, the first snowdrop or the first crocus is the real herald of spring… But I consider snowdrops and early flowering crocussen as mere winterflowers.
The flower that tells me that spring is soon to come, is lesser celandine.

Ficaria verna subsp. verna | Gewoon speenkruid - Lesser celandine
16 februari 2007 - February 16th 2007

In 2007 fotografeerde ik op 16 februari het eerst bloeiende speenkruid bloempje..

In 2007 I found the first flower of Lesser celandine on February 16th.

Lees verder “Fenologie | Phenology”

Leeuwenklauw – Parsley-piert

Aphanes australis | Kleine leeuwenklauw - Slender parsley-piert
Aphanes australis | Kleine leeuwenklauw - Slender parsley-piert

(to english text)

Dinsdag vertelde ik over kleine veldkers, een plantje dat ondanks zijn geringe afmetingen wellicht toch bij elke tuinier bekend is.
Maar in mijn tuin vind ik al jaren een ander miniatuurtje, die veel minder in het oog ‘springt’.
Leeuwenklauw (Aphanes) is een plantengeslacht dat nauw verwant is met Vrouwenmantel (Alchemilla), maar de plantjes zijn veel en veel kleiner. Het plantje op de eerste foto, een kleine leeuwenklauw (Aphanes australis of Aphanes inexpectata) groeit in een 2 cm brede voeg tussen twee kasseien die je links en rechts op de foto ziet… De grote leeuwenklauw (Aphanes arvensis) is echter nauwelijks groter.

Kleine leeuwenklauw is een plantje dat een voorkeur heeft voor een goed gedraineerde, maar eerder voedselarme standplaats. Ik zie het vooral verschijnen op de kasseipaadjes in de voortuin, waar het ook weinig last heeft van concurrentie van hoger groeiende planten.

Lees verder “Leeuwenklauw – Parsley-piert”

Veldkers – Hairy bittercress

Cardamine hirsuta | Kleine veldkers - Hairy bittercress
Cardamine hirsuta | Kleine veldkers - Hairy bittercress

(to English text)

Vorige week vroeg iemand me om eens wat meer over de kleine veldkers (Cardamine hirsuta) te vertellen.

Kleine veldkers is inderdaad een plantje dat in deze tijd van het jaar heel erg opvalt:
Het is immers een winterannuel, een plantje dat kiemt in de loop van het najaar of de winter, en waarbij bloei, zaadvorming en zaadverspreiding zich in een snel tempo opvolgen wanneer aan het eind van de winter het weer milder wordt. Ze zaaien zich uit voor andere planten goed en wel beginnen te groeien, en de zaden wachten met kieming tot het weer terug kouder wordt. De hele levenscyclus van het plantje vindt dus plaats als de meeste andere planten in rust zijn.

Het grote doel in het leven van de kleine veldkers, is net als voor alle andere levende wezens, de voortplanting en de instandhouding van de soort. Elke plantensoort heeft daarvoor zijn eigen specifieke strategie ontwikkeld, en de strategie van de kleine veldkers heet verstoringstolerantie. (In botanische termen betekent ‘verstoring’ dat de vegetatie geheel of gedeeltelijk vernietigd wordt.)

In een bos met een flinke strooisellaag, maar ook in een grasveld zal je de kleine veldkers niet vaak aantreffen, maar in een voortuintje dat keurig gewied wordt, of in de moestuin waar de aarde wordt losgewerkt, daar ziet de kleine veldkers zijn kans. Ook daar waar het ‘onkruid’ met herbiciden is doodgespoten, gaan de kiemplantjes van de kleine veldkers al snel weer terug voor begroeiing zorgen.

Wanneer je een plantenkwekerij bezoekt, kan je de rozetten van de kleine veldkers met zijn mooie geveerde blaadjes vaak ontdekken in de kweekpotjes met planten die wat achteraf staan. (De plantjes binnen het onmiddelijke gezichtsveld van het publiek worden wel eens netjes schoongeplukt, maar dat betekent niet dat er geen veldkerszaadjes in aanwezig zijn!)
Als je maar een klein beetje op mij lijkt, verlaat je die plantenkwekerij niet zonder minstens een paar plantjes in je handen – en met waarschijnlijk tientallen, wellicht honderden onzichtbare veldkerszaadjes. Thuisgekomen worden die plantjes geplant (en daarvoor verstoor je de bodem in je vaste-plantenborder). In de loop van het komende groeiseizoen houd je al wiedend – verstorend! – alle concurrentie ver weg van je nieuwe troetelplantjes.

In de kale aarde van je herfst- en winterborder zien de zaden vervolgens hun kans schoon: de plantjes kiemen, en zogauw de temperaturen een beetje zachter worden komt het plantje al heel snel in bloei, vormt zaad, en laat die heel snel afrijpen.
Vaak zijn ze zo snel, dat op het ogenblik dat je voor het eerst je border echt grondig gaat wieden, er al een aantal plantjes rijpe zaden hebben. En kleine veldkers wordt niet voor niets in de volksmond ‘springzaad’ genoemd: probeer maar een keer een plantje veldkers te wieden, zonder dat de rijpe zaden alle kanten opspringen… en daar liggen te wachten tot ze in het volgende najaar (als de bodem tenminste voldoende verstoord blijft) opnieuw kunnen kiemen.

Cardamine hirsuta | Kleine veldkers - Hairy bittercress
Cardamine hirsuta | Kleine veldkers - Hairy bittercress

In mijn tuin vind ik de laatste jaren steeds minder kleine veldkers, waarschijnlijk omdat de mulchlaag in de borders zo weinig mogelijk verstoord wordt, en de veldkerszaadjes dus steeds moeilijker aan de oppervlakte komen. Ik was nochtans altijd blij als ik die plantjes in de tuin zag verschijnen: hun hete, peperachtige smaak vormt een lekker accent in winterse slaatjes, en als ingrediënt voor mijn winterpesto. En het beetje extra vitamine C dat je hiermee binnenkrijgt, is lekker meegenomen!

