Categorie: Moestuin – Vegetable Garden

Reclaim the Seeds – de oogst, en mijn restanten (aanbod dus)…

Reclaim the Seeds – de oogst, en mijn restanten (aanbod dus)…

Het was gisteren een leuke middag op de zadenbeurs in Lier.
Iets minder gelegenheid tot ruilen dan ik gehoopt had, maar voor mensen die zelf nog geen (te) grote zadenvoorraad hadden een waar Walhalla!
Het was plezant om een aantal vrienden weer terug te zien, maar de mensen die een paar dagen geleden lieten weten dat ze er ook zouden zijn, heb ik jammer genoeg niet ontmoet – we hebben waarschijnlijk het verkeerde tijdstip gekozen. (Toch heb ik via een omweg toch wat tomatenzaden van Eddy Ceyssens gekregen!)
Wat we zeker wilden meebrengen, was een paar aparte aardappelrassen, en ik kan het nooit laten om wat onbekende boontjes of tomaten mee te brengen. Ik hoopte ook op wat aanbod van bijzondere pompoenen, maar het lijkt dat hier in Vlaanderen de meeste mensen toch nog denken dat alleen Hokkaido en Butternut echt lekker zijn. (Ik geef toe dat dat hele smakelijke pompoenen zijn, maar sinds ik ‘Candystick Dessert Delicata’ geproefd heb, ben ik ervan overtuigd dat er nog meer lekkere rassen te vinden zijn.)

Ik ging naar Lier en ik bracht mee…

Een overzichtje van mijn ‘oogst’

  • Bonen
    • Moeras-koningin (Moores Königin) – een historisch ras van staaksperzieboontjes, een ‘landras’ uit Duitsland
    • Monastic Coco – een droogboontje dat lijkt op YinYangboontjes, maar met een paarsrode vlek. Volgens Bram Cools van Hortus Brambonii (en het internet bevestigt dat) werden de boontjes oorspronkelijk vooral gekweekt in een aantal (Zuid)-Engelse abdijtuinen. Ik vind vermeldingen terug van het Benedictijner nonnenklooster in West-Malling, Kent, en van St-Cecilias Abbey, ook een Benediktijnerklooster, op het Isle of Wight. Het is een staak-droogboontje waarvan de peulen ook vers kunnen gegeten worden
    • Getailleerde hardschil – een Nederlands landras. Een struik-droogboontje waarvan de zaden erg lijken op de van Monastic Coco, al zijn ze wellicht een tikkeltje groter.
    • Flageolet Vert à Rames. De zadenlijst van de Oerakker vermeldt deze soort als ‘à Raries’, maar ik vermoed dat dat te wijten is aan een verkeerd overschrijven van een handgeschreven kaartje… Ik hou het bij ‘à Rames’.
    • Limburgse Vit (‘Limburgse Witte’) – Ook een Nederlands landras. Ze worden beschreven als fijne klimsperzieboontjes met zachtgele bloemen (de reden dat ik ze kocht!) en gele peulen.
  • Aardappelen
    • Cornes de Gattes
    • Harlequin: Een Britse kruising tussen Charlotte en Cornes de Gattes – geel en heel vastkokend
    • All Blue
    • Shaggit Valley Gold, een kruising van een Solanum tuberosum Phureja group met de gewone Solanum tuberosum. De Phureja group zijn aardappels die eigenlijk enkel geteeld kunnen worden in een klimaat zonder echte winter, maar door terugkruising met Solanum tuberosum zijn knollen ontstaan die hier wel geteeld kunnen worden. De ‘aardappels’ zijn klein van formaat, maar – zoals de naam van de cultivar verraadt – goudgeel vanbinnen.
    • En één knolletje Vitelotte Noir, de truffelaardappel
  • Tomaten
    • ‘Girl Girl’s Weird Thing’ – Een gestreepte vleestomaat, zou een mutant zijn van Green Zebra. Is genoemd naar de hond ‘Girl Girl’ van de eerste kweekster
    • Cherokee Chocolat – nog donkerder dan de Cherokee Purple, die ik ken als een erg lekkere tomaat
  • Overige
    • Sla: ‘Donkergroene Oststeirische’ – Een donkergroene slasoort die bij vroeg zaaien (eind maart) kleine kroppen vormt en bij latere zaai een pluksla is. Een landras uit – natuurlijk – het oosten van Stiermarken in Oostenrijk.
    • Quinoa

En laat ik tenslotte niet vergeten, een mooie oogstkist (met een kleiner inzetkistje – niet op de foto wegens al in gebruik genomen), gemaakt door vzw Plukrijp.

