Zwartmoeskervel doorheen de geschiedenis

  1. Zwartmoeskervel – vers groen in winterse dagen
  2. Zwartmoeskervel in de keuken
  3. Zwartmoeskervel doorheen de geschiedenis
  4. En waarom heet dat Zwart-Moes-Kervel?
  5. Doorwaskervel – Het blijft in de familie…
  6. Zwartmoeskervel, die lorejas zaait zichzelf uit!
  7. Gestoomde zwartmoeskervel

Vergeten groente? Vergeten groente!

Vorige week schreef ik al, dat je zwartmoeskervel terecht een vergeten groente kan noemen.
In de klassieke oudheid vinden we heel wat verwijzingen naar het gebruik van deze plant, zowel in de keuken als medicinaal.
En ook in de Middeleeuwen was zwartmoeskervel zeker geen onbekende.

Botanische prent van Zwartmoeskervel
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, ed. 3, vol. 4: t. 631 (1865)

Maar tegenwoordig vind je geen zwartmoeskervel in de supermarkt, en ook in de meeste moestuinen is het een grote onbekende.
In Vlaanderen vind je het hier en daar in Velt-middens, dankzij ambassadeurs als Lieven David en Hugo D’hooghe.
De meeste recepten voor zwartmoeskervel vind je op Engelse websites, en die gaan er vrijwel stuk voor stuk vanuit dat je de zwartmoeskervel in de vrije natuur gaat oogsten. In Engeland zou je de plant in de kuststreken in het zuiden nog regelmatig kunnen tegenkomen. In België is ze in het wild zo goed als onvindbaar, getuige dit kaartje van de ‘vindplaatsen’ in België in de laatste drie jaar. In Nederland wordt de plant hier en daar aan de kust, en vooral op Texel aangetroffen, maar het is ook in Nederland een zeer zeldzame plant. Niet in het wild oogsten dus!
Het is weliswaar geen ‘echte’ inheemse plant, maar een zogenaamde archeofyt: een plant die zich voor 1492 en met behulp van de mens in onze contreien gevestigd heeft.

Zwartmoeskervel in de prehistorie

Oorspronkelijk is Zwartmoeskervel – zoals de meeste archeofyten – afkomstig uit Klein-Azië en het gebied rond de Middellandse zee.
Op ‘Seedaholic.com’ wordt beweerd dat er aanwijzingen zijn dat de plant al werd verzameld in het neolithicum (vanaf 11.000 voor Christus), en dat ze al gekweekt werd in het ijzertijdperk.

De klassieke oudheid

In de vierde eeuw voor Christus was Zwartmoeskervel een erg populaire groente in het rijk van Alexander de Grote (daar komt dus de Engelse naam Alexanders vandaan!), en de Griekse botanist Theophrastus maakte in die periode melding van het gebruik van de plant. De stengels werden als groente bereid (zoals tegenwoordig bleekselder), en de zaden werden gebruikt als kruiderij.
In de eerste eeuw na Christus ging Dioskorides dieper in op het gebruik van deze plant in zijn ‘De Materia Medica‘.
Dioskorides zegt onder andere (mijn vertaling van de Duitse vertaling):

(De plant) wordt als groente gebruikt zoals selder. De wortel wordt gekookt of rauw gegeten, de bladeren en de stengels worden gekookt en als zodanig, of samen met vis klaargemaakt. Ze kan ook rauw in pekel gelegd worden. De zaden, gedronken in honingwijn (mede?), kunnen de menstruatie opwekken. Gedronken of ingewreven is het verwarmend bij koude rillingen en helpt het tegen een overactieve blaas. Ook de wortel is hiervoor bruikbaar.

Botanische prent van zwartmoeskervel
Zorn, J., Oskamp, D.L., Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen, vol. 6: t. 596 (1800)

Bij de Romeinen was de groente ook behoorlijk populair. In ‘De Re Coquinaria’ van Apicius, het enige (bewaarde) kookboek uit de oudheid, vind je dan ook verschillende recepten terug met Zwartmoeskervel.
Voor de nieuwsgierigen hier de link naar de recepten (met Nederlandse vertaling!):

In de Romeinse tijd werd Zwartmoeskervel over Centraal- en West-Europa verspreid.

