Categorie: Bomen – Trees

De eerste Tuinwerkdag – At Work in the Garden

(to English text)

Galanthus elwesii | Groot Sneeuwklokje - Giant Snowdrop
Galanthus elwesii | Groot Sneeuwklokje - Giant Snowdrop

Na de overvloedige regen en de zachte temperaturen van de voorbije dagen is ook hier in de Kempen de laatste sneeuw echt zo goed als verdwenen. Alleen daar waar een hele massa van het dak was gevallen blijft nog een handvol sneeuw krampachtige pogingen doen om nog een beetje wit te lijken. Vergeefs…

Maar vanmiddag scheen de zon, en niets kon ons dus uit de tuin houden…
Heerlijk was het, om te zien hoe alles nu bijna van dag tot dag verandert. Wie durft er daar beweren dat de winter in de tuin saai is?
De sneeuwklokjes die op nieuwjaarsdag nog maar enkele sprietjes aarzelend groen laten zien, steken nu hun knopjes al reikhalzend naar de schaarse straaltjes zon. Onder de beuken ontdek ik zowaar de eerste blaadjes van het speenkruid, en overal duiken alweer de donzige rozetten van de zachte ooievaarsbek op. En zelfs de vuurwantsen waren al hun eerste zonnebad aan het nemen.

Maar er stond ook werk op het programma:
Lees verder “De eerste Tuinwerkdag – At Work in the Garden”

Kastanjes Rapen – Picking Chestnuts

Vijftien jaar geleden hebben we in onze tuin een aantal kastanjeboompjes geplant die we zelf uit geraapte kastanjes gezaaid hadden.
Intussen zijn ze al flink gegroeid, al blijven het jonge boompjes. En sinds een aantal jaren hebben we dus ook elke herfst flink wat kastanjes. E̩n boom heeft veel en dikke vruchten, een andere heeft er net zo veel, maar die zijn een maatje kleiner. Een derde heeft vruchtjes die het rapen niet waard zijn, en de vierde Рen grootste boom Рheeft voorlopig nog geen enkele kastanje gegeven.

Maar de twee eerste geven samen al een flinke oogst, en na de uitdaging van ‘creatief met pompoenen’ en ‘creatief met courgetten’, dringt zich nu de vraag op hoe ik die kilo’s kastanjes tot iets lekkers kan verwerken. Iemand met originele suggesties?

Sweet Chestnut

Fifteen years ago, we’ve sown some sweet chestnuts and planted the seedlings in our garden. Meanwhile they have grown into small trees, and in the last few years they gave us quite a harvest.
One of the trees gives large amounts of giant chestnuts, and the one in the front yard has many smaller fruits. A third one also give some chestnuts, but they are so small, that it isn’t worth the effort to pick them. And the last one is the largest tree, but we haven’t found even one chestnut underneath.

But still we have a really good harvest, and so I’m looking for original suggestions for processing those fruits…
Someone?

Bos in wording – Woodland to be

bos in wording - woodland to be
(to English text)

Toen we ons huis 15 jaar geleden kochten, was achteraan in de tuin over de hele breedte van de tuin een strook van 15 m diep beplant met berken van toen zowat 10 jaar oud.
Ook op het naburige perceel was zo’n strook berken geplant. Vijf jaar geleden konden we onze tuin met dat perceel uitbreiden, maar de berken, die waren een paar maanden eerder als brandhout gerooid. Dat braakliggende ex-berkenbosje hebben we sindsdien min of meer onaangeroerd gelaten, en nieuwsgierig de spontane evolutie ervan gevolgd.
In tegenstelling tot de rest van het nieuwe perceel, schoten er in die ‘oude boshoek’ eigenlijk nauwelijks berken op. De rest van het nieuwe perceel was bijna tien jaar als maisveld in gebruik geweest, en was dus een kale lap grond waarin de ‘pionierende’ berkjes snel voet aan wal zetten. Maar in het gerooide berkenbos was de bodem met een kruid- en strooisellaag bedekt, en kregen de aanwezige berkenzaden weinig kans.

