Honing in de herfst

Bloeiende klimop - Hedera helixAl willen we nog heel graag van ‘nazomer’ spreken, zo stilaan moet wel duidelijk zijn dat de herfst toch zijn intrede heeft gedaan.
En pas dan, als de zomer definitief voorbij is, komt de klimop in bloei.

Klimop bloeit pas in een volwassen stadium, en enkel aan zijn bovenste, niet meer hechtende twijgen met bladeren die niet meer de typische gelobde ‘klimopvorm’ hebben, maar ruit- tot vliegervormig zijn. (Deze twijgen kan je eventueel stekken, en dan krijg je een niet klimmende klimop-struik – die nauwelijks op ‘klim-klimop’ lijkt -, de Hedera helix ‘arborescens’.)

Dat bloeitijdstip in de herfst, en het feit dat de bessen pas rijp zijn in het voorjaar, maakt dat er allerhande verhalen de ronde doen over de oorspronkelijke groeiplaats van die plant.
In de lessen Kruidenleer van de opleiding herborist van de Europese Academie, werd bijvoorbeeld verkondigd dat de klimop oorspronkelijk afkomstig is uit Australië, en dat hij daarom bloeit in de herfst (in plaats van de lente) en bessen heeft na de winter (in plaats van aan het eind van de zomer). Maar neen, de klimop wordt in Australië niet als een inheemse soort beschouwd.
Op de website van VELT – Hamme lees ik dan weer de klimop oorspronkelijk een klimplant zou zijn uit het tropisch regenwoud.
Wees gerust, klimop is absoluut een inheemse Europese plant, al melden sommige bronnen ook westelijk Azië en Noord-Afrika. (Wikipedia meent weliswaar dat de plant ook inheems is in delen van Zuid-Amerika, Nieuw-Zeeland en Australië, maar de meeste andere bronnen zeggen dat ze in die streken ingevoerd en vervolgens ingeburgerd is.)

Door zijn late bloei is de klimop een uiterst waardevolle plant voor het insectenleven in je tuin. Op een tijdstip dat de tafel die de hele zomer lang overvloedig gedekt was met nectar- en stuifmeelleverende planten, komt – net als het lijkt er op gaat lijken dat armoe voortaan keukenmeester is, plots toch nog een sobere maaltijd te voorschijn. De insecten die hun winterkwartieren nog niet hebben opgezocht, hoeven dus nog niet te verhongeren.
Als je op een zonnige najaarsdag langs een met klimop begroeide muur loopt, hoor je wellicht de gonzende eters boven je hoofd zoemen!

Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

4 thoughts on “Honing in de herfst

  1. Over een van de oude namen voor klimop, Cissos, de volgende informatie, die ikzelf wel leuk vind.

    In het Cruijdeboeck uit 1554 van Rembert Dodoens is het volgende te vinden over de naamgeving.

    Veyl [de oude Vlaamse naam voor klimop] wordt gheheeten in Griecx Cissos/ en van sommighen Cissaros. In Latijn Hedera/ In Hoochduytsch Epheuw oder Eppich. In Franchois Lyarre.
    1 Dierste gheslacht dat onbekent es wordt gheheeten Hedera alba/ ende van Plinio Hedera foemina.
    2 Tweede gheslacht heet Hedera nigra en Dionysia/ van Plinio Hedera mas/ nu ter tijt die aen die boomen wast Hedera arborea/ ende die aen die mueren ende wanden wast Hedera muralis. In Hoochduytsch Schwartzer eppich/ und Maur ephew/ oder Baum ephew/ Hier te lande Veyl/ ende Boomveyl oft Muerveyl. In Franchois Lyarre noire.
    3 Tderde gheslacht wordt ghenaemt in Griecx Helix/ In Latijn Clavicula ende Hederula. In Hoochduytsch Kleyn ephew. In Neerduytsch Cleyne veyl/ In Franchois Lyarre petite.

    Oirsake sijns naems
    Veyl wordt gheheeten in Griecx Cissos naer eenen ionghelinck Cissus ghenaemt/ die in die maeltijden daer die Goden vergaert waren/ voor Bacchum danste ende hem dicwils custe ende omhelsde. Die welcke op een tijt doen hy was dansende/ ter aerden neerghevallen es ende ghestorven. Dwelcke die aerde merckende heeft terstont voort ghebrocht ende doen groeyen den Veyl den naem hebbede van den ionghelinck Cissus/ die welcke op wassende heeft hem selven om den Wijngaert ghewonnen ter ghedenckenisse dat die ionghelinck Cissus/ Bacchum/ dat es den God van den wijne/ plach aen den hals te hanghende.

