Tag: inheemse flora

Inheems? Uitheems? En wat dan nog? – Native? Exotic? So what?

(To English translation)

Salix caprea - Boswilg - Goat willow
Salix caprea - Boswilg - Goat willow
(De foto’s bij dit stukje zijn allemaal inheemse planten die spontaan in mijn tuin zijn terechtgekomen.)
 
Begin vorige week postte Town Mouse een berichtje met als titel ‘Native? Exotic? Invasive? Say what?’, en Onderdenappelboom sloot de week af met de vraag ‘Wat is Eco?’. Begin deze week had Jan het dan weer over wat een ecologische tuin voor hem precies betekent.

En dat brengt me ertoe even te willen vertellen wat ‘inheems’ en ‘uitheems’ voor mijn tuinieren betekent…

Want waar het in de VS vrij simpel is om een onderscheid te maken tussen ‘inheems’ en ‘exoot’…

Exotics are plants that didn’t grow here before the white settlers arrived.

…ligt dat voor Europa niet zo eenvoudig.

Lees verder “Inheems? Uitheems? En wat dan nog? – Native? Exotic? So what?”

Gewone brunel – etymologie

Brunel. Deutschlands Flora in Abbildungen - Sturm (Public domaine)De Nederlandse geslachtsnaam van de brunel is duidelijk verwant met de Botanische geslachtsnaam (Prunella), en vertoont ook veel gelijkenis met de Duitse geslachtsnaam ‘Braunelle’. En precies daarom heeft de naam mij altijd geïntrigeerd: is ‘brunel’ een vervorming van ‘Prunella’, of waren de namen brunel en/of Braunelle er eerst?

Soms wordt wel eens gezegd dat ‘Prunella’ wijst op de pruim-kleur van het plantje, en dat in de Nederlandse en de Duitse namen die begin-p doffer geworden is, en in een ‘b’ veranderde.
Andere bronnen zeggen dan weer, dat Linnaeus het oorspronkelijke ‘Brunella’, dat zou zijn afgeleid van het Nederhoogduitse ‘Braunelle’ of ‘Brunelle’ veranderde in ‘Prunella’. Maar absolute bevestiging heb ik voorlopig nog voor geen van beide verklaringen gevonden.
Het ‘Etymologisches Wörterbuch der botanischen Pflanzennamen‘, dat ik bij dit soort raadsels graag consulteer, blijft immers ook op die twee benen hinken, zij het met een lichte voorkeur voor de ‘pruimachtige’ variant.

Mocht iemand hierover dus met iets meer zekerheid wat kunnen zeggen, dan hoor ik het graag!

Wat bloeit er in November?

Dolle kervel - Chaerophyllum temulum. AnneTanne, Creative Commons licenseNet zoals een paar weken geleden heb ik opnieuw genoteerd welke planten ik allemaal bloeiend in mijn tuin terugvind deze maand.

Zoals je ziet, is de lijst zelfs nog een beetje langer dan vorige keer, ik kom aan ruim 60 verschillende soorten in meer dan 50 geslachten. Dat ligt er waarschijnlijk niet zozeer aan, dat er echt meer planten in bloei staan, maar dat ik het lijstje van vorige keer opstelde tijdens één wandeling door de tuin, terwijl ik sindsdien continu mijn ogen openhoud, en aantekeningen maak over wat ik zie bloeien.

Toch zijn er een paar bloeiers die vorige maand zeker niet van de partij waren:
– De apothekersroos (Rosa gallica ‘officinalis’) had toen wel een knop, maar die is nu dus open gekomen.
– De zachte ooievaarsbek (Geranium mollis) had vrijwel zeker geen bloemetjes.
– en ook het Robertskruid (Geranium robertianum) niet.

Op de foto zie je Dolle kervel, één van de vele schermbloemigen. Die soorten zijn vaak lastig uit elkaar te kennen, en de familie omvat naast hele genietbare exemplaren (worteltjes, venkel, dille…) ook een aantal erg giftige rakkers, zoals onder andere Dolle kervel.
Die kan je onder andere herkennen aan de bloemschermen die, wanneer ze nog in knop staan, zoals hier links op de foto geknikt naar beneden hangen. Een ander herkenningsteken, maar hier op deze – verkleinde – foto niet te zien, zijn de roodachtige vlekjes op de stengel. Lees verder “Wat bloeit er in November?”