Toch heeft de ‘oude boshoek’ sindsdien stilaan weer een bosachtig karakter gekregen. ‘Alles’ wat er spontaan opschiet laten we groeien, behalve Amerikaanse eik (Quercus rubra) en Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina), die zich hier immers als agressief woekerende exoten gedragen, die inheemse soorten dreigen te verdringen.
We hebben dus in die zone van de tuin geen enkele boom aangeplant, en toch groeien er intussen een heleboel: behalve een paar schaarse schaarse berkjes vind je er lijsterbes, vlier, zomereik, behoorlijk wat haagbeuk, drie taxussen (één van onze weinige écht inheemse naaldbomen – al zijn jonge ‘wilde’ planten allicht ontsnapte tuinexemplaren), twee essen, hazelaars, een hulstbosje.
Ook de ondergroei is dicht… veel (te veel) bramen, maar ook frambozen, kruisbessen, een aalbesstruikje.
Er groeien verschillende kamperfoelies en klimop, en nog heel wat kruidachtige planten.
In de uiterste noordwestelijke hoek is blijkbaar ooit tuinafval ‘gesluikstort’, want daar proberen vooral pachysandra en schijnaardbei op te boksen tegen het inheemse geweld.

De tijd ontbreekt ons om dit bosje ‘beheersmatig’ aan te pakken. Vooral de bramen zouden wellicht toch wat in toom moeten worden gehouden… Maar voorlopig vergt de rest van de tuin – al is die lang niet zo arbeidsintensief als een klassieke tuin – toch nog het nodige werk, en blijft het bos onaangeroerd.

(Over de foto: de dennen op de achtergrond horen niet bij onze tuin. De eiken die er net voor staan – de meest linkse is het best herkenbaar – staan net binnen de perceelgrens.)

Eik, taxus, Masjoefel - Oak, Yew, Machoofle"
Eik, taxus, Masjoefel - Oak, Yew, Machoofle

Woodland to be

When we bought our house 15 years ago, the farthest part of the garden was planted with birches, that then were about 10 years old.
On the neighbouring terrain, an equal part was planted with those trees. Five years ago, we could buy that terrain, but six months earlier, the birches were cut down for firewood.
Since then, we barely touched that fallow former birch-grove, and looked curious at the spontaneous evolution.

Contrary to the rest of the terrain, in the former birch-grove didn’t sprout many new birches. The remaining part of the terrain had been a cornfield for ten years, and when we bought it, it was bare soil and birches sprouted by the hundreds. But in the cut-down birch-grove was a layer of herbs and humus, and the birchseeds didn’t seem to germinate there so easily.

But in the past five years, that corner regained a bit of a ‘woodland’ aspect again. We let grow every tree that sprouted, only Red oak (Quercus rubra) and Black cherry (Prunus serotina) – both invasive species here – are cut down, as they suppress our native trees.
We haven’t planted a single tree in that part of the garden, and yet there are growing lots of them: apart from some birches you find Rowan (Sorbus aucuparia), Elder (Sambucus nigra), English oak (Quercus robur), Hornbeam (Carpinus betulus), three yews, two Ashes (Fraxinus excelsior), Hazels, a Holly.
The undergrowth is dense, too. (Too) many brambles, some raspberries, gooseberries, red currants…
There are a few Honeysuckles and there is Ivy, and lots of herbacious plants.
In the north-western corner, where in the past someone must have dumped some rubbish from his garden, Pachysandra and Mock Strawberry (Potentilla indica) try to concur with the native ones.

I’m afraid we don’t have the time for some real management of this part of the garden. I guess we should do something about the brambles, but the rest ofthe garden already demands quite some time (although not so much as it should need when it was more of a classical garden), so this small piece of woodland to be remains as it is… untouched.

(About the first picture: the pine-trees in the background are not in our garden. The row of English oaks just before – the one to the left you can still recognize as an English oak – are just within the boundary. )

Warrelknoest – Burr, burl

Warrelknoest op ruwe berk - Burr (Burl) on silver Birch
Warrelknoest op ruwe berk - Burr (Burl) on silver Birch

(to english text)

In het strookje berkenaanplant achter in onze tuin staat één boompje dat me al meteen opviel toen we ons huis 15 jaar geleden kochten.
Het is een schriel ding, veel dunner dan de andere – even oude – bomen, en op een hoogte van zowat 3 meter zit er een kolossale vergroeiing op de stam. Dat stammetje heeft een doorsnede van nog geen 10 cm, maar die dikke puist kan je met beide armen amper omvatten, heeft een doorsnede van wel 40 cm.

Ik heb me lang afgevraagd wat dit was? een soort heksenbezem (infectie met de schimmel Taphrina betulina) die geen bezem was?
Lees verder “Warrelknoest – Burr, burl”

Wie is de Dader? Whodunit?