Oogstkist van vzw Plukrijp

Ik ging naar Lier en ik bracht mee terug…

Ik nam een klein deel van mijn tomatenzaden mee, maar behalve wat zakjes Wild Thyme (een bijzonder lekkere groen-rijpe vleestomaat) ben ik er nauwelijks kwijtgeraakt.
Ben je geïnteresseerd, laat het dan even weten in de commentaren. Ik laat je dan per mail mijn adres weten. Als je dan een aan jezelf geadresseerde en gefrankeerde envelop opstuurt, krijg je de zaden retour. (Ook Nederlanders kunnen een gefrankeerde envelop opsturen: ik werk in NL, en kan de brieven daar ook posten.)
Van sommige rassen is mijn aanbod heel beperkt, dus ik kan niet garanderen dat iedereen krijgt wat hij/zij vraagt.

  • Groot formaat
    • Wild Thyme – bij rijpheid oranje met geel aan de buitenzijde, binnenin felgroen
    • Cœur de bœuf
    • Brandywine – grote, frambooskleurige vleestomaat
  • Medium
    • Nyagous – Ook een favoriet hier: de kleur wordt vaak ‘zwart’ of ‘mahony’ genoemd, en deze tomaat heeft inderdaad ook de rijke smaak die zo typisch is voor ‘zwarte’ tomaten.
  • Klein formaat (denk ‘pruim’)
    • Clint Eastwood’s Rowdy Red: rood, goed resistent, goede smaak
    • Red Furry Boar: rood, met een mat, fluwelig velletje
    • Dragon’s Eye: rozerood met geel gestreept, zoet van smaak
  • Struiktomaat
    • Efemer: vroege kleine, rode tomaat

Ik heb nog een grote voorraad (andere) tomatenrassen, dus laat ook weten of ik niet-meer-beschikbare rassen eventueel mag vervangen door iets anders…

Cherokee Trail of Tears (Droogboon)

Logo - International Year of Pulses 2016Phaseolus vulgaris 'Cherokee Trail of Tears'Ik hou van planten waar een verhaal aan vastzit…
En ik hou van groenten waar een verhaal aan vastzit, van voedsel, dat meer is dan maagvulling, maar waar geschiedenis aan verbonden is.

Volgens mij is dat iets wat we verloren hebben toen we ons voedsel steeds meer door anderen gingen laten verbouwen: het verloor zijn hart, zijn geschiedenis.
De glanzende zwarte zaden die vandaag het onderwerp van dit blogje zijn, zitten niet alleen boordevol voedingswaarde, maar ook nog eens tjokvol geschiedenis…

Cherokee Trail of Tears

Klik hier voor het verhaal van deze boon…

Het jaar van de Boon – #IYP2016

Logo - International Year of Pulses 2016Het was Kees de Boon die me er al bloggend op attent maakte, dat 2016 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is uitgeroepen tot het ‘Internationaal Jaar van de Peulvruchten‘ (International Year of Pulses).

En laat ik nu toevallig een hele grote boon hebben voor boontjes…
Het schijnt dat in mijn studentenjaren, wanneer ik in het weekend naar huis terugkeerde, mijn jongere zusjes mijn moeder zo nu en dan smeekten om ‘deze week eens niet aan ons Zus te vragen wat ze wil eten…’ Want die meisjes hadden er stilaan genoeg van om elk weekend opnieuw boontjes geserveerd te krijgen omdat hun grote zus dat nu toevallig zo verschrikkelijk lekker vond… eh, vindt.

In diezelfde studentenjaren leerde ik ook mijn eigen potje koken, en leerde ik als vegetariër eindelijk de eindeloze mogelijkheden van peulvruchten kennen. Het Internationaal Jaar van de peulvruchten heeft inderdaad niet die sperzieboontjes of peultjes of zelfs geen suikererwtjes als focus, maar bedoelt met ‘peulvruchten’ wel degelijk de zaden van de Leguminosae.
Die droogbonen, erwten, linzen, soja… hebben niet alleen een hoge voedingswaarde, maar doordat ze gedroogd bewaard worden zijn ze niet alleen heel lang houdbaar (hooguit moet je ze wat langer koken, maar met een degelijke drukpan is zelfs dat klusje snel geklaard), maar zijn ze ook erg economisch (je hoeft geen extra water te vervoeren, dat voeg je immers pas toe als je ze klaarmaakt…).
De website van het International Year of Pulses heeft dan ook niet voor niets als tagline ‘Nutrituous Seeds for a Sustainable Future’.
Ik ga daarom proberen om ook op mijn blogje af en toe wat aandacht te schenken aan dit International Year of Pulses, door regelmatig een bijzonder ras of soort van peulvruchten onder de aandacht te brengen.
Het eerste verhaal brengt me naar een hele zwarte bladzijde in de Amerikaanse geschiedenis…

(Come and see next Thursday!)

