Jodoigne: Glooiingen en kerktorens van La Vallée Blanche

Jodoigne: Glooiingen en Kerktorens in la Vallée Blanche

Afstand: 18,8 km
Hoogtemeters te overbruggen: 117 m stijgen en dalen
Ondergrond: Over het algemeen goed begaanbaar.  Je loopt door holle wegen, over karresporen (die soms diep zijn ingesleten), over een paar kasseiweggetjes en zeer verkeersluwe dorpswegen.  
De diepe karresporen maken de route ongeschikt voor zelfs een stevige hiking-buggy.
Duur: 4 u 45 min
Moeilijkheidsgraad: technisch niet moeilijk, te doen voor iedereen met een goede conditie.
GPX: downloadlinks onder het kaartje.
Park&Hike: Ik startte de wandeling aan het voormalige stationnetje van Zétrud-Lumay (Zittert-Lummen), een deelgemeente van Jodoigne die op een boogscheut van Hoegaarden ligt.  Er is op die plaats parkeermogelijkheid voor enkele auto’s.
Je kan de wandeling ook starten op het gemeenteplein in Hoegaarden (parking ), of aan de Kerk van Saint-Rémy-Geest (parkeergelegenheid voor enkele auto’s).
Openbaar Vervoer: Er zijn bushaltes op of vlakbij de twee alternatieve vertrekpunten. (Respectievelijk Hoegaarden Gemeentehuis en Saint-Rémy-Geest Eglise). 
Ook in Gobertange is een bushalte vlak aan de route. (Malen Gobertange Village) 
Er zijn twee bushaltes vlakbij mijn vertrekpunt.  Halte Zétrud-Lumay Village wordt enkel op weekdagen bedient (lijn Tienen-Jodoigne), halte Zétrud-Lumay Quartier de la Gare ook in het weekend (Lijn Leuven/Hamme-Mille/Jodoigne).
Horeca: In de zomermaanden is er op vrijdag, zaterdag en zondag een tuinterras ‘Au Moulin des Délices’, ongeveer halverwege tussen Saint-Rémy-Geest en Sainte-Marie-Geest.
In Hoegaarden is er wat meer keuze aan Horeca, ook vlak aan de wandelroute. 
Erfgoed: Tijdens de hele wandelingen zie je telkens opnieuw kerktorens opduiken, waarbij die van Saint-Rémy-Geest wellicht de meest opvallende is.  
Je passeert veel mooi gerenoveerde hoeves, opgetrokken uit de ‘Pierre de Gobertange‘, die je wellicht herkent van de stadhuizen van Leuven en Brussel.  Saint-Rémy-Geest behoort trouwens tot ‘de Mooiste Dorpjes van Wallonië’
Honden: (steeds onder voorbehoud: ik heb zelf immers geen hond) overal toegelaten.
Beste periode: Eén van de mooiste punten op de wandeling was daar waar je via een holle weg bovenop een plateau aankwam, en daar een panorama had naar alle kanten.  In de zomer wordt het zicht wellicht belemmerd door de maïs, terwijl je vanaf oktober (als de maïs geoogst is) tot in juni wel een 360° rondblik hebt.  
De diverse holle wegen zijn wellicht het interessantst (qua flora) in het voorjaar.
De huizen opgetrokken uit de beroemde zandsteen van Gobertange tonen zich op hun mooist in het strijklicht van de herfstzon.

Mijn oordeel?

Ik wandelde deze tocht in mijn eentje, en vond het een heel erg aangename wandeling. 
Het is niet meteen een wandeling die meteen in een top-3 terecht zal komen, daarvoor zijn er te weinig échte highlights, maar ik heb van het hele traject genoten (al geef ik toe dat de eerste kilometers na Gobertange misschien een tikkeltje saai waren.  Je loopt dat tussen eindeloze akkers, met nauwelijks variatie aan de horizon en weinig kleine landschapselementen.  Op de rest van de wandeling heb je die echter te over…

Ook de dorpjes zijn heel charmant, met hun huizen opgetrokken uit beige zandsteen die de oktoberzon leken uit te stralen.
(Mélin, dat net een stukje buiten de route ligt, behoort omwille van die zandstenen huizen tot de ‘Plus Beaux Villages de la Wallonie’.  Maar de overige gehuchtjes van Jodoigne die we passeren behoren ook tot de ‘Vallée Blanche’.

