In de winter merkten we al, dat de boomklevers zich bijzonder goed thuis leken te voelen in onze tuin. Vanaf de eerste dag dat de voederplank gevuld was, kwamen ze zich daar tegoed doen, soms zelfs met z’n tweeën tegelijk.
En een paar weken geleden had ik al de indruk dat ze een onderkomen hadden gevonden in de holle appelboom.
Gisteren kon ik ze betrappen terwijl ze – opnieuw twee stuks – het holletje in en uit vlogen. (Al bleef dit exemplaar heel lang aarzelen of hij (zij?) nu wel of niet naar binnen zou kruipen – mijn aanwezigheid was er allicht teveel aan…) Ik heb dus snel wat plaatjes geknipt, en heb me dan maar weer uit de voeten gemaakt. Kwestie van het jonge paar niet al te zeer af te schrikken…
Boomklevers zijn vrij algemene vogels in onze streken, maar het zijn geen typische tuinvogels. Je vindt ze vooral in loofbossen, maar ook wel in tuinen met grote bomen, liefst beuken en eiken. En laat dat nu de grote bomen in onze tuin zijn…
Net als spechten en boomkruipers ‘lopen’ ze heel behendig tegen boomstammen op, maar ze lopen als enige vogel net zo vlot over die stammen naar beneden. Hun lange tenen, en vooral de erg lange klauwen aan hun achtertenen (klik op een van de kleine foto’s om die te vergroten en het beter te zien!) komen daarbij goed van pas.
Het zijn ook vogeltjes die voedselvoorraden aanleggen: elk afzonderlijk stukje verstoppen ze in een kier of barst, en onderzoek heeft aangetoond dat ze minstens een maand lang onthouden waar ze nog voorraad hebben zitten. Het is hier al gebeurd dat we in een zetel bij het tuinraam zaten, en plots op twee meter van onze neus een boomklever zagen die zonnebloempitten van de voederplank in de spleten van de balken waarop het afdakje van het terras rust kwam verstoppen.
Eerlijk gezegd heb ik er geen idee van, wat deze boomklever in zijn snavel heeft.
Volgens mij is ze nog aan het nest aan het bouwen (en dan is het zeker een zij). Boomklevers zoeken pas in de loop van maart een nest, en tien dagen geleden zag ik er voor het eerst één met twijgjes in de snavel in dit gat verdwijnen. Het is dus zeker geen rupsje om jongen mee te voeren.
Ik heb me echter laten vertellen, dat het nestgat vaak met modder gedeeltelijk wordt dichtgemetseld, zodat grotere vogels niet bij het broedsel kunnen komen. Ik ontdek op één van mijn foto’s (sterk uitvergroot) wat mos in die gekke vuilgroene pluk, de rest is wellicht toch iets modderachtig (al weet ik niet goed waar er momenteel waar momenteel nog veel modder te vinden is…)
Had ik al verteld dat Boomklevers echte schreeuwlelijken zijn? Je kan je niet voorstellen dat zoveel geluid uit zo’n klein vogeltje komt!