Geschilde linden-takken | Peeled limetree-branches
Geschilde linden-takken | Peeled limetree-branches

(to english text)

Elke winter zien we ergens in de tuin dit fenomeen opduiken: van een aantal bomen worden een paar takken volledig ‘geschild’. Soms is de bast verdwenen, maar vaak hangt de schors er nog in repen bij.
In de eerste jaren dat we hier woonden, vroegen we ons nog wel eens af of reeën dit kunnen veroorzaken, maar die verdenking verdween langzaamaan, omdat de tuin stilaan van buitenaf minder toegankelijk werd doordat de meidoornheg steeds dichter werd. Bovendien hebben we de voorbije jaren aan ‘onze’ kant van het kanaal geen reeën meer gezien – allicht omdat de bebouwing toch is toegenomen.
En deze winter moeten we al helemaal niet meer in de richting van reeën denken: de takken die op deze manier onder handen zijn genomen, bevinden zich allemaal minstens een meter of drie van de grond.

Onze verdenking gaat op dit ogenblik dan ook naar eekhoorns. Iemand die een andere en wellicht betere suggestie heeft?

(En als je dit soort raadsels leuk vind… Op het blog van the Everyday Adventurer las ik maandag een berichtje over nog zo’n onverklaarde ‘mystery marks‘ op een tak in het bos…)

Whodunit?

Every winter, we discover this phenomenon somewhere in the garden: the bark of some branches is completely peeled off. Sometimes the bark is gone, but more often it is hanging down like on this picture.
In the first year we lived here, we asked ourselves if deer could probably do this. But that suspicion has long gone: The hawthornhedge is now so dense, that the garden is no longer accessible for those animals. Moreover, we haven’t seen deers in the immediate neighbourhood anymore since years.

And this winter it is completely obvious that deer can’t cause this damage: the peeled branches are all at least 3-4 meters high.
So now we are considering squirrels… Or is there anybody who has a more plausible suggestion?

(And if you like this kind of riddles: The Everyday Adventurer also showed some unexplained ‘Mystery Marks‘ on his blog last monday.)

Onze Eik – Our Oak

Ons huis, de Beuken  en de eik | Our house, the Beeches and the Oak
Ons huis, de Beuken (l) en de Eik (r) | Our house, the Beeches (l) and the Oak (r)

(to English text)

Zo’n 15 jaar geleden woonden we in een rijhuis in de stad, maar zochten een huis ‘op den buiten’, met liefst een flinke tuin.
En op een keer zagen we weer eens een advertentie staan van een huisje met een grote tuin, en we gingen een kijkje nemen.

Tja, dat het huis nauwelijks meer was dan een krot, en dat er een meer dan grondige renovatie nodig was, dat viel ons nauwelijks op…
Maar dat er vlak naast het huis een hele oude eik stond, dat hadden we wel gezien, net zoals de grote beuken vlak achter het huis. En op die bomen werden we halsoverkop verliefd, en niet veel later hebben we het huisje dan ook gekocht. (En het had een flinke tuin: 3900 m²)
Intussen wisten we al, dat de eik niet óp, maar net naast ons perceel stond, maar daar maakten we ons niet al te druk om: we hadden de boom in ons hart gesloten en wilden onder zijn kruin leven.

We hoorden ook wat meer over de geschiedenis van de boom:
Lees verder “Onze Eik – Our Oak”

Appeltje voor de dorst

Appeltje voor de dorst
Appeltje voor de dorst
Misschien herinneren jullie je nog mijn berichtje over die ene appelboom waarvan de vruchten door al maandenlang door mens en dier versmaad werden?
De voorbije jaren hebben de appelen eigenlijk het grootste deel van de winter aan de boom gehangen, en toen ze tenslotte toch vielen, zijn ze onaangeroerd naar de composthoop verhuisd.
 
Ik besloot vorige maand mijn verhaal met

Misschien moet het gewoon zo zijn…  zes bomen met snoepjes voor mens en dier vanaf de vroege herfst, en één boom met ‘appeltjes voor de honger’, voor als de winter op z’n strengst is.

 
Het was alsof ik voorzag wat komen ging: Na een week van sneeuw en twee weken vorst, is de boom helemaal kaal, en op de foto zie je het enige restant van de tientallen appelen die een maand geleden nog aan de takken hingen… Dagenlang hebben er voortdurend merels aan een uitgebreide dis van (bevroren) appelmoes gezeten…

Hulst – Ilex aquifolium

Hulst - Foto: Whatsthatpicture. Creative Commons License
Hulst - Foto: Whatsthatpicture. Creative Commons License
De hulst is onze enige inheemse wintergroene loofboom. En in hele strenge winters is zelfs dat ‘wintergroen’ relatief, want soms verliest de boom dan zijn blad toch grotendeels.
Lees verder “Hulst – Ilex aquifolium”

