Categorie: Mieren

Wortelluis – een detectiveverhaal…

Lasius flavus - Gele weidemierJarenlang heb ik me het hoofd gebroken over een vreemde soort plantensterfte in mijn tomatenserre. Intussen lijkt het erop, dat er sprake is van wortelluis (niet: oranje peentjes-luis maar ‘plantenwortelluis’) – maar op het interwebse vond ik aanvankelijk nauwelijks Europese – laat staan Nederlandstalige – informatie over dat beestje.
Ging het om een door internationaal verkeer en klimaatswijziging oprukkend exotisch fenomeen? Of is het iets ‘inheems’ dat weinig bekend is?
Op het gevaar af hier een voor iedereen volkomen oninteressant postje te plegen, wil ik mijn observaties van de afgelopen jaren toch eens op een rij zetten.

Lees verder “Wortelluis – een detectiveverhaal…”

Rooibos, mieren en nog wat

Rooibos - Foto: Winfried Bruenken - Creative Commons LicenseDe voorbije weken merk ik dat er regelmatig mensen op deze blog terechtkomen, op zoek naar informatie over Rooibos (dat één of twee keer in een commentaar ter sprake kwam). Hoog tijd dus om daar eens wat aandacht aan te besteden.
Vandaag eerst over een paar botanische aspecten, die zaken die heel vaak onbesproken blijven, in een volgend artikel wat meer over de voor- en nadelen van deze plant.

Lees verder “Rooibos, mieren en nog wat”

Mierenplanten

speenkruid - Ranunculus ficaria (Foto: AnneTanne - Creative Commons License)Prachtig toch, hoe de natuur in mekaar zit!
De manier bijvoorbeeld, waarop de planten hun zaden verspreiden: Het heeft me altijd geboeit geboeid (met dank aan Bart voor de oplettendheid!) welke trucjes daarvoor zoal worden toegepast. En één van die trucjes heet met een heel duur woord myrmecochorie. Dat woord is bedacht door de Zweedse bioloog Rutger Sernander, en is samengesteld uit de Griekse woorden myrmex (mier) en chorein (gaan, trekken). Mijnheer Sernander toonde aan dat heel wat planten gebruik maken van de tomeloze werk- en verzamelwoede van mieren om hun zaden op een ander plekje te krijgen.
Lees verder “Mierenplanten”

Mieren in de tuin

Groene Specht

Enorm veel mierennesten in het hooilandje, dat vertelde ik een paar dagen geleden al.
Ze bleven me de afgelopen dagen bezighouden. Ik ging zoeken of ik ergens iets terugvond over de ecologische rol van mieren, en jawel hoor, ik vond een stukje uit een lezing van Edward Wilson, een bekend entomoloog, die zei:

Mieren zijn prachtig aangepast aan hun omgeving. Ze zijn erg belangrijk voor de ecologie van de aarde, want ze zijn niet alleen een van de talrijkste wezens op aarde, ze voeren ook nog heel veel belangrijke ecologische functies uit. Ze zijn beter dan regenwormen in het losmaken en omploegen van de bodem. Ze zijn de voornaamste roofvijanden van kleine insecten. Ze zijn ook de belangrijkste aaseters op aarde die de dode dieren opeten. Er zijn nog veel meer functies die zij uitvoeren.

Ik vroeg me meteen af, of daarin misschien een stukje zit van de verklaring van een ander fenomeen dat mij de afgelopen weken bezighield: Tot nu toe groeide er in ons hooilandje heel veel kruipende boterbloem, maar dit jaar is dat veel minder massaal aanwezig. Nu is die boterbloemsoort er typisch één die houdt van een verdichte bodem met een slechte structuur. Zouden al die mieren wellicht de bodem al zo goed hebben omgeploegd dat de die boterbloem zich plots veel minder goed thuisvoelt?

En waarom die foto van een groene specht bij dit mieren-stukje?
Al zolang wij hier wonen zie ik regelmatig een groene specht in de buurt rondvliegen, maar in februari van 2005 zag ik hem voor het eerst in de tuin. (Ik maakte bovenstaande foto toen door het venster heen, één van de eerste met mijn toen nog nieuwe toestel, met de eveneens nieuwe telelens los uit de hand, wegens geen tijd om mijn statief te voorschijn te halen.)
Vanaf toen zag ik de specht regelmatig in de tuin, en altijd zat hij op de grond, of vloog van de grond op. Aanvankelijk verbaasde me dat, ik wist niet beter of de groene specht was een ‘woodpecker’ net zoals zijn bonte familieleden, en vond zijn voedsel vooral in oud hout, maar wat zoekwerk leerde me algauw dat mieren, met name de rode bosmier, en hun larven het lievelingskostje vormen van deze vogel, en dat hij dus heel vaak fouragerend op de grond wordt aangetroffen. (Zijn nest heeft ie wel in boomholtes hoor….)
De afgelopen maanden had ik die groene specht niet meer in de tuin gezien, maar toen ik vanmiddag de deur uitliep, vloog hij plots weer vlak voor mij op. En toen realiseerde ik me weer eens, hoezeer alles in de natuur met elkaar kan samenhangen, en dat zelfs het verdwijnen van de kruipende boterbloem en de aanwezigheid van een groene specht eenzelfde oorzaak kunnen hebben…