Routebeschrijving

De wandeling start met een stukje Ravel.  Nu houd ik daar niet zo van, omdat het meestal verharde en vrij rechtsdoor lopende wegen zijn, waarop de fietsers zich alleenheerser voelen.  Maar na een paar honderd meter nemen we al een paadje rechtsaf…
De verharde weg even verderop gaat al snel over in een verhard pad, dat weer uitloopt op een weg…  Voorlopig volgen we de markering ‘rode rechthoek’.  Aan een T-kruising neemt die ons mee een holle weg in.  Maar vertrouw niet te zeer op die markering, want aan een kruispunt van paden een paar kilometer verder stuurt die markering je schuin naar rechts, terwijl wij linksaf moeten, richting Saint-Rémy-Geest, dat samen met het nabijgelegen Mélin gerekend wordt tot ‘les Plus Beaux Villages de la Wallonie‘.  De kerktoren van dit charmante dorpje zal je nog regelmatig aan de horizon zien opduiken tijdens de rest van het traject.  
Onze route slingert zich om de kerk heen en dan langs het voormalige gemeentehuis, om dan de Rue de l’école te volgen.  Waar die straat doodloopt volgen we niet het pad rechtdoor, maar gaan linksaf.  Langs een oud kerkepaadje bereiken we tenslotte de Rue du Moulin de Genville.  We gaan rechtsaf en passeren de gelijknamige molen.  (Aan de overkant van de straat, bij de B&B Au Délices du Moulin is tijdens de weekends in de zomer een tuinterras geopend.

We volgen de weg tot we Sainte-Marie-Geest bereiken.  Aan een kruispunt gaan we schuin naar rechts een pad in, dat als holle weg langzaam maar zeker de hoogte in loopt.  Boven op het plateau had ik even een ‘Wow-moment’… Een panorama dat zich in alle richtingen uitstrekt, en waarbij je verschillende kerktorens ontdekt, waarvan die van Saint-Rémy-Geest de meest markante is.

Hier begint een heel mooi stuk van de route, en die schoonheid houdt aan tot in Gobertange. Het pad is intussen een kasseiweg geworden, die we nog ruim een halve kilometer volgen.  Dan gaan we rechtsaf opnieuw een kasseiweg in, die bij de eerstvolgende hoeve een onverharde landbouwweg wordt.  De weg slingert zich tussen kleinschalige akkers door, en achter elke bocht ligt weer een nieuw vergezicht.  Al snel bereiken we Gobertange, waar zich de twee enige (Waalse) banken op onze route bevinden.  Een ideale picknick-stop dus. 

Voorbij Gobertange is de route een paar kilometer lang wat minder interessant.  Het pad voert tussen enorme akkers door, met weinig kleine landschapselementen en met weinig variatie aan de horizon.  (Ik vermoed dat dit deel van de route zeker zo mooi is als je ze in omgekeerde richting loopt, omdat je dan een mooier vergezicht hebt op Mélin in de verte, wat nu grotendeels achter mij lag.  Wanneer het traject uiteindelijk weer in oostelijke/noordoostelijke richting loopt, wordt de omgeving langzaam maar zeker interessanter.  In de verte zie je dan ook de kerktoren van Hoegaarden opduiken.

Hoegaarden biedt je de gelegenheid voor een horeca-stop, of voor een rustpauze op een bankje in het park van Hoegaarden, net voor je het laatste deel van de route aanvat.

We verlaten Hoegaarden in oostelijke richting, steken de Grote Gete over en lopen langs de gemeentelijke visvijver en door het gemeentelijke voedselbos naar de Ravel.  
Die volgen we tot bijna aan ons eindpunt, waar we nog een klein ommetje maken langs de oever van de Grote Gete…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.