Wilgen knotten


Eigenlijk had ik het hele karweitje willen uitstellen tot aan het eind van de winter, omdat ik geen zin had om de rest van de winter tegen die kaalgezaagde stammen aan te kijken. Maar wilgen knotten is uiteindelijk een werkje dat je de hele winter door kan doen, en over een paar maanden is er weer zoveel ander werk in de tuin, dat de wilgen er bij in zouden kunnen schieten.
En dus heb ik me niet zoals Bart laten verleiden door het excuus van het vriesweer, maar hebben zoonlief en ik snoeischaar en -zaag ter hand genomen.
Bart heeft natuurlijk gelijk dat je het ‘fijnere snoeiwerk’ bij vriesweer best even uitstelt. Tere planten als lavendel en roos lopen inderdaad het risico dat de snoeiwonden wat invriezen als je nu gaat kapper spelen. Maar het grove werk moet echt niet uitgesteld worden omwille van een paar graden vorst.

Lees verder “Wilgen knotten”

Winterse silhouetten – de eik

Quercus robur, wintereik. Foto: 1967geezer - Creative Commons License
Eén van de charmes van de winter, is het feit dat de boomsilhouetten zo mooi afsteken tegen de (af en toe) helderblauwe lucht.
Hier in de Zuiderkempen is de zomereik een boom die je heel veel ziet. Vroeger werden akkers en velden vaak van elkaar gescheiden door ‘een eikenkant’, die behalve als perceelgrens ook als houtvoorraad (voor stookhout en ‘boerengeriefhout’) diende. Er wordt wel gezegd, dat een houtkant van honderd meter lengte voldoende was om een boerenwoning continu van brandhout te voorzien: elk jaar werd 10 meter gekapt, en na tien jaar was je dus aan het einde van de rij gekomen. Maar intussen was de eerste tien meter ook opnieuw kaprijp.

De zomereik (Quercus robur) is de meest voorkomende inheemse eik. De wintereik komt in onze streken weinig voor, ook al omdat die toch de voorkeur geeft aan een gemiddelde temperatuur die net een tikkeltje hoger is.
Maar toch even een trucje om de twee van elkaar te onderscheiden: De Zomereik heeft bladeren Zonder steeltje, en de bladeren van de Wintereik hebben Wel een steeltje.
Ja, en dat trucje kan je ook nu nog hier en daar toepassen, want al is het intussen begin december, toch hebben veel inheemse eiken nog flink wat, weliswaar bruin verdroogde, bladeren. Die eiken verliezen hun blad immers pas echt helemaal tegen het eind van de winter.

Een oude zomereik is het hele jaar door een imposante verschijning, maar eigenlijk vind ik de boom in zijn winterse naaktheid nog op zijn mooist. Zelfs een gehavend exemplaar zoals hierboven op de foto straalt kracht en schoonheid uit. De eik op de foto staat in het Windsor Great Park in Berkshire (een foto van 1967geezer, Creative Commons Licentie), maar gelijkaardige landschappen zie je hier en daar in Zuiderkempen gelukkig ook nog wel.
Op Muggenbeets blog vind je een leuke fotomontage van de duizendjarige eik in Lummen. In vogelvlucht niet ver hiervandaan, maar wel aan de andere (voor mij nog steeds ‘de goeie’) kant van de Limburgs-Antwerpse provinciegrens.
Ik vraag me af, hoe het silhouet zal zijn van de Quercus robur ‘fastigiata’ die de laatste jaren regelmatig als straatboom wordt aangeplant. Het is een cultivar die een smalle, opgaande groeiwijze heeft, en in tegenstelling tot de soort dus ook geschikt is om in straten te worden gepland. Er valt natuurlijk heel wat voor te zeggen, dat gekozen wordt voor (een cultivar van) een inheemse soort in plaats van voor een echte uitheemse boom, maar tegelijk vraag ik me toch af, of niet beter voor een inheemse soort zou worden gekozen die van nature een kleinere omvang houdt.

Helaas vallen er de laatste jaren toch regelmatig slachtoffers bij de eiken tussen de velden in de streek: Hier vlakbij in de buurt bewerkt een boer al jarenlang een akker, die door een prachtige rij eiken gescheiden was van het aangrenzende perceel. Een jaar of tien geleden kwam dat tweede perceel vrij, en werd meteen door de boer gekocht. Sindsdien stierven er jaarlijks telkens één of twee eiken… Of de reden een veel te dichtbij ploegen was, of dat de boom met een kettingzaag even geringd is, dat durf ik niet zeggen, maar ik ben er zo goed als zeker van, dat het niet zomaar toevallig gebeurde. Momenteel rest er nog één boom van de oude bomenrij.