Appelvink

Een schoonheid kan je de appelvink niet echt noemen, met die zware snavel en die stierennek.  (Bovenstaande foto vind ik zelf behoorlijk flaterend…)

Appelvink - Coccothraustes coccothraustes ♀

Maar zie haar hier eens brutaal staan kijken, met ogen die wel lijken uit te puilen boven die krachtige (in vooraanzicht bijna papegaaiachtige) bek.  Nee, van mij zal ze niet snel voor de verkiezing van Miss Voederplank worden genomineerd.

Maar ik ben wel blij met haar dagelijkse bezoekjes. (Volgens mij gaat het inderdaad om een vrouwtje: een mannelijke appelvink heeft – als ik het goed heb – net wat helderder kleuren. Heel groot is het onderscheid tussen de sexen bij deze soort echter niet.)

De appelvink is niet echt een zeldzame soort (althans niet volgens waarnemingen.  Volgens Wikipedia is de vogel in Vlaanderen eerder zeldzaam, maar de observaties die worden gerapporteerd op de andere website lijken dat tegen te spreken.)
Maar de appelvink is wel erg schuw, en daarom ben ik zo blij dat ze zich aan ons wel laat zien!
Het is een soort die zich eerder in bossen ophoudt, en dan bij voorkeur hoog in boomkruinen.  Alleen in de winter zijn ze wel eens op de grond te zien waar ze pitten en zaden zoeken.  Maar ze blijven dan wel in de nabijheid van bomen…

Maar nu zit ze dus dagelijks rond negen uur op onze voederplank, op twee meter van het keukenraam, en helpt mee de voorraad zonnenbloempitten te doen slinken…

Appelvink - Coccothraustes coccothraustes ♀

Vaak lees je dat een appelvink een blauwzwarte snavel heeft.
En dat klopt… in de zomer.  In de winter verbleekt de snavel naar hoornkleurig.
Die snavel is zeker niet het ultieme schoonheidsattribuut van de appelvink, maar wel haar ultieme noten- en zadenkraker.
Als je door klikken op bovenstaande foto naar de grotere versie gaat, zie je al hoe ze zonder moeite een zonnenbloempit aan flarden gebeten heeft, en dat is niet verbazend, want met die snavel (en de krachtige spieren die hem bedienen) kraakt ze zelfs kersen- en pruimenpitten.  De snavel kan een druk meer dan 20 kg genereren!

Waar komt die naam vandaan?

De herkomst van de  wetenschappelijke naam is gemakkelijk te begrijpen als je het voorgaande las.
Coccothraustes betekent immers letterlijk pittenverbrijzelaar.
In het Duits houdt men het ook eenvoudig, en spreekt men van Kernbeisser, pittenbijter.

Maar met ‘Appelvink’ komen we op duisterder terrein.
Met gewone appels heeft het waarschijnlijk alvast weinig te maken.  De verklaring die ik het meest vond, was dat ‘appel’ hier verwijst naar meidoornbessen (De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis).  De meidoorn wordt immers ook wel haagdoorn genoemd, en de vruchten werden vroeger ook wel haagappels genoemd.  Maar meidoornbessen zijn zeker geen courant ingrediënt op het appelvinkmenu.
Het Engels ‘Hawfinch’ lijkt deze verklaring nochtans te bevestigen (hawthorn = meidoorn).

De streeknamen voor de appelvink verwijzen vaak naar de voorliefde voor kersenpitten (het vruchtvlees wordt gewoonlijk niet opgegeten!): keersvink, kersenkraker, kierseknieper…
Maar ook de grote bek vertaalt zich in een aantal volksnamen zoals dikbek en botbek.
In Vlaanderen zou ook gesproken worden van koningsvink en dubbele bloedvink, daarmee verwijzend naar het flinke formaat van de vogel.

En als altijd ben ik heel nieuwsgierig: Hoe noemt men deze vogel in jouw streek?

Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

11 thoughts on “Appelvink

  1. Deze prachtige vogel nog maar één maal in de tuin kunnen zien – tijdens een heel strenge winter.
    Ik ben niet helemaal zeker, maar het zou kunnen dat ze deze in mijn vaders geboortestreek (land van Aalst) een Botvink noemen.

    1. Zie mijn reactie op de commentaar van Luc Reyniers. In mijn geboortestreek kennen we de botvink/gewone vink ook.
      (Lommel, en dat is weliswaar Limburg maar wel met een Kempisch en dus Brabants dialect.)

    1. He… ik dacht je vanmorgen al geantwoord te hebben, maar die reactie lijkt in de krochten van het interwebse verdwenen…
      Bedankt voor je reactie! Toen ik die van de Biodiverse las, dacht ik meteen: ‘Hé, die naam heb ik mijn grootvader vaak horen noemen’, maar je hebt gelijk, het ging dan om de gewone vink.

      1. Intussen vond ik in het ‘Woordenboek van de Brabantse Dialecten‘ een mooi overzicht van streeknamen voor de appelvink, en daarin lijkt minstens te worden gesuggereerd dat in delen van de Antwerpse Kempen de naam ‘Botvink’ ook wel voor de appelvink wordt gebruikt.

        Andere namen:
        Kersenvink
        Doornvink, dorvink
        Botvink
        Botbek
        Dikbek
        Kersenkraker, kezzekraker
        Notenkraker
        Kraker
        Kernbijter
        Pennenschrijver.

        (En de Brabantse dialecten, dat zijn de dialecten van het oude hertogdom Brabant, dus Vlaams Brabant, Antwerpen, en Noord-Brabant. Mijn (Limburgse) geboortedorp heeft ook een Brabants, en geen Limburgs dialect omdat Lommel niet tot het Land van Loon/Prinsbisdom Luik, maar tot Noord-Brabant behoorde.)

  2. Het is een schitterend stoer vogeltje. Wij zeggen ook appelvink.
    We hebben hem jaren geleden één maal op de zaadcontainer gezien.
    Het is een hele eer om dit schuwe vogeltje regelmatig op bezoek te krijgen.
    Hartelijke groeten, Zem.

    1. Ik ben even naar jouw foto’s van dit beestje gaan kijken. Dat is me een klasse beter dan de mijne…
      Hier nemen de bezoekjes intussen toe: ’s morgens zien we ze op de voederplek in de voortuin, in de namiddag duikt ze op op de voederplek onder de beuken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.