Waulsort: Hellingbossen op de Maasoevers

Waulsort: Hellingbossen op de Maasoever

Afstand: 16 km
Hoogtemeters: 470 m
Ondergrond: hoofdzakelijk onverharde bospaden, die soms flink steil kunnen zijn.
Duur: 4 u 45 min
Moeilijkheidsgraad: De hoogtemeters van deze wandeling vragen toch een behoorlijke conditie, en hier en daar is het pad technisch iets lastiger (vooral in het stukje van de Colébi-kloof).  Echt moeilijk kan je de wandeling echter zeker niet noemen.
Markering: deels gemarkeerd als GR, deels als de plaatselijke wandelroute ‘Promenade des Cascatelles’.  Op de markeringen alleen kan je echter niet voortgaan. 
GPX: downloadlinks op het eind van de routebeschrijving
Park&Hike: De vroegere stationsparking van Waulsort, tussen de Rue de la Gare en de Rue de la Chaussée bevindt zich vlak bij de overzetboot waar de wandeling start.
Openbaar Vervoer: Bushalte ‘Waulsort – La Pergola’ is vlakbij de overzetboot. (TEC lijn 154A | Dinant Station – Givet Station)
Horeca: In Coronatijden kan je terecht in diverse gelegenheden op de Chaussée des Alpinistes, bovenaan de rotsen van Freyr, en in het winkeltje van Villa 1900 in Waulsort (telkens take-away natuurlijk). In betere tijden staat ook de horeca in Falmignoul voor je klaar.
Erfgoed: Kasteel (voorheen abdij) van Waulsort, de ruïnes van Chateaux Thierry, het kasteel van Freyr.
Flora: In de maand april is het hier wellicht op zijn mooist.  Een klein overzicht van wat wij ontdekten: bleeksporig bosviooltje en maarts viooltje, slanke en gulden sleutelbloem, bosanemoontjes, daslook, bosbingelkruid, vingerhelmbloem, stinkend nieskruid…
Op de rotsen bloeiden ook diverse sedumsoorten en andere rotsplantjes, die ik helaas niet met de juiste naam kon begroeten!
Honden:
(steeds onder voorbehoud: ik heb zelf immers geen hond) overal toegelaten.

Ons oordeel?

4.5/5

Wow!

Absoluut een wandeling die in de Top-5 van 2021 zal terechtkomen.
Het was een koude Paasdag, en tot ruim na de middag liet de zon zich niet zien.  Maar het sombere weer van de voormiddag deed niets af aan de prachtige panorama’s over de Maasvallei.  De uitbundige flora van de hellingbossen maakte de wandeling alleen maar mooier.
Enkel een traject van ongeveer een kilometer, een eindje voorbij Falmignoul, dreigde een beetje saai te worden: een rechte landbouwweg die ‘vals plat’ tussen eindeloze akkers doorliep was het minst mooie deel van de wandeling.  Maar toen we vlak voor het hoogste punt halt hielden en ons omdraaiden, waren de vergezichten prachtig, en bovendien hoorden en zagen we voor het eerst in jaren weer een leeuwerik.
Het ommetje door Waulsort is facultatief, maar dit dorpje met zijn belle époque villa’s is absoluut de moeite waard om even wat tijd in zoek te brengen…

Axel Pierre, de laatste veerman op de Maas

Routebeschrijving

We starten onze wandeling aan de veerpont over de Maas in Waulsort.

Deze overzetboot  (‘le bac’) heeft al een lange geschiedenis.
In de middeleeuwen zorgden de monniken van de abdij van Waulsort al voor het overzetten van reizigers op een punt iets stroomafwaarts van de huidige pont, tegenover de abdij (het witte gebouw op de foto hierboven is het laatste restant van die abdij).
Vanaf 1871, na de aanleg van de spoorlijn tussen Dinant en Givet, liet de overzet de inwoners van Falmignoul en Falmagne toe om ook de trein te nemen.
In het begin van de 19de E waren er een tiental overzetbootjes op de Maas tussen de Franse grens en Namen, maar die van Waulsort is de enige die nu nog in werking is.
Een leuke video over de overzetboot en zijn kapitein vind je hier.
De overtocht is gratis, maar de pont is enkel in werking tussen 1 april en eind september.
Tijden: weekdagen van 10:00-18:00, zon- en feestdagen 10:00-19:30.