Wie het kleine niet eert

Silene nutans - Nachtsilene (toestand bij dag)Toen ik een keer op de kwekerij was – een kwekerij van kruiden en inheemse wilde planten – vertelde de eigenaar me het volgende verhaal:
Op een dag kwam er een man van een jaar of 60-70 voorbij de kwekerij gefietst. Hij stopte, en kuierde op zijn gemak een tijdje rond, en sprak toen de eigenaar aan: “Als ik het goe snap… Gij zet onkruid in pottekes en dan verkoopte-gij dat?”
Ja… bij Ecoflora verkopen ze dat… En meer nog, er zijn mensen die dat kopen ook!
En ik ben dus één van die gekke mensen…

Tja, ik heb nu eenmaal die tic. Ik ben enorm geboeid door inheemse wilde planten, ze hoeven niet eens ooit een medicinale toepassing hebben gehad. En omdat de natuurlijke biotopen van veel planten steeds schaarser worden, vinden ze in onze tuin een wijkplaats, en worden ze zelfs bewonderd.
Want eerlijk is eerlijk, in je eigen tuin neem je veel meer de tijd om plantjes op hun gemak te bekijken. Neem nu bijvoorbeeld de nachtsilene hierboven. Overdag een bloemetje waar je zonder moeite aan voorbijloopt. De groene kelk van de bloem is zowat 1,5 cm lang, de lange stamper komt een kleine centimeter uit het bloempje gepiept en de bloemblaadjes? Ach, die zijn overdag helemaal opgerold…
Silene nutans - nachtsilene

Maar als je dan de moeite neemt om van dichtbij te kijken, dan is het bloempje zelfs in opgerolde toestand van een bijna etherische schoonheid.

Tegen de avond ontrollen de bloemblaadjes zich, en hangen als een groep elfjes zachtjes te trillen in de avondbries, terwijl ze een zachte geur verspreiden.
Natuurlijk moet niet je hele tuin uit dit soort ‘onooglijke’ juweeltjes bestaan… Je tuin moet niet alleen van heel dichtbij boeien, maar ook vanuit de verte aantrekkelijk zijn. Maar naast forse kleurvlekken van goed gekozen cultivars, voegt de onopvallende charme van wilde bloemen ook wat extra’s aan je tuin toe.

===

Een ander ‘juweeltje’ is eerder van het ‘ruwe bolster / blanke pit’-soort.
Ik denk dat iedereen hartgespan al wel een keer gezien heeft, of er minstens onachtzaam aan voorbijgelopen is.
In het Fries zou ze ‘Bermnessel’ heten, en inderdaad komt ze vaak in bermen en ruigten voor.

Leonurus cardiaca - Hartgespan
Ze is groot en fors, met opvallend handvormig gedeeld blad. (Een bezoeker in mijn tuin, die niet echt veel van planten kende, heeft zich bij dit kruid een keer staan afvragen of ik soms cannabis in mijn voortuin kweekte.)

Het is een plant die je in een border een plaatsje geeft niet te ver naar voor, als een donkergroene achtergrond voor een lichtgekleurde bloem… en die door zijn opgaande lijn en door zijn bladvorm een extra accent geeft. De plant, een lipbloemige, bloeit met kleine, roosgekleurde bloemetjes, die op het eerste gezicht weinig bijzonder zijn…

Maar opnieuw wacht je een verrassing als je de bloem van dichtbij gaat bekijken.
Het is niet het vuilroze, onooglijke bloemetje dat je dacht te vinden (eerlijk gezegd, toen ik de plant in mijn tuin zette, had ik zelfs nauwelijks iets van kleurige bloemen verwacht… het uiterlijk en de normale groeiplaats van de plant deden mij een onopvallende grijsgroene bloeiwijze, genre netel of melde, verwachten)…

Leonurus cardiaca - hartgespan

In plaats van het roze bloempje dat je verwachte, gaapt je een donkerrode muil aan, waarvan de agressiviteit echter helemaal verzacht wordt door het zachte grijze bontjasje aan de buitenkant van de bloem.

===

Nee, veel inheemse wilde planten zijn geen mediasterren in een gala-outfit, maar blijken op hun eigen bescheiden wijze vaak verrassend stijlvol…
En precies in die bescheidenheid ligt voor mij een deel van hun bijzondere aantrekkingskracht…

Tot kletsens…

Belofte maakt schuld… Medicinaal gebruik van het herderstasje.

