Limbourg, zwerven door het Luikse Hagenland
Afstand: 16 km
Wegen: Grotendeels onverhard. Brede en smalle bospaden, soms steile stenige hellingen, ‘hagenpaden’ – smalle paden met beiderzijds meidoornhagen, weiden die van échalier tot échalier doorkruist worden.
Een deel van de route volgt inderdaad de Chemin des échaliers waarvan we in 2019 al een meer westelijk stukje stapten.
Moeilijkheidsgraad: gemiddeld. Levert een geoefende wandelaar geen problemen op, maar er zitten een paar pittige hellingen in die vooral bij het afdalen wat tredzekerheid vragen.
Park&Hike: doe dit bij voorkeur langs de noordelijke toegangsweg (Thier de Limbourg) tot het stadje, waar beperkt maar gratis parkeergelegenheid is.
Ook aan ‘Hors les Portes’, de zuidelijke toegangsweg is gratis parkeergelegenheid, maar de noordelijke parking is een logischer vertrekpunt, omdat je dan het piepkleine plaatsje doorkruist voor je aan de wandeling begint.
Openbaar Vervoer: Er is geen openbaar vervoer naar Limbourg. Je kan bus 725 nemen tot Dolhain, maar dan moet je nog een stukje klimmen tot je in Limbourg aan de wandeling kan vertrekken.
Een betere optie is om diezelfde bus te nemen naar de halte Preventorium Dolhain, waar het traject van de wandeling voorbijkomt, en daar de wandeling starten. Je komt dan in het laatste deel van de wandeling in Limbourg, en kan daar een welverdiende pauze nemen.
Horeca: Brasserie Saint-Georges op de Place Saint-Georges in Limbourg. Terras op het plein en ook een terras achteraan. Wellicht is er ook in Goé nog gelegenheid om iets te drinken, maar daar gingen we niet naar op zoek.
Cultuur: Limbourg is de voormalige hoofdstad van het rond het jaar 1000 gestichtte hertogdom Limburg, dat slechts voor een heel klein stukje met de huidige Limburgen overlapt. De rest van wat nu Limburg heet – aan beide kanten van de grens – vielen immers grotendeelsonder het graafschap Loon (met als vermeldenswaardige uitzondering mijn geboorteplaats Lommel, die tot het hertogdom Brabant behoorde).
In 1834 werden tijdens een brand een groot aantal gebouwen in het stadje vernield, maar sindsdien is het straatbeeld heel weinig veranderd. Het plaatsje is door het Waals gewest erkend als ‘Patrimoine majeure’, uitzonderlijk cultureel erfgoed.
Net als Olne, Clermont-sur-Berwinne en Soiron, waar we in 2019 gingen wandelen, is ook Limbourg één van de ‘Plus beaux Villages de la Wallonie’. En wat ons betreft gaat het van die vier beslist met de hoofdprijs lopen.
Routebeschrijving
Vanaf de Thiers de Limbourg loop je naar de ingangspoort van het stadje, waarbij je niet mag vergeten om een blik te werken op het kerkhof vlak buiten de stadsmuren, en waarachter je de imposante kerk ziet, waarvan het schip tot aan de rand van de rots reikt.
Vlak voorbij de toegangspoort ga je al snel linksaf en met de eeuwenoude linde aan je linkerhand bereik je meteen het centrale plein van het stadje, de Place St-Georges, die op het ogenblik dat wij de wandeling maakten net gerenoveerd werd. Ik hoop dat ze hiermee niet al te drastisch te werk gaan, maar gezien de status van het stadje als ‘Patrimoine majeure’ verwacht ik dat men dit met voldoende respect voor geschiedenis zal doen.
We doorkruisen het kleine stadje en verlaten het via de andere stadspoort en komen (op) ‘Hors les portes’ terecht. (Kijk nog even achterom in de richting van het stadje… de kerktoren zal je vandaag nog regelmatig vanuit de verte zien).
We volgen de verkeersweg tot voorbij de kleine vijver, en gaan dan rechtsaf een straatje in dat al snel een pad wordt.
Er zijn een paar splitsingen, dus hou de gps-track bij de hand!
Wanneer je aan de eerste échalier komt (een wit poortje dat de toegang tot een pad door de weide markeert) kan je rechtdoor gaan door de weide tot aan de volgende échalier. Wij namen het pad naar rechts om een grote bocht langs de rand van de weide en om de boerderij beneden heen te maken. Ook dit pad komt aan de tweede échalier op een verharde weg die gedurende ongeveer een halve kilometer tussen prachtig begroeide bermen heen de spoordijk volgt.
We draaien met de weg mee onder de spoorlijn door, en zien al snel rechts de overblijfselen van het Preventorium van Dolhain opdoemen.
We maken een ommetje rond de desolate gebouwen, die uitnodigen om wat foto’s te maken om later heftig te bewerken.
En toch heeft de plek ook iets van schoonheid, als je aan de zuidkant de goed beheerde graslanden vol bloemen ziet, waar vroeger allicht de gazons van het instituut lagen.