Aan de overkant van de Maas gaan we naar links en volgen een paar honderd meter ver de rivier stroomafwaarts maar aan het eind van de open plek nemen we het pad dat ons, langs de Ruisseau du Chestia op, naar boven voert.

Gedachteniskruis voor twee drenkelingen

In een van de eerste bochten van het pad staat een scheefgezakt kruis.
De tekst op het kruis luidt:
‘Ici a été noye Jean François Colar, Guillaume Lefèvre tous deux de Falmignoul le 5 Mars 1758 requiescant in Pace’.
(Hier is verdronken Jean François Colar, Guillaume Lefèvre, beiden van Falmignoul, op 5 maart 1758. Dat zij rusten in vrede.)

Vanaf dit punt kan je – als de bomen nog niet in blad staan – een blik werpen op de voormalige abdij van Waulsort.  Later zullen we ze nog beter zien.

We blijven het pad geruime tijd omhoog volgen. Op een bepaald ogenblik vervoegt van rechts de GR 125 onze route.
Als we bijna boven op het plateau zijn, nemen we het pad linksaf, gemarkeerd met de rood-witte markering van de GR 125.  We verlaten dus voorlopig de markering van de lokale ‘Promenade les Cascatelles’, die we straks opnieuw zullen ontmoeten.  

Al snel kom je aan het eerste van de vele mooie uitzichtspunten over de maasvallei die we vandaag zullen tegenkomen.

Panorama over de Maas met de Abdij van Waulsort
Al snel kom je aan het eerste van de vele mooie uitzichtspunten over de maasvallei die we vandaag zullen tegenkomen.
Het bisschoppelijk paleis, tegenwoordig vaak het ‘Château de Waulsort’ genoemd, is hier goed te zien.  Het is een overblijfsel van wat eens de abdij van Waulsort was, een Benediktijnerklooster gesticht in de 10de eeuw door Ierse missionarissen.
Het klooster werd geconfisceerd in 1793 en is sindsdien privé-bezit.
 

Een paar honderd meter verderop bereiken we de ruïnes van het Chateau Thierry.  Deze burcht werd in de 13de eeuw gebouwd op een rotspunt boven de rechteroever van de Maas, een beetje stroomafwaarts van Waulsort. De burcht maakte deel uit van het verdedigingssysteem van de vallei, die o.a. bescherming bood aan de abdijen.
Na de inname van Dinant werd de burcht in 1675 door de Fransen vernietigd. Er resten nu alleen nog ruïnes, verscholen in de natuur.
Bij de ruïnes geeft een bordje heel duidelijk aan dat ’toegang strikt verboden is’ (zeg niet dat ik het niet gezegd heb), en vervolgens zie je dat (zeer Belgisch) een paadje om het hekje – dat doet alsof het alle indringers zal tegenhouden – heen leidt, de ruïnes in.

Toegang is natuurlijk compleet op eigen risico!

'Strictement interdit sans autorisation'

Voorbij de ruïnes blijven we voorlopig de GR 125 volgen.  De voorjaarsflora blijft ons onverminderd begroeten.
We zien de laatste maartse viooltjes, en er staat volop bosbingelkruid.  We ontdekken ook Stinkend Nieskruid, dat in deze regio ongeveer zijn meest noordelijke grens bereikt, en dat in de Maasvallei niet heel zeldzaam is.

Aan een kruispunt van paden volgen we het flink dalende pad naar links, dat gemarkeerd is met de rood-witte en de geel-witte markering van een ‘gewone’ GR en een plaatselijke variant (GR 126 en GR 126 Bruxelles – Membre sur Semois), en we gaan opnieuw in de richting van de Maas.
Aan een kleine schuur gaan we linksaf en bereiken al snel de rivieroever die we stroomafwaarts, naar rechts, volgen.

