Bostulpjes

Bostulpjes

Wat voorafging:

Jaren geleden verkondigde ik het al: ‘Ik hou niet van tulpen‘.
En voegde er aan toe dat ik voor bostulpen toch een uitzondering wilde maken.
Intussen zijn we 11 jaar verder, en is het tijd om eens op dat berichtje terug te kijken!

Het verdict:

Intussen moet ik inderdaad toegeven, dat mijn liefde voor de bostulp enigszins bekoeld is.

Niet helemaal hoor…
Als ze staan te bloeien (met de nadruk op ‘als’) word ik nog steeds bekoord door het bevallige knikken van die bloemknoppen.  

Maar dan moeten ze dus wel bloeien, en daar zit hem het hele eieren eten…
In dat zelfde berichtje van 11 jaar geleden schreef ik ook:

 

Het schijnt een bolgewasje te zijn, dat zich in optimale omstandigheden flink kan vermenigvuldigen (via klistertjes, dus ‘bij’-bolletjes aan de moederbol), en dan zelfs ‘lastig uit te roeien’ wordt genoemd.

En inderdaad…
Na een aantal jaren heeft het bostulpje zich langzaam maar zeker uitgebreid.  Het neemt in de boomgaard (aanplant in najaar 2010) intussen de hele oppervlakte op de onderstaande foto in, en heeft daar 3 (drie) bloemknoppen.

In de bollenweide in de voortuin is het grondgebied van de bostulp zelfs nog iets groter, en daar is dit jaar geen enkele bloem (en de voorgaande jaren meestal niet meer dan één of twee).

Of ik dit woekeren kan noemen, dat durf ik niet zeggen… Maar er blij mee zijn… dat nu ook weer niet!
In het eerste jaar na de aanplant (het voorjaar van mijn vorige blogbericht in 2011) had ik vrij veel bloemen.  Sindsdien neemt het loof gestaag toe, en het aantal bloemen steeds verder af…  
In de bollenweide merk ik, dat er zich geen andere bollen tussen de tulpen verspreiden (terwijl de krokussen daar verwilderen dat het een lieve lust is), en die paar vierkante meter saai bleek blauwgroen blad is niet meteen een sieraad.

Nee, dan de druifhyacint…

Een aantal jaren geleden plantten we wat van familie gekregen bolletjes van de Langbladige druifhyacint aan de oostkant van het pad langs de boomgaard, en die hebben zich intussen verspreid dat het een lieve lust is…

Oh ja, dit zijn geen ‘Blauwe druifjes’.  Het echt ‘Blauwe druifje’ is de inheemse Muscari botryoides (inheems in Wallonië, ingeburgerd in Vlaanderen en Nederland (stinzenflora)), en de bolletjes van de oorspronkelijke blauwe vorm zijn nauwelijks in de handel verkrijgbaar.  De meeste witte ‘Blauwe druifjes’ daarentegen, zijn wèl Muscari botryoides,  de cultivar ‘Alba’.
De Druifjes die je meestal in de handel vindt zijn (cultivars van) de Muscari armeniacum of Langbladige druifhyacint, die uit Klein-Azië afkomstig is.  
In mijn tuin zie ik er behoorlijk veel wilde bijen op… maar dit is stof voor misschien een ander verhaal.

Langbladige druifhyacint - Muscari armeniacum
Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

6 thoughts on “Bostulpjes

  1. Ik hou ook niet van tulpen. Maar heb toch ook enkele mooie botanische soorten in mijn tuin staan. Die Hollandse ondingen moet ik ook niet.
    Blauwe druifjes heb ik ook niet, zeggen me ook niet zoveel eigenlijk.

  2. We spijtig van die bostulpjes want ik vind ze wel mooi. Een ander mooi tulpje dat ik ontdekt heb, is ‘Lilac Wonder’. Binnenkort bio te verkrijgen via Velt.
    Van die grote schijnbaar plastieken tulpdingen, gruwel ik ook.

    1. Ik blijf die bostulpjes ook heel mooi vinden, maar zo jammer dat ze nauwelijks bloeien…
      Heb jij die Lilac Wonder in je tuin? En verwilderen die zo’n beetje?

  3. Ook bij mij zijn de bostulpjes in de loop der jaren volledig verdwenen.
    Maar je informatie over de twee druifjessoorten vond ik heel leerzaam. De Muscari armeniacum komt op mijn wensenlijstje.
    Je kunt niet genoeg wilde bijtjes aanlokken in de tuin!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.