We verlaten het terrein van het preventorium en steken een eerste keer de Vesder over. De waterranonkel stond er volop in bloei. Meteen komen we aan een wat drukkere verkeersweg. Wie koos voor het openbaar vervoer kan hier de wandeling starten, aan een bushalte die dateert uit dezelfde periode als het preventorium.
We steken de weg over en gaan het bos in, om al snel uit te komen op een mooie bloemenweide die we schuin omhoog oversteken.
Aan de noordoostelijke hoek van de weide duiken we weer het bos in, om al snel in noordelijke richting door het bos naar de velden bovenop het plateau te klimmen.
Algauw naderen we het gehucht Bilstain, maar vlak voorbij het huis dat op een bocht naar rechts staat, wringen we ons door de opening van een poort naar een weide (GR-markering) en gaan in een bocht om het huis heen, om vervolgens het (vaak amper zichtbare) pad in westelijke richting door de weilanden te volgen tot we opnieuw aan het bos uitkomen. Hou hier opnieuw de gps-track in de gaten, omdat de doorgangen tussen opeenvolgende weides hier niet met witte poortjes gemarkeerd zijn.
Ook in het bos zijn er enkele splitsingen waar je de route met behulp van de kaart goed moet volgen. Zorg dat je, wanneer het pad parallel gaat lopen met het beekje La Pancherelle, je een tiental meter verderop het brugje niet mist. Het pad is vervolgens over een korte afstand behoorlijk geaccidenteerd.
Al snel wordt het echter weer beter begaanbaar, en voor je het weet loop je alweer over het asfalt aan de buitenrand van het dorpje Franchimont. We volgen de Chemin du Vieux Moulin naar rechts, tot die op de Chemin de la Neuville uitkomt. Daar gaan we met een scherpe bocht linksaf, en het asfalt gaat al snel weer over in een half verharde landbouwweg. Waar die splitst gaan we rechtsaf (na eerst even halt te hebben gehouden voor ‘a lunch with a view’), om vlak voor dit weggetje dood gaat lopen een smal pad naar beneden te nemen, dat aan een paar hoeves op de Chemin de Naspré (die we eerder aan de splitsing links lieten liggen) uitkomt.
We dalen verder af tot we in het ingeslapen gehuchtje Surdents uitkomen (waar de honden wel zeer wakker bleken). We steken de Vesder opnieuw over, meteen het laagste punt van deze wandeling, en volgen de hoofdweg tot aan de rotonde. Daar nemen we het weggetje Bellevaux (linksom de tweede, rechtsom de derde afslag van de rotonde) en beginnen nu aan de klim naar het hoogste punt van de wandeling. Aanvankelijk blijven we de weg volgen, om na ongeveer 300 meter rechtsaf te gaan. Gestaag klimmend, nu eens door bos, dan weer over hagenpaden langs weiden, en met af en toe een blik op de kerk van Limbourg, komen we tenslotte aan in Halloux waar we de Chapelle Sainte Anne passeren.
(Als je een foto wil maken van het kapelletje, let dan goed op dat je niet overhoop wordt gereden door de passerende wielertoeristen en motards…)
En laat je ook niet van de weg afleiden door die bereden hordes: die doorkruisen het gehuchtje vooral via de noord-zuid as, maar wij gaan gewoon rechtdoor in oostelijke richting, tot we, vlak voor de (erg mooie) laatste boerderij van het dorp rechtsaf gaan. Het pad gaat hier naar beneden, en is in het begin hier en daar steil genoeg om het in mijn overjaarse knieën te voelen… Maar al snel wordt het terrein vlakker.
We gaan nu in de richting van Hèvremont. Let opnieuw even op, want als je de bebouwing nadert gaat er een smal pad naar rechts, dat doorheen een weide naar de hoofdstraat door het dorpje voert. Daar steken we over, om aan de overkant bij een trapje met opnieuw een GR-markering een pad in te gaan dat al snel via een aantal échaliers door de weides omhoog voert.
Waar we op een weg uitkomen gaan we linksaf, en blijven de weg ruim een halve kilometer volgen, tot we even voor we bij een boerderij (foto hierna) komen opnieuw rechts de weiden ingaan. (Het paadje door de ruigte naar het poortje was toen wij hier waren even wat moeilijker te zien.) Hou de échaliers in de gaten om je weg te bepalen.
Waar we de weiden verlaten en in een naamloos gehuchtje arriveren, nemen we meteen links een pad die ons naar een wat grotere weg brengt die recht naar het centrum van Goè gaat.
We hielden hier even halt op het mooie groene dorpsplein, om vervolgens het dorpje te doorkruisen, waarbij we de kerk met z’n vreemde kromme spits passeren.
Volg opnieuw even op de kaart om je route het dorp uit te bepalen…
In het bos kan je op een bepaald ogenblik – vlakbij het kasteelachtige ‘internat’ – een laatste keer via een échalier een weide doorkruisen. Aan de andere kant van de weide loop je nog een kort stukje langs de grens van het landgoed, om een paar honderd meter verder de omwalling van Limbourg weer te bereiken.