    Ter completering de bron waaruit Dodoens hoogstwaarschijnlijk heeft geput, namelijk Dioscorides (in de Duitse vertaling):

    Cap. 220. Peri Kissou [over Kissos]. Epheu. Der Epheu (einige nennen ihn Kitharos, andere Kissaros, Chrysokarpos [goudgele vrucht], Poietika [de poëtische], Korymbethra [van Korymbos, de schermachtige groeiwijze van de vruchtjes], der gemeine Mann Nysios [van Nysia, een stad aan de Indus, waar Dionysos of Bacchus, aan wie de klimop gewijd was, een berg met winnstok of klimop beplant zou hebben], auch Dionysios, noch andere Ithytherion [in het wild rechtopstaand], Persis, Kemos [bergwoud], Asplenos [verzachtend voor de milt], die Römer Silva mater [moeder van het woud], Hedera, die Gallier Subites) hat nach der Gestalt viele Varietäten, überhaupt aber drei Arten, nämlich die weisse, die schwarze und die gewundene [helix]. … [dit staat vrijwel letterlijk ook bij Dodoens: Veyl es dryerhande van gheslachte als Dioscorides scrijft. Die ierste heeft witte vruchten/ ende die es ons hier te lande onbekent. Die tweede heeft swerte vruchten/ ende dese wast hier te lande al om seer overvloedich. Die derde Veyl es cleyn ende cruypt lancx der aerden ende es onvruchtbaer.]

    De vertaler (prof. dr. J. Berendes) merkt in een noot op: Hedera helix L., Hedera poëtarum Bertel., der erste mit schwarzen, der andere mit rothe Beeren. D[ioscorides] nennt drei Arten, die aber mit Spielarten einer und derselben Art sind durch Verschiedenheit des Standortes, des Alters u.s.w. bedingt werden.

  2. De bloemetjes zijn inderdaad veel minder opvallend dan de meeste bloemen maar niet minder mooi. Ze doen me altijd denken aan molecuul modellen zoals die in het onderwijs gebruikt worden met stokjes tussen de bolletjes. Maar ik heb ook nog 2 vragen:

    1.) Het is me al vaak opgevallen dat in de late winter/ het vroege voorjaar vogels ook dol zijn op de besjes, vooral spreeuwen komen er met zwermen tegelijk op af en dan is het een gekwetter van jewelste. Toch staat me ook bij dat de besjes voor mensen niet eetbaar zijn maar eerder giftig of een tikkeltje giftig (vandaaf ook Poison Ivy ?).

    2.) Bepaalde takken schijn je dermate te kunnen stekken dat ze niet meer klimmen maar een boompje gaan vormen. Zoeen staat er bij mij in de straat, zie http://wildetuinen.blogspot.com/2007/10/klimop-boompje-ik-heb-me-altijd-al.html
    Toen ik er laast de bewoner van het huis op aansprak (vroeg of ie em op de omschreven manier gestekt had) zei hij dat hij er niks bijzonders voor had gedaan. Toch heeft dat exemplaar geen hechtworteltjes aan de muur.
    edit: Mijn vraag 2 verschijnsel had je het al over zie ik nu, alleen iets anders geformuleerd, je schreef zelfs dat dat de ‘arborescens’ is. 1000 x excuses dat ik er overheen gelezen had !

    Gaat dat nu ook door voor een cultivar ? Kan je vanuit zo’n exemplaar weer doorkweken tot een struik of boompje of moet je dat toch steeds weer doen als bij de eerste keer ?

    Zijn dat nu allebei (giftigheid & er bewust een boompje van kunnen kweken) “broodjes aap” (urban legends) ?

  3. @Rob: wat een heerlijke aanvulling weer… ‘veil’ ken ik met name uit (paarbladig en verspreidbladig) ‘goudveil’, en dat veil verwijst allicht weer naar het kruipende aspect dat de plant met klimop gemeen kan hebben.

    @ Anton: Ivy (Klimop) en poison ivy (gifsumak) zijn totaal niet aan elkaar verwant. De gifsumak is Rhus radicans.
    Maar de Hedera helix is voor de mens en voor zoogdieren ook giftig, en met name de bessen zouden erg giftig zijn. Vogels zouden er echter niet erg veel nadelige gevolgen van ondervinden. Ik vond wel ergens vermeld, dat de saponines in de bessen bij vogels diarree uitlokken, en dat dit bijdraagt aan de verspreiding van de zaden, omdat de zaden daardoor uitgepoept worden terwijl ze nog levensvatbaar zijn.

    Net zoals de krulhazelaar (Corylus avellana ‘contortus’) is de struikklimop ook een soort cultivar. De struikklimop is zonder de hulp van de mens niet in staat zich (in die vorm) voort te planten. Een zaad ervan groeit immers weer uit tot een gewone klimmende klim.

    Ik vermoed dat je buurman indertijd zonder er zich bewust van te zijn een volwassen twijgje van een klimop gestekt heeft, en dat het daarom nooit hechtwortels heeft gevormd. Veel mensen zijn er zich niet van bewust dat de bovenste twijgjes van een volwassen klimop nooit zullen hechten.

  4. Die gonzende eters zijn hier ook wel degelijk van de partij op mijn Hedera helix ‘arborescens’. Daarnaast staat de viburnum tinus, die ook heel veel bijval kent. Zonder het vooraf te weten, heb ik die twee ‘bijvriendelijken’ naast elkaar gezet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.