Rechts voor ons zien we de bossen van de Colébi-kloof.  Diverse wandelbeschrijvingen online stellen voor om de kloof (off-road) in te gaan, maar dit deel van de kloof is een zeer kwetsbaar ecosysteem, en wij kiezen er daarom expliciet voor om op de gebaande paden te blijven.  (Later zullen we wel even door het bovenste deel van de kloof wandelen.)

Niet veel verder komen we aan de rotsen van Freyr.  Waar de voet van de rotsen vrijwel in het water staat, krijgen we een eerste mooie blik op het kasteel van Freyr aan de overkant.

Het kasteel en de tuinen zijn voor het publiek toegankelijk, en zeker een bezoek waard.

Je kan op meerdere plaatsen een pad naar boven nemen, maar ik raad aan je ongeduld te bedwingen en pas scherp naar rechts omhoog te klimmen op het punt waar je je vrijwel tegenover het kasteel van Freyr bevindt.  Op die manier mis je één van de mooiste stukken van het traject bovenaan de rotsen niet! 

 

Vlak voor het pad de vrij drukke verkeersweg bereikt (Chaussée des Alpinistes) houden we rechts, en volgen een pad dat ons opnieuw een paar keer een heerlijke blik in de Maasvallei laat werpen (en de zon, die ons in de eerste helft van de tocht in de steek gelaten had, begon ook langzaam door te breken en maakte de uitzichten nog mooier!)

We ontsnappen jammer genoeg niet aan de drukke verkeersweg.  We arriveren uiteindelijk toch aan de Chaussée des Alpinistes en moeten die zo’n 300 m in zuidelijke richting (naar rechts) volgen.
Aan het parkeerterreinn dat is voorbehouden aan leden van de Belgische Alpenclub verlaten we de verkeersweg.  We volgen het pad dat rechtsaf, over de parking en dan doorheen het bos naar het kampeerterrein van de B.A.C. voert.  Trek je niets aan van de bordjes die je zeggen dat dit pad over privé-domein voert en enkel toegankelijk is voor leden: Dit geldt enkel voor overnachten op het terrein.  Er loopt trouwens een gemarkeerde plaatselijke wandeling (blauwe rechthoek) via dit pad.
We steken het kampeerterrein (eigenlijk niet meer dan een bivakweide) schuin over en gaan het bos in.
Hou hier de gpx even goed in de gaten, want een paar honderd meter verderop nemen we een smaller pad dat rechtsaf in de richting van het bovendeel van de Colébi-kloof voert, die hier dus wel toegankelijk is.   Op het diepste gedeelte van het pad moet je wel over een paar omgevallen bomen klauteren, en een stroompje via een paar stenen oversteken.
Aan de overkant van het pad ga je rechtsaf, en komen we – links houdend – op een pad dat als GR gemarkeerd is.

We blijven dit pad geruime tijd volgen en naderen Falmignoul. Wanneer het pad de Rue de Dinant nadert kan je hier en daar vanaf het pad naar de verkeersweg, maar we blijven het pad volgen dat achter de eerste huizen van Falmignoul door loopt.
De markering van de GR stuurt je op een bepaald ogenblik naar links, maar we blijven het pad rechtdoor volgen, langs een klaterend beekje.

Iets verderop gaan we een brugje over, en nemen aan de overkant het pad dat linksaf de oever van het beekje blijft volgen.  De daslook geurde ons hier tegemoet.
We blijven de oever van het beekje volgen (ook als we intussen opnieuw op de andere oever lopen), en komen tenslotte in het centrum van Falmignoul aan.  We nemen de Rue de la Draisienne naar links.

Voor we de drukke verkeersweg bereiken houden we links, en volgen de Rue des Crétias die langs de kerk in westelijke richting het dorpje weer uitvoert.
Op dit pleintje zijn een paar horeca-gelegenheden die buiten corona-tijden wellicht heel uitnodigend zijn (net zoals de Auberge des Crètes die we over een paar minuten zullen passeren).

Aan deze aantrekkelijke ogende herberg (niet uitgeprobeerd – corona-maatregelen!) nemen we het pad dat linksaf leidt.
Met de plaatselijke schooljeugd is hier een project uitgewerkt om aandacht te vragen voor onder andere kleine landschapselementen en nestgelegenheden voor allerhande dieren.