Zwartmoeskervel doorheen de geschiedenis

  1. Zwartmoeskervel – vers groen in winterse dagen
  2. Zwartmoeskervel in de keuken
  3. Zwartmoeskervel doorheen de geschiedenis
  4. En waarom heet dat Zwart-Moes-Kervel?
  5. Doorwaskervel – Het blijft in de familie…
  6. Zwartmoeskervel, die lorejas zaait zichzelf uit!
  7. Gestoomde zwartmoeskervel

Vergeten groente? Vergeten groente!

Vorige week schreef ik al, dat je zwartmoeskervel terecht een vergeten groente kan noemen.
In de klassieke oudheid vinden we heel wat verwijzingen naar het gebruik van deze plant, zowel in de keuken als medicinaal.
En ook in de Middeleeuwen was zwartmoeskervel zeker geen onbekende.

Botanische prent van Zwartmoeskervel
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, ed. 3, vol. 4: t. 631 (1865)

Maar tegenwoordig vind je geen zwartmoeskervel in de supermarkt, en ook in de meeste moestuinen is het een grote onbekende.
In Vlaanderen vind je het hier en daar in Velt-middens, dankzij ambassadeurs als Lieven David en Hugo D’hooghe.
De meeste recepten voor zwartmoeskervel vind je op Engelse websites, en die gaan er vrijwel stuk voor stuk vanuit dat je de zwartmoeskervel in de vrije natuur gaat oogsten. In Engeland zou je de plant in de kuststreken in het zuiden nog regelmatig kunnen tegenkomen. In België is ze in het wild zo goed als onvindbaar, getuige dit kaartje van de ‘vindplaatsen’ in België in de laatste drie jaar. In Nederland wordt de plant hier en daar aan de kust, en vooral op Texel aangetroffen, maar het is ook in Nederland een zeer zeldzame plant. Niet in het wild oogsten dus!
Het is weliswaar geen ‘echte’ inheemse plant, maar een zogenaamde archeofyt: een plant die zich voor 1492 en met behulp van de mens in onze contreien gevestigd heeft.

Zwartmoeskervel in de prehistorie

Oorspronkelijk is Zwartmoeskervel – zoals de meeste archeofyten – afkomstig uit Klein-Azië en het gebied rond de Middellandse zee.
Op ‘Seedaholic.com’ wordt beweerd dat er aanwijzingen zijn dat de plant al werd verzameld in het neolithicum (vanaf 11.000 voor Christus), en dat ze al gekweekt werd in het ijzertijdperk.

De klassieke oudheid

In de vierde eeuw voor Christus was Zwartmoeskervel een erg populaire groente in het rijk van Alexander de Grote (daar komt dus de Engelse naam Alexanders vandaan!), en de Griekse botanist Theophrastus maakte in die periode melding van het gebruik van de plant. De stengels werden als groente bereid (zoals tegenwoordig bleekselder), en de zaden werden gebruikt als kruiderij.
Hoe het de Zwartmoeskervel daarna verging lees je hier…

Zwartmoeskervel in de keuken

  1. Zwartmoeskervel – vers groen in winterse dagen
  2. Zwartmoeskervel in de keuken
  3. Zwartmoeskervel doorheen de geschiedenis
  4. En waarom heet dat Zwart-Moes-Kervel?
  5. Doorwaskervel – Het blijft in de familie…
  6. Zwartmoeskervel, die lorejas zaait zichzelf uit!
  7. Gestoomde zwartmoeskervel

De smaak van Zwartmoeskervel

Verwacht geen anijs-achtige kervelsmaak als je zwartmoeskervel op je bord krijgt. De smaak zweemt wat naar die van zevenblad en pastinaak, met misschien een vleugje selder. Andere mensen noemen de smaak weer een kruising tussen peterselie en engelwortel.
Zelf zou ik de smaak als ‘aards, grondig’ beschrijven. Het mist de frisheid van selder, en heeft daarentegen een licht-bittere toets. Maar je zal dus zelf moeten gaan uitproberen hoe deze groente jou bevalt.

Zwartmoeskervel
Zwartmoeskervel

Gebruik van Zwartmoeskervel

Je kan het blad van zwartmoeskervel gebruiken als toevoeging in allerhande soepen en stoofpotjes, maar eigenlijk is elk deel van de plant eetbaar. (Net als van die andere schermbloemige die ik hier op mijn blogje eens beschreef: de Roomse Kervel).
Zelf heb ik nog niets anders dan het blad gebruikt: Mijn planten hebben nog nooit gebloeid, dus geen bloeistengels of bloemen, en de wortel opgraven zou ik jammer vinden…
Meer over het culinaire gebruik… en een receptje!

