Van Houtduiven en Slakken…

pompoenenperceel na de houtduiven-invalTijdens de VELT Eco-Tuindag afgelopen zondag vertelden een paar mensen ons, dat de houtduiven in hun tuin altijd zo’n ravage aanrichtten. “Daar hebben wij hier helemaal geen last van!” was onze reactie daarop. “In de herfst zitten er wel altijd houtduiven te scharrelen onder de eik en de beuken, maar de rest van het jaar zien we die nauwelijks… Hoewel… Sinds een paar dagen vliegen er soms duiven op uit een aalbessenstruik!”
Allicht zat er hier of daar in de haag – of in een bessenstruik – toch stiekem een houtduif mee te luisteren, want twee dagen later had die samen met een paar companen stevig huisgehouden op het pompoenenperceel. Lees verder “Van Houtduiven en Slakken…”

Ratelaar – Na Jaren de langverhoopte Update!

De ouwe getrouwen van dit blogje herinneren zich wellicht het blogreeksje over mijn Ratelaar-experiment.

Grote Ratelaar - Rhinanthus angustifolius
Grote Ratelaar – Rhinanthus angustifolius
In een poging om de grassen in de bloemenweide wat te onderdrukken – en dan vooral die vermaledijde Gestreepte Witbol, doe ik al jarenlang pogingen om Ratelaar tussen het gras te introduceren.

Tot vorig voorjaar waren al die pogingen vergeefs. Maar vorig jaar, nadat ik in het najaar een dikke briefomslag vol zaden uit de Biodiverse tuin had uitgestrooid, ontdekte ik één klein plantje.
Was er dat niet geweest, dan had ik verdere pogingen wellicht opgegeven. Maar dat bescheiden succesje was net voldoende om me voor te nemen nog één poging te wagen.

Vorige zomer verzamelden we een beetje zaad tijdens een weekendje aan de kust en zaaiden dat meteen in de tuin uit. (Ik ga er gemakshalve van uit dat moeder natuur het best weet wanneer het goed moment om te zaaien daar is, en dat de plant er daarom voor zorgt precies op het goede moment de zaden af te laten rijpen.)
En toen ik ging zaaien dacht ik plots aan iets wat ik las in ‘Making a Wildflower Meadow‘ van Pam Lewis. Na een aantal vergeefse pogingen om ratelaar te zaaien was die in de bloemenweide van Sticky Wicket toch een keer ontkiemd. Niet op een plek waar het gras erg krachtig groeide, maar wel op een wildwissel die doorheen de weide liep, en waar dus een veel armere plantengroei te zien was.
Een wildwissel loopt er niet door die postzegel van een bloemenweide, maar wel een, tja, zeg maar AnneTanne-wissel. Door dag na dag hetzelfde loopje door de weide te lopen creëer ik in de loop van de zomer een paadje. En in het vochtigste deel van de weide heb ik wat Ratelaar gezaaid, op en rond dat paadje.

Jullie hebben al lang begrepen dat ik dit stukje nooit zou hebben geschreven als mijn laatste poging geen succes had gehad. (Of zouden het nakomelingen zijn van het zaaisel uit de biodiverse tuin? Een jaar te laat ontkiemd, of nakomelingen van die allereerste bloeier?)

Grote Ratelaar - Rhinanthus angustifolius
Grote Ratelaar – Rhinanthus angustifolius
Een week voor de Ecotuindag heb ik de bloemenweide gemaaid. Ik durfde niet langer wachten, met een fors onweer voorspeld in de loop van de week, en gestreepte witbol die al ‘ver heen’ was. Alleen een toef margrieten wilde ik laten staan om te tonen dat er écht wel een boel bloemen in de weide bloeiden.
Maar voor ik met de zeis ten strijde trok, ging ik in het laagste deel van de weide kijken of de kievitsbloemen al ver genoeg waren afgerijpt. En het was toen dat ik plots merkte dat daar – precies waar vorig jaar mijn wandelpaadje lag en over een lengte van een meter of twee – een paar tientallen ratelaar-planten stonden.

De zeis werd dus voor dat stukje even terzijde gelegd, en met een sikkeltje heb ik de witbol tussen de bloeiende planten weggemaaid.