De zon liet zich steeds meer zien, en in combinatie met de bloeiende sleedoorns bracht die ons op deze paasdag echt in een paasstemming!

Het aantrekkelijke pad tussen de hagen komt uit op een rustig landbouwweggetje, dat we in dezelfde richting verder blijven volgen.
Ik weet het, dit deel van de route is een beetje saai, met die zich eindeloos uitstrekkende akkers die in dit deel van het traject niet meer door hagen worden doorkruist.  Bovendien klimmen we via een ‘vals plat’ toch stevig naar het hoogste punt van de tocht.
Maar de vergezichten (vooral als je over je schouder naar achter kijkt) zijn heerlijk weids en vergulden de saaie pil enigszins.  En dat ik voor het eerst in jaren weer een leeuwerik hoorde en zag maakte het eigenlijk toch ook weer mooi…

Net voor het landbouwweggetje op de verkeersweg uitkomt, gaan we rechtsaf.
Na ongeveer 400 m buigt de weg af naar links, en bereikt al snel de bosrand waar we rechts houden.
Nadat we een bouwvallig huisje gepasseerd zijn, met op de deur geklad ‘Rien à voler’! ontdekken we al snel in de diepte naast het pad een beekje.  
Stilaan komt het pad op hetzelfde niveau als dit beekje, en ontdekken we de verschillende ‘Cascatelles’.

We blijven het pad rechts van de beek volgen.
Als we bijna beneden zijn, ontdekken we de (achterkant van) de Ermitage des Cascatelles.
In 1819 werd hier voor het eerst gebouwd, maar toen ging het om een watermolen.  De plek werd gekozen omwille van de nabijheid van de watervalletjes, die ook dit bouwwerk de naam “cascatelles” hebben bezorgd. In 1876 brandde de molen volledig af en op de ruïnes werd een klein kasteeltje gebouwd, het gebouw dat er nu nog steeds staat. Het gebouw kreeg de bijnaam “ermitage” vanwege de totale afzondering en in de loop van de geschiedenis kreeg het ook meerdere eigenaars. 
Momenteel is een renovatie bezig, en in elk geval het dak kreeg al een degelijke opknapbeurt.
Voorbij de Ermitage komen we op de oever van de Maas.  Heb je genoeg van het wandelen, dan volg je die rechtsaf tot aan de overzet. Wij kozen ervoor om linksaf te gaan tot aan de fiets- en voetgangersbrug die over de barrage tot op het Île de Waulsort voert.  We gaan over het pad naar het andere uiteinde van het eiland, en gaan daar over de sluis terug naar de linkeroever van de Maas.

We volgen de Rue de la Meuse naar links, en gaan 50 m verderop naar rechts het dorp in.  In de bocht gaan we rechtdoor de oude spoorbrug over, om aan het Christusbeeld rechtsaf te gaan.

100 m verderop neem je een pad tussen twee villa’s naar links.
Op de kruising net voorbij B&B Windsor ga je rechtsaf tot in de Rue des Villas, waar weer links gaat.  Na ruim 100 m neem je een pad tussen tuinen door.  Iets verder neem je het netjes gekasseide pad naar links, en kom je voorbij Villa 1900 (waar wij een afhaalmaaltijd met streekproducten bestelden om later onze wandeldag af te sluiten).
In Villa 1900 kan je ook logeren, en er is een klein winkeltje. Men probeert er de sfeer van de Belle Epoque opnieuw te evoceren.
Iets verder neem de je Rue de la Chaussée naar links. Je komt opnieuw aan de Rue des Villas die je rechtsaf volgt tot aan het volgende kruispunt.  Wij namen hier de Rue du Charreau naar links, om een paar bochten verder scherp rechtsaf de Rue de la Cimetière te nemen die ons vrij steil dalend aan de kerk brengt.  
Hier ben je in de oudste wijk van het dorp.  Tegenover de kerk gaan we de Rue de l’Eglise in, en aan het kruispunt linksaf door de Rue de la Gare.
Van het oude station rest alleen nog een bijgebouwtje, waarin nu een kapperszaak gevestigd is.  Iets verderop bereiken we de oever van de Maas, en het einde van onze wandeling.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.