Tag: Ian van Meerbeeck

Byvoet, Artemisia Mater herbarum

Artemisia vulgaris in zaad. Foto: Sten Porse, GNU free documentation licenseDen Byvoetis seer goet voor alle Vrouwe-qualen,
(En die dat niet gelooft comt grootelijckx te faelen)
Het Moederlyck gebreck dat doet dit Cruyt vergaen,
’t Sy in den Vrouwen-dranck of Maeghden-croes gedaen.
Die geene stonden heeft, oft heeft beslote winden
En die niet baeren can sal hier in hulpe vinden.
De opstyginghe oock en den geswollen buyck
En de opdraghtigheyt vergaet met dit ghebruyck,
Het crimpen van den buyck, de pyne in de leden,
De moeder in de keel en ’t sincken naer beneden
Door couw of hitte groot comt sy haer te misgaen
Hier door soo sal een vrouw geen leet meer onderstaen
Is sy melanckolick of sieck door haer gebreken
Of light sy op de aerd’ door haer gewelt besweken,
Is voor de quaede const een wonder medicyn
En voor die door het gaen of anders moede syn.

Ian van Meerbeeck, “Den Nederlantschen Cruydthof (een’ Herbarius op rym.)” Antw. 1716

De foto bij deze rijmen is van Sten Porse, en valt onder een GNU free documentation license.

Guychelheyl, Anagalis

Guichelheil, Anagalis (Scarlet Pimpernel). Foto: Freebird4, Creative Commons LicenseHet heelt de wonden toe, treckt spinters uyt de wonden
In tantsweer wort dit Cruyt seer deughdelyck bevonden,
Wanneer het langsch den neus wort by den tant gedaen,
Het suyvert oock het Hooft die dat soo nemen aen.
Dat sy maer hunne keel daer mede voeghtigh maecken
Sy sullen tot hun but op corten tydt geraecken,
Die het met honingh neemt doet d’oogen worden claer
Dat-men door de practyck sal worden eens gewaer,
Dit Cruyt met wyn genut, gedaen oock by de bieren
Doet aen de lever deught, geleyck als aen de nieren
Door sweeten doet dit Cruyt de Peste oock vergaen
Dit Cruyt can het vergif besonder wederstaen,
Wanneer het quaet gediert gebeten heeft de honden
Als dan wort de quetsuer met guychelheyl bewonden,
Den uytvallende Aers die wort gedreven uyt
Met roode, maer de blauw maeckt een geslote bruyt.

Ian van Meerbeeck, “Den Nederlantschen Cruydthof (een’ Herbarius op rym.)” Antw. 1716

De foto bij van het Guichelheil (Anagallis arvensis subsp. arvensis) is van Freebird4 en valt onder een Creative Commons Licentie.
In het eerste vers heb ik ‘spinters’ letterlijk overgenomen van mijn bron (“De Nederlandse poëzie van de 17de en 18de eeuw in 1000 en enige gedichten”, samengesteld door Gerrit Komrij). Ik vraag mij echter af, of het daar wellicht om een drukfout gaat.