Doordat de bezoekers van onze tuin afgelopen zondag de gemaaide weide een ideale fietsenstalling leken te vinden, is er wel één plant gesneuveld, maar gelukkig staan er nog een heleboel die – dat hopen we tenminste – ons in de komende jaren nakomelingen gaan bezorgen…

Met pijn in het hart…

Ik heb al vaker verteld, dat toen we jaren geleden ons huis kochten, dat niet zozeer was om het bouwsel maar wel om de bomen was.
Toen ik een paar jaar geleden een zwam ontdekte aan de voet van één van de beuken, waren we er al niet helemaal gerust in.
Toen die zwam deze herfst opnieuw opdook, stuurde ik er een fotootje van door aan de boomverzorger die al eerder onze eik ‘behandelde’. Hij kwam vervolgens zelf poolshoogte nemen, nam de zwam voor onderzoek mee, en liet ons een paar weken later het verdikt weten…

De zwam in kwestie was een zadelzwam, een parasitaire zwam die echt wel te behandelen valt als hij op een tak voorkomt, maar die onderaan de stam toch serieuze risico’s met zich meebracht. De zwam zat al een paar jaar in de boom, en die boom stond niet alleen op slechts 6 meter van ons huis, maar helde ook nog eens over in de richting van het huis.
We moesten niet bang zijn dat hij al meteen zou gaan omwaaien, maar langer dan een paar jaar zou het toch echt niet meer veilig zijn.

En behalve het risico dat de boom op het huis viel, hielden we ook rekening met het feit dat onze geliefde oude bomen: een eik, de andere beuk en een haagbeuk vrij dicht in mekaars buurt stonden, en dat als deze beuk ontworteld zou raken, hij in zijn val wellicht ook de wortels van de andere bomen deels zou mee losrukken.

We besloten daarom niet af te gaan wachten, maar meteen drastisch te werk te gaan, en twee weken geleden werd de beuk geveld. Achteraf ben je dan stiekem toch wel blij, dat je ziet dat de aantasting echt wel zo ver gevorderd is, dat een andere beslissing dan vellen echt niet verstandig was.

De komende jaren komen we alvast geen brandhout tekort…

Op het eerste gezicht – September 2013

Ondanks het heerlijke zomerweer is het al op het eerste gezicht duidelijk dat de herfst stilaan zijn intrede gaat doen in AnneTannes tuin…
Op de overzichtsfoto ziet alles er nog zomers groen uit (al vertoont het grasveldje onder de appelboom de sporen van een heerlijke, maar droge, zomer)

De tuin op 1 september

… maar in de borders verschijnen de eerste herfstkleuren

Klik hier voor meer foto’s en een exclusieve aankondiging ;-)!

Kleine Parelmoervlinder

Kleine Parelmoervlinder | Issoria lathoniaLaat ik jullie vandaag eens allemaal een heel klein tikkeltje jaloers maken…
Vandaag kreeg ik in mijn tuin een heerlijk voorproefje voor het vlindertelweekend!

Terwijl we vanmiddag op het terras zaten te eten, zag ik in de border die intussen tot ‘onze vlinderborder’ gepromoveerd is, een vlindertje dat er echt niet uitzag als de 55 oranje zandoogjes die er omheen dwarrelden.
Het vlindertje leek op het eerste gezicht zelfs verdacht veel op een kleine parelmoervlinder.
Lees verder “Kleine Parelmoervlinder”

Van Juffers bij Beken in Bossen en Weiden

Beekjuffers dus…
Of beter: de weidebeekjuffer…

Ik heb er even op moeten wachten.
Jaren geleden dook er immers al een bosbeekjuffer (Calopteryx virgo) in de tuin op. (En sindsdien heb ik er hier toch bijna jaarlijks gezien.)
De bosbeekjuffer is een eerder zeldzaam beestje (al moet ik er eerlijkheidshalve bij vertellen dat die hier in de streek behoorlijk algemeen is). En omdat die bosbeekjuffer de minder voorkomende van de twee is, hoopte ik toch ook een keer een weidebeekjuffer in mijn tuin te zien (die vind ik immers – net als Muggenbeet – nog een klein tikkeltje mooier.)

Calopteryx splendens ♂ | Weidebeekjuffer

Nu beweerde zoonlief al een tijdje, dat hij met zekerheid een beekjuffer met een vlek op de vleugels gezien had – maar ik ben er toch eentje van ‘eerst zien en dan geloven’.
En vanmiddag was het zover… We zaten nog wat na te tafelen aan de rand van de zwemvijver, tot zoonlief plots zei: ‘Daar is weer zo’n juffer met donkere vleugels!’. En inderdaad, donkere vleugels, maar die waren niet volledig gekleurd zoals bij de bosbeekjuffer. De vleugels vertoonden slechts een grote donkere vlek.
Terwijl ik naar binnen liep voor mijn camera, had zoonlief nog een tweede exemplaar gespot. Het waren allebei mannetjes – het vrouwtje heeft lichtgroenige vleugels.
(En dus vraag ik me af of die juffertjes die ik een paar dagen geleden zag, en die me opvielen omdat ze als ze vlogen zo’n opvallend grijzig-flikkerende vleugels hadden, wellicht ook weidebeekjuffers waren?)

