Blarenlied

Wij, dorre en dode blaren,
Wij komen stil gevloôn
En vlechten door uw haren
Een goud- en bronzen kroon.

Daar, waar wij ritselend vielen,
En strooiden herfst-gewaad,
Daar sterft iets in uw zielen…
Gij, die er over gaat.

Wij leggen in uw ogen
Traan van weemoedigheid;
“De Zomer was een logen”;
Zo zucht ge, wijl ge schreit.

Neen, stervling, in uw klagen
Treurt ge om ons dor geblaart;
Ge denkt aan zonnedagen,
Die gij vergeten waart.

Gij weent omdat wij zingen
Op droeve mijmertoon,
Van half-vergane dingen,
Te vroeg gestorven schoon.

Wij suizen ’t in de hagen,
Wij fluistren ’t vóór uw voet.
Wij komen ritselend klagen,
Dat àlles sterven moet.

Alice Nahon, Nagelaten gedichten

Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

2 thoughts on “Blarenlied

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.