Misschien herinneren jullie je nog mijn berichtje over die ene appelboom waarvan de vruchten door al maandenlang door mens en dier versmaad werden?
De voorbije jaren hebben de appelen eigenlijk het grootste deel van de winter aan de boom gehangen, en toen ze tenslotte toch vielen, zijn ze onaangeroerd naar de composthoop verhuisd.
Ik besloot vorige maand mijn verhaal met
Misschien moet het gewoon zo zijn… zes bomen met snoepjes voor mens en dier vanaf de vroege herfst, en één boom met ‘appeltjes voor de honger’, voor als de winter op z’n strengst is.
Het was alsof ik voorzag wat komen ging: Na een week van sneeuw en twee weken vorst, is de boom helemaal kaal, en op de foto zie je het enige restant van de tientallen appelen die een maand geleden nog aan de takken hingen… Dagenlang hebben er voortdurend merels aan een uitgebreide dis van (bevroren) appelmoes gezeten…