Calopteryx splendens | Weidebeekjuffer

Ik ga ervan uit dat deze weidebeekjuffers slechts toevallige passanten zijn, maar helemaal onmogelijk is het niet dat ze zich in en rond onze vijver vestigen: De beekjuffers hebben dan wel een voorkeur voor stromend water – ze heten niet voor niks BEEKjuffer – maar hoewel de bosbeekjuffer snel stromend water wil, wordt de weidebeekjuffer ook wel eens gezien bij plassen met doorstromend water. En ik veronderstel dat een vijver waarin water wordt rondgepompt daar ook wel onder kan vallen.

Afwachten… en blijven uitkijken dus 🙂

Eindelijk Vlinders!

Eindelijk veel vlinders!
Eindelijk veel verschillende soorten vlinders…

Vlinders: drie keer oranje zandoogje

Want tot nu toe was het maar mager deze zomer…
Het courante voorjaarsspul, dat vloog hier wel rond.
Gehakkelde aurelia’s, die zijn hier altijd goed vertegenwoordigd, en dagpauwogen, die zag ik ook al verschillende.
In april-mei was er regelmatig een boomblauwtje, en bonte zandoogjes die zie je bij het minste straaltje zon in en rond het bos rondfladderen.
Citroentjes en witjes zijn er natuurlijk ook, en oranjetipjes waren ook van de partij.
En één keer heb ik een kleine vos gezien.

Maar de voorbije weken was de vlinderpopulatie hier in de tuin behoorlijk eentonig. Af en toe een gehakkelde aurelia of dagpauwoog, en nauwelijks nog bont zandoogje.
Maar wel veel, erg veel koevinkjes. Als ik in de voormiddag door de boomgaard liep, op weg naar de kippenren, dan vlogen daar net boven het gras soms tien, vijftien koevinkjes rond. Een prachtig gezicht, dat gedwarreld vlak boven de grassen… Af en toe dacht ik ook een hooibeestje te ontwaren. En koevinkjes, vooral koevinkjes…

Een week of twee geleden plots een mooie verrassing: Op de lavendel zag ik een vlinder die ik herkende als een kleine parelmoervlinder. Dat was intussen alweer drie jaar geleden dat ik die hier nog zag. Ik liep snel naar binnen om mijn camera te halen, en kon een paar keer afdrukken voor het vlindertje wegvloog… om dan te ontdekken dat ik geen geheugenkaartje in het toestel had zitten.

Maar ik vroeg me wel af waar de ‘gewone’ zomervlinders bleven?
In de vroege zomer zie ik hier meestal veel grote dikkopjes, die al snel worden gevolgd door oranje en bruine zandoogjes.
Maar voorlopig hielden die zich dus stil.

Tot vandaag…
De wilde marjolein begint te bloeien, en plots krioelt het in de borders van de vlinders…
De oranje zandoogjes steken de koevinkjes in aantal plots naar de kroon. Bruine zandoogjes laten zich ook zien, maar zijn ver in de minderheid tegenover hun verwanten. (Het bont zandoogje zie ik niet veel in de borders, maar in het bos en langs de hagen fladderen die vrolijk rond.)
En dan zijn er natuurlijk witjes en citroentjes…
Een paar landkaartjes zag ik ook, en één (1 dus) groot dikkopje…
Oh ja, gamma-uiltjes hebben de weg ook gevonden.

Vlinders dus… eindelijk veel vlinders…

vlinders: koevinkje en oranje zandoogje

Op het eerste gezicht – Juli 2013

En opnieuw ziet de ‘op het eerste gezicht’ foto er vooral groen uit, met schijnbaar weinig bloei en kleur in de tuin.
Maar kijk eens wat een verschil met het allereerste ‘op het eerste gezicht’ van januari 2012.

Op het eerste gezicht - begin juni onder de appelboom

Ik begin inderdaad heel erg het gevoel te hebben, dat ik het plekje voor die foto eigenlijk helemaal verkeerd gekozen heb, want er staan wel degelijk heel wat planten te bloeien in de borders.
Laat ik vandaag daarom de ‘bonte border’ maar eens in de kijker zetten.
Klik hier voor ‘Het tweede gezicht’!