Tag: epilobium angustifolium

Wilgenroosje

WilgenroosjeHet wilgenroosje is een plant die ik eigenlijk al mijn hele leven ken. Als kind vond ik het een erg mooie bloem: zo groot, zo roze… maar in de loop van de jaren ging het steeds meer een doodgewone plant worden… opslag op braakliggende velden, na brand of na het kappen van bos. Niks bijzonders, en dus de moeite van het bekijken nauwelijks waard.
Tot ik de plant een paar jaar geleden herontdekte, en de schoonheid van de bloemen zag… Ja, als je die plant nog eens van uit de verte ziet, ga er dan eens wat dichter bij, ga door je knieën (hoewel… soms groeit de plant tot manshoog), en bekijk de afzonderlijke bloemen eens…

Ik hoorde overigens ooit een mooi verhaal over het wilgenroosje, een verhaal om aan kinderen te vertellen als je op een wandeling langs een open plek in het bos plots een groep wilgenroosjes ontwaart, het verhaal over hoe het wilgenroosje ontstaan is:

Er leefde eens een groep elfen onder een struik met roze rozen. Niet ver daarvandaan, in de holle stam van een oude knotwilg, woonde een kabouterfamilie. Erg veel gingen die wezens niet met elkaar om, maar toch gebeurde op een keer het onvermijdelijke: een elfenjongen en een kaboutermeisje werden hartstochtelijk verliefd op elkaar. Ze wilden niets liever dan met elkaar trouwen, maar ondanks ruzies, ondanks smeken, ondanks vleierijen, bleven beide families aanvankelijk onverbiddelijk: elfen en kabouters trouwen niet met elkaar, punt uit.Chamerion angustifolium - Wilgenroosje Kaboutermeisje en elfenjongen bleven mekaar stiekem ontmoeten, tot op een bepaald ogenblik de stamoudsten van beider families met elkaar in conclaaf gingen… Besloten werd dat als de twee geliefden er echt voor wilden kiezen om met elkaar verder te gaan, dat dit zou worden toegestaan, maar dat die keuze zou inhouden dat ze voorgoed hun elfen- en kaboutergedaante zouden verliezen. En zo kwam het, dat uit de liefde van het kaboutermeisje en de elfenjongen een nieuwe plant ontstond, die bloemen droeg in de kleur van de rozen op de rozenstruik van de elfenfamilie, en de smalle blaadjes en het zaadpluis als de wilg waar de kabouters hun stamhuis hadden…

Op medicinaal vlak is het wilgenroosje een plant die weinig bekendheid geniet. In ‘King’s American Dispensatory‘, een boek uit 1898, wordt in dit verband al gezegd:

“Wilgenroosje heeft als medicinale plant nooit een hoge status bereikt, zoals wel vaker het geval is met medicijnen die niet giftig zijn, of waaruit scheikundigen de actieve stof nog niet hebben kunnen isoleren. Maar dat de plant op medicinaal vlak weinig aanzien geniet, is niet haar fout, want voor zomerse buikgriepjes is het vaak een remedie die haar gelijke niet kent.”

Ook Henriette Kress noemt in haar blog met name darmproblemen (o.a. tgv Candida) als een belangrijke indicatie voor wilgenroosje.
Bij Geert Verhelst daarentegen komt het gebruik bij diarree en andere darmklachten pas op de laatste plaats. Voor hem is wilgenroosje vooral een ontstekingswerend kruid met een ontzwellend effect op de prostaat, en komt benigne prostaathypertrofie en de ermee gepaard gaande plasproblemen daarom als indicatie op de eerste plaats. Dit gebruik van wilgenroosje is nog niet zo heel oud. Ik meen te weten dat in de literatuur Maria Treben de eerste geweest is die het kruid om die reden heeft aanbevolen, al geeft zij de voorkeur aan de verwante soort Epilobium parviflorum (viltige basterdwederik).
Ook Bruno Vonarburg geeft dezelfde indicatie, en ook volgens hem zou de viltige basterdwederik toch de meest werkzame soort zijn. Het is trouwens niet zo gek dat deze auteur beide planten in één adem vermeldt: Viltige basterdwederik (Kleinblütiges Weidenröschen) en het Wilgenroosje (Schmalblättriges Weidenröschen) werden botanisch tot enkele jaren geleden allebei tot het geslacht Epilobium (Basterdwederik) gerekend. Pas vrij recent werd het wilgenroosje in het geslacht Chamerion ondergebracht. De geslachten Epilobium en Chamerion zijn op medicinaal gebied echter heel vergelijkbaar, en Henriette Kress raadt aan de soort te gebruiken die in jouw buurt het meest voorkomt.

Zoals uit het citaat uit King’s American Dispensatory al kan blijken, is wilgenroosje een erg veilig kruid. Zelfs Geert Verhelst noemt geen enkele nevenwerking of contra-indicatie. Wel vermeldt hij een mogelijk interactie met medicijnen tegen BPH (goedaardige prostaathypertrofie), en is dus in die gevallen controle van een arts zinnig.