Tja, een beetje later dan gepland…¦
Ik heb nog steeds behoefte aan een agenda van elastiek, je weet wel, zo één waar je activiteiten aan kan blijven toevoegen, zonder dat je het te druk krijgt¦

Maar ik ging het toch over het Herderstasje hebben?
Ik vertelde in mijn verhaaltje over de naamgeving al, dat het herderstasje in het verleden ook wel bloedkruid werd genoemd, omwille van zijn samentrekkende eigenschappen en het daaruit volgende gebruik bij bloedingen. En ook tegenwoordig wordt het herderstasje vooral gebruikt bij bloedingen. Het kruid wordt onder andere toegepast bij inwendige bloedingen zoals menoragghieën (overvloedig menstrueel bloedverlies) en metroragghieën (baarmoederbloeding die geen verband heeft met de menstruele cyclus), maar ook bij uitwendige bloedingen zoals een bloedneus of bloedend tandvlees. En in het verleden was het vertrouwen in de bloedstelpende kwaliteiten van het herderstasje wel heel groot. Men geloofde dat een bloeding uit het rechterneusgat gestopt kon worden door een herderstasjes-plant in de linkerhand te houden en omgekeerd.
Daarnaast heeft het herderstasje net zoals bijvoorbeeld meidoorn een regulerend effect op de bloeddruk: het verlaagt een te hoge, en verhoogt een te lage bloeddruk. (Maar gebruik het kruid bij de behandeling van bloeddrukproblemen enkel onder dokterstoezicht!) Ook stimuleert het de bloedsomloop, en kan daarom een toepassing krijgen bij spataderen en zware benen als gevolg daarvan.
Het herderstasje is vochtafdrijvend, en een urinair antisepticum, maar dit zijn zeker geen belangrijke indicaties van het kruidje.

Er zijn weinig bijwerkingen of contra-indicaties bekend voor het herderstasje, maar het gebruik wordt ontraden tijdens de zwangerschap omdat het eventueel contracties kan opwekken. (Na de bevalling kan het dan wel weer nuttig zijn, bv bij post-partum bloedingen.)
Net zoals bij veel andere kruiden is wel enige voorzichtigheid geboden bij de combinatie met bepaalde geneesmiddelen. Zeker wanneer je medicijnen gebruikt tegen hartritmestoornissen, bepaalde plaspillen, digitalis-preparaten en theophylline (gebruikt bij asthma) moet je met je arts overleggen. Theoretisch kan er ook interactie zijn tussen herderstasje en medicijnen gebruikt bij de behandeling van lage bloeddruk, of bij MAO-remmers (een bepaald soort, relatief weinig gebruikte anti-depressiva. Als je deze antidepressiva gebruikt zal je steeds gewaarschuwd worden dat je geen voedsel mag gebruiken dat tyramine bevat, zoals noten en oude kaas. Ook herderstasje bevat een beetje tyramine, maar die hoeveelheid zal over het algemeen verwaarloosbaar zijn.)
Ik wil met deze laatste toevoeging, over problemen bij het combineren van kruiden met geneesmiddelen, geen paniek zaaien, maar er wel even op wijzen dat wanneer kruiden gebruikt worden omwille van hun medicinale werking (en je dus over het algemeen dagen lang hetzelfde kruid gebruikt), je er toch rekening mee moet houden dat je niet altijd straffeloos kruidengeneesmiddelen en andere geneesmiddelen door elkaar mag gebruiken. ‘Natuurlijk’ betekent niet perse onschadelijk.
Vooral mensen die bloedverdunnend middelen gebruiken moet zich goed realiseren dat veel kruiden (niet het herderstasje) niet goed samengaan met die medicijnen, en dat ze als ze kruiden toevoegen aan hun bloedverdunners, ze hun arts daarvan op de hoogte moeten brengen en eventueel hun bloedstolling extra moeten laten controleren!

Foto: Fried Kampes ©.
Let op: op de foto bij dit artikel is geen Creative Commons Licentie van toepassing, maar geldt het gewone copyright.

Herderstasje – naamgeving

Capsella bursa-pastoris - herderstasje. Foto: AnneTanne, Creative Commons LicenseMaandag kondigde ik al aan dat ik wat meer zou vertellen over de etymologie van het herderstasje. Maar moet ik eigenlijk nog iets vertellen over de herkomst van de naam van dat woord? Het is zo’n algemeen bekend verhaal: De driehoekige hauwtjes van het plantje lijken heel erg op de tas waarin een herder zijn spulletjes met zich meedroeg. En die tas lijkt wel een heel erg universeel model te zijn geweest, want naast het Nederlandse herderstasje en het Engelse Shepherd’s purse, zijn er het Duitse Hirtentäschelkraut en het Franse capselle bourse-à-pasteur of gewoon bourse-à-pasteur. En inderdaad, ook het ‘bursa-pastoris’ in de botanische naam is letterlijk ’tas van de herder’. In ‘Capsella’ herken je ‘capsule’, en inderdaad betekent het iets als omhulseltje, doosje.