Zwartmoeskervel – vers groen in winterse dagen

  1. Zwartmoeskervel – vers groen in winterse dagen
  2. Zwartmoeskervel in de keuken
  3. Zwartmoeskervel doorheen de geschiedenis
  4. En waarom heet dat Zwart-Moes-Kervel?
  5. Doorwaskervel – Het blijft in de familie…
  6. Zwartmoeskervel, die lorejas zaait zichzelf uit!
  7. Gestoomde zwartmoeskervel

Zwartmoeskervel – een vergeten groente

Zwartmoeskervel - blad
Zwartmoeskervel – Smyrnium olusatrum

Eigenlijk hou ik niet van de benaming ‘vergeten groente’.
In de eerste plaats zijn vele ‘vergeten groenten’ echt zo vergeten niet. En andere ‘vergeten groenten’ zijn vaak niet vergeten, maar ‘nog maar net in Europa bekend geraakt‘.

Maar zwartmoeskervel… Tja, zwartmoeskervel mag je wat mij betreft wel degelijk een vergeten groente noemen…
Maar voor ik de zwartmoeskervelse geschiedenis induik (nee, niet vandaag, dat is voor volgende week!), eerst wat meer over de teelt van deze uiterst gemakkelijke groente.

Zwartmoeskervel in de tuin

Ik zag zwartmoeskervel voor het eerst in de tuin van Lieven David, ondertussen toch al wat jaren geleden. En Lieven zou Lieven niet zijn, als hij mij niet verschillende keren wat zaad van die plant zou hebben meegegeven.
Mijn ervaringen met zwartmoeskervel

Wisselteelt? Teeltwissel?

Je kan geen boek over moestuinieren – al dan niet ecologisch – openslaan, of je leest met grote nadruk hoe belangrijk het is wisselteelt toe te passen.
Tja, dat is allemaal leuk en aardig, maar wat heb je aan die mooie boekjes-theorieën als je groenten weigeren om die boeken te lezen?

Moet je even kijken hoe de groenten in onze moestuin zich gedragen…
Van overblijvende groenten als Splijtkool (Brassica oleracea var. ramosa) of Kaukasische rankspinazie (Hablitzia tamnoides) kan je natuurlijk niet verwachten dat ze op eigen wortel van het ene naar het andere perceel verkassen.

boomspinazi (fluomelde), rode melde, grote strandkool
Boomspinazie, rode melde en wie goed kijkt ziet wat wilde rucola (grote zandkool)
En van guerilla-groenten als boomspinazie (Chenopodium giganteum) en Nieuw-Zeelandse spinazie (Tetragonia tetragonioides), en als ik toch aan het oplijsten ben ook rode melde (Atriplex hortensis), winterpostelein (Claytonia perfoliata) en wilde rucola (Grote zandkool – Diplotaxis tenuifolia) weet je dat die zich van enige ordening geen ene moer aantrekken en als je ze één keer gezaaid hebt jaar na jaar terug in je tuin opduiken, zonder zich ook maar te interesseren in het perceel dat jij dit jaar voor hen voorzien hebt. Lees verder “Wisselteelt? Teeltwissel?”

Wortelluis – een detectiveverhaal…

Lasius flavus - Gele weidemierJarenlang heb ik me het hoofd gebroken over een vreemde soort plantensterfte in mijn tomatenserre. Intussen lijkt het erop, dat er sprake is van wortelluis (niet: oranje peentjes-luis maar ‘plantenwortelluis’) – maar op het interwebse vond ik aanvankelijk nauwelijks Europese – laat staan Nederlandstalige – informatie over dat beestje.
Ging het om een door internationaal verkeer en klimaatswijziging oprukkend exotisch fenomeen? Of is het iets ‘inheems’ dat weinig bekend is?
Op het gevaar af hier een voor iedereen volkomen oninteressant postje te plegen, wil ik mijn observaties van de afgelopen jaren toch eens op een rij zetten.

Lees verder “Wortelluis – een detectiveverhaal…”

Van Houtduiven en Slakken…

pompoenenperceel na de houtduiven-invalTijdens de VELT Eco-Tuindag afgelopen zondag vertelden een paar mensen ons, dat de houtduiven in hun tuin altijd zo’n ravage aanrichtten. “Daar hebben wij hier helemaal geen last van!” was onze reactie daarop. “In de herfst zitten er wel altijd houtduiven te scharrelen onder de eik en de beuken, maar de rest van het jaar zien we die nauwelijks… Hoewel… Sinds een paar dagen vliegen er soms duiven op uit een aalbessenstruik!”
Allicht zat er hier of daar in de haag – of in een bessenstruik – toch stiekem een houtduif mee te luisteren, want twee dagen later had die samen met een paar companen stevig huisgehouden op het pompoenenperceel. Lees verder “Van Houtduiven en Slakken…”