Cardamine hirsuta | Kleine veldkers - Hairy bittercress
Cardamine hirsuta | Kleine veldkers - Hairy bittercress

Hairy bittercress

Last week, someone asked me to tell her something about the Hairy bittercress (Cardamine hirsuta), a plant she found in overabundance in her front yard.
And yes, Hairy bittercress really is a herb that you encounter in the garden very often at this time of the year. It is a winter annual, a plant that germinates in fall or during winter, and as soon as the weather is a little bit milder, it blooms and sets seeds in rapid succession. The seeds are ripe before other plants really start growing, are self-sown in spring and wait until the weather gets colder before germinating again. So they have there complete lifecycle in the period when most plants are dormant.

The most important goal in the life of the Hairy bittercress – as in every other plant’s life – is to reproduce and preserve the existence of the own species. Therefore every plant has developed it’s own strategy, and the one the Hairy bittercress uses is tolerating disturbance. (In botany, disturbance means the partial or complete destruction of the vegetation, e.g. by weeding, plowing…). On places where ‘weeds’ have been killed with herbicides, hairy bittercress is among the first to reappear.
You won’t find hairy bittercress in a forest with a thick layer of undisturbed leaves, nor in a meadow or even a lawn, but in a carefully weeded front yard, or a vegetable plot that has been digged.

When you visit a nursery, you often find the tiny little plants in plant trays in a neglected spot. In other, more visible spots, the plants have been carefully picked, but be sure, some seeds are left in the trays.
When you’re only a little bit like me, you can’t leave the nursery without at least some new darlings… and be sure: you take home some bittercress-seeds too. When you come home, you will plant them in you perennial border (by disturbing the soil!), and during the spring and summer that follows, you carefully weed (disturb!) the soil around them.

And in fall or during winter, when the soil lays naked and disturbed… the seeds germinate. And as soon as the temperature turns milder again, they bloom and set seed.
And be sure, at the moment in spring you kneel in your border to do a first weeding, lots of seeds are ripe already. In Dutch, we sometimes use the folkname ‘springzaad’, ‘jumping seed’ for this plant, and for a very good reason: it is nearly impossible to pick a plant without the ripe seeds jumping in every direction… and there they lie, waiting to germinate again in fall, at least when you take care to disturb the soil (weeding!) enough.

In the past years, ever less hairy bittercress appears in my garden, probably because I mulch as a means of ‘weed’ control in my borders. The bittercress-seeds are burried under a layer of compost, and don’t have the chance to germinate, to bloom, and to sow themselves freely.
Nevertheless, I do like this small weedy being… with it’s hot and peppery taste it is a spicy addition to a bowl of salad greens, and I also use it in what I like to call my ‘winterpesto’. (In my winterpesto, I use Wintercress, Barbarea vulgaris or Hairy bittercress instead of Basil.)
And the vitamin C it provides, is just an added benefit!

Plagen – Teasing

Galanthus elwesii | Groot sneeuwklokje - Giant snowdrop
Galanthus elwesii | Groot sneeuwklokje - Giant snowdrop

(to english text)

Mijn grootmoeder zegde altijd (en ik vrees dat ik dat elk jaar wel een keer herhaal):
“Al wintert het in februari nog zo fel, hij geeft ons zijn twee lentedagen wel!”

En gisteren was de eerste daar!
Toen ik op mijn werk vertrok, gooide ik voor het eerst sinds lang mijn jas over mijn arm, en liep zo naar de auto… Heerlijk!

Thuisgekomen was het nog licht, en kon ik nog een rondje door de tuin maken.

Lees verder “Plagen – Teasing”

Intussen op de Hazelaar – Meanwhile on the Hazel


Corylus avellana | Hazelaar, vrouwelijk bloempje - Hazel, female flower
Corylus avellana | Hazelaar, vrouwelijk bloempje - Hazel, female flower

(to english post)

Begin februari… tijd om eens te kijken of de hazelaar al lentekriebels heeft!
In Mol, ter hoogte van De Maat, hangen de katjes al vrolijk te wapperen, maar hier in de tuin zijn ze nog niet echt aan het bloeien. Maar hoewel ik gewoonlijk de vrouwelijke bloempjes pas opmerk, als de mannelijke katjes al bloeien, viel het me gisteren op, dat op heel veel hazelaars die piepkleine rode sterretjes al uit hun knoppen kropen!

En als je dan zo hazelaar naspeurt, op zoek naar vrouwelijke bloempjes, dan merk je misschien hier en daar knoppen op, die er vreemd rond uitzien.
Lees verder “Intussen op de Hazelaar – Meanwhile on the Hazel”

Klimop – Ivy

(to English text)

Hedera helix | Klimop  - English ivy
Hedera helix | Klimop (bessen) - English ivy (berries)

15 januari, HH Emebert, Maur en Paul*

De bessen van de klimop zijn nog lang niet rijp…
Eigenlijk is klimop een plant die in geen diervriendelijke tuin zou mogen ontbreken: Niet alleen biedt het dichte bladerdek een toevluchtsoord voor massa insecten en spinnen en nestelgelegenheid voor vogels, maar ook als voedselplant heeft de klimop wel wat te bieden.

Bijen, wespen en zweefvliegen vinden in de bloeiende klimop immers laat in het najaar nog nectar en stuifmeel, en ook sommige laatvliegende vlindersoorten zouden van de bloei profiteren.
Lees verder “Klimop – Ivy”