Ook een heleboel andere volksnamen verwijzen naar de vorm van de hauwtjes: beursjeskruid, tasjes, tasjeskruid, taskruid, tassen…. elders is het moederstasje of zakjesbloem. Dodoens kent het plantje als Teskenscruyt en Borsekenscruyt (beursjeskruid).
In de Middeleeuwen zou het kruid hier ook bekend geweest zijn als Bloedkruid, omwille van de samentrekkende eigenschappen van de plant (daarover volgende keer meer). Die naam vind je ook terug bij Hildegard von Bingen, die het ‘Blutwurz’ noemt.
In heel wat streken bestaan volksnamen die verwijzen naar de ‘lepeltjes’vorm van de hauwtjes (is het overdreven romantisch als ik er veel liever een herderstas in zie?), zoals lepelaar, lepelblad, lepeltjeskruid… Ook wordt wel eens gesproken van lepels-en-vorken (waarbij de lange vruchtentros de vork zou voorstellen).

Engelse volksnamen zijn onder meer shovelweed, Lady’s purse, witches pouches, pickpocket, mother’s heart, case weed, St James’ wort, rattle pouches, pepper-and-salt, clappedepouch, pickpurse, poor-man’s permecetty, toywort, shepherd’s sprout…
Een beetje uitleg bij een paar van die namen… Ik vermoed dat ‘pepper-and-salt’ verwijst naar het gebruik van het gemalen zaad als condiment (zie ook mijn vorige post over herderstasje). Clappedepouch is een Ierse, rattle pouch een Engelse benaming, die verwijzen naar enerzijds de ratel (clapper, rattle), anderzijds de op een lange stok bevestigde bedelnap (pouch) die bedelaars bij zich hadden.
Het Engelse pickpocket/pickpurse (zakkenroller), het Duitse Beutelschnittler (beurzensnijder) en het Friese Sekkedief zouden slaan op het feit dat het een akkeronkruid is dat (dus) de boer besteelt.
Poor man’s permecetty (of pharmacetty), armeluisapotheek, wijst natuurlijk op het medicinaal gebruik….
Er bestaan/bestonden in onze contreien heel wat kinderspelletjes (vooral plaagspelletjes – hé, dat is ook een idee voor een blogje…) met herderstasje. Allicht bestonden die elders ook, en het Engelse toywort getuigt daarvan.

Tot kletsens…

Capsella bursa-pastoris – Herderstasje

Herderstasje - capsella-bursapastoris. Foto: AnneTanne, Creative Commons licenseDeze week wil ik wat over het herderstasje vertellen.
De naamgeving en de medicinale werking komen later in de week aan bod, vandaag wil ik iets vertellen wat maar weinig bekend is.
Dat onschuldige kleine plantje, dat de meesten van ons al kennen van in onze kinderjaren, dat plantje… is een vleesetend plantje!
Nee, geen veelvraat zoals de zonnedauw, die mugjes en kleine vliegjes verorbert, maar letterlijk ondergronds…
Op welk punt in de evolutie het gebeurt is, is niet bekend. Wellicht dat door een of andere oorzaak de bodem waarop de voorvaderen van het plantje groeide snel in voedselrijkdom achteruitging, wellicht door kaalslag na een doortocht van plantenverslindende dinosaurussen en daaropvolgende erosie… En toen was er die ene stap in de evolutie… een gelukkige mutatie, die van het plantje een carnivoor maakt en voortaan de kiemende zaadjes voorziet van wat meer voedsel:
De zaadjes van het herderstasje scheiden in de bodem een kleverige zoete substantie af, die micro-organismen die in de grond aanwezig zijn lokken. Die worden gevangen in de substantie en sterven er, waarna de inhoudsstoffen door de kiemende zaden worden opgenomen en de plant tot ontwikkeling komt.

Herderstasje is, zoals alle leden van de familie van de kruisbloemigen, een eetbare plant, maar echt smakelijk durf ik het niet noemen. Toch wordt het al heel lang beschreven als een kruid dat aan groentenbouillons kan worden toegevoegd, en dat, net zoals bv paardenbloemblad, aan voorjaarsslaatjes kan worden toegevoegd. Ik vond zelfs een boek, waarin de gedroogde en gemalen zaadjes (één plant produceert er tot 40.000!) als kruiderij beschrijft. Ik moet toegeven dat ik dit zelf nog niet heb uitgeprobeerd.

Overigens, in mijn tuin groeit erg weinig herderstasje… Vorig jaar heb ik er een keer lang naar gezocht, en uiteindelijk een paar plantjes gevonden. Dit jaar schoot er dus wel een plantje op (zie foto) in een voeg tussen een paar kasseien. Wellicht dat mijn tuin over het algemeen te ‘begroeid’ is om het een aantrekkelijk biotoop voor het plantje te maken. Net zoals alle éénjarigen heeft het toch liefst even wat kale grond om te kunnen ontkiemen….