De Middeleeuwen

Ook na de val van het Romeinse rijk bleef Zwartmoeskervel een belangrijke groente, en het werd aan het begin van de Middeleeuwen geteeld aan de Carolingische hoven. Op de lijst van groenten in de Capitulare de Villis is Zwartmoeskervel dan ook terug te vinden (onder de naam Olisatum).
Seedaholic.com kent documenten over de teelt van Zwartmoeskervel in Italië en België in de vijftiende eeuw.
Dat laatste zal zeker wel kloppen, want Rembert Dodoens beschrijft de plant (die hij Groote Eppe noemt) uitgebreid in het vijfde deel van zijn Cruijdeboeck (‘Cruyden, wortelen ende vruchten, diemen in die spijse ghebruyckt’) dat in 1554 gepubliceerd werd. Volgens Dodoens wordt de plant medicinaal gebruikt voor dezelfde indicaties als ‘Ghemeyne Peterselie’, maar de werking ervan vindt hij krachtiger. (Tegenwoordig is de gebruik als geneeskruid helemaal obsoleet te noemen.)
Over het voorkomen zegt hij:

Dese Eppe wast in sommighe landen in neere donckere plaetsen daer veel lombere es. Hier te lande wordt sy in der cruytliefhebbers hoven ghesaeyet.

In de laatste uitgave van het Cruydeboeck (verschenen in 1644, en geredigeerd door Joost van Ravelingen), klinkt het nog iets uitgebreider:

Dese Eppe wast in Arcadien, seydt Theophrastus, in neere donckere broeckachtighe plaetsen, daer veel lommer ende schaduwe is, als Dioscorides betuyght. Hier te lande wordt sy alleen in de cruydt-beminners hoven ghesaeyt.

‘Cruydt-beminners’, prachtig toch!

De verdwijning

Naast de vermelding in het Cruydeboeck van Dodoens uit 1644, wordt Zwartmoeskervel ook nog vernoemd door Jean-Baptiste de La Quintenie (1626-1688), die de moestuin van Versailles aanlegde. De La Quintenie vermeldt de plant enkel als een groente, die onder potten gebleekt, kan gebruikt worden als toevoeging aan winterse salades.
Vanaf die tijd verdwijnt Zwartmoeskervel langzaamaan uit de tuinen, en de plaats ervan – in de moestuin en in de keuken – wordt ingenomen door selder. Selder is een plant die ook al sinds de Romeinen geteeld werd, maar slechts op kleine schaal en vaak alleen als kruid. Op de site van de ‘Freundeskreis Botanischer Garten Aachen‘ zoekt men daarvoor een verklaring in klimaatswijziging: door de ‘kleine ijstijd’ die vanaf ongeveer 1500 tot 1800 Europa in zijn greep hield: de teelt van de toch enigszins vorstgevoelige Zwartmoeskervel werd daardoor steeds moeilijker, terwijl Selder veel beter tegen vriestemperaturen bestand is.
Intussen zijn de winters terug van die aard, dat de vorst de Zwartmoeskervel niet echt meer kan deren. Wellicht dat deze groente dan ook terug aan een opmars beginnen kan…

Het zou natuurlijk ook kunnen, dat de smaak van selder meer gewaardeerd werd dan die van zwartmoeskervel… En laat ons in dat geval de uitdaging aangaan, om zwartmoeskervel terug aan het smakenpalet toe te voegen! (Meer hierover binnen een paar dagen!)

Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

11 thoughts on “Zwartmoeskervel doorheen de geschiedenis

  1. Bedankt voor de achtergrondinformatie. Ik ben naar aanleiding van je vorige blog gaan zien hoe het momenteel met mijn zwartmoeskervel is gesteld en er staat genoeg voor een soepje. Vorige zomer dacht ik even dat de plant verdwenen was, niet dus.

    1. Dat was hier ook het geval… Vanaf het begin van de zomer was ie bovengronds helemaal afgestorven, maar eind augustus, begin september kwamen er weer scheutjes boven!
      Het is echt een plant met een ‘omgekeerd seizoen’, waarmee ze verraadt dat ze afkomstig is uit een regio waar de winter het koele, vochtige groeiseizoen is, en de zomer het veel te droge, hete rustseizoen…

  2. Een andere, eveneens interessante verklaring voor de naam geeft Rühlemann’s:
    http://www.kraeuter-und-duftpflanzen.de

    “Gelbdolde (Saatgut)

    Mittelalterlicher Pfefferersatz
    Die Briten nennen die Gelbdolde „Alexanders“. Dort ist der Doldenblütler an den
    Südküsten längst naturalisiert, obwohl die Pflanze aus dem Mittelmeerraum stammt.
    Manche Quellen behaupten, Alexander der Große habe sie dorthin verfrachtet,
    aber der Name ergibt sich aus dem Artnamen. Olus atrum bedeutet ‚schwarzes Gemüse‘
    und wurde u.a. über Olixatrum zu Alexanders. Der große, makedonische Heerführer war nie
    in Britannien.”

    1. En weer iemand die mij het gras voor de voeten wegmaait 😉
      Het stukje over de etymologie van de zwartmoeskervel, Alexanders (waarbij ik inderdaad de verbastering van Olusatrum tot Alexanders ook beschreven heb) enz… staat klaar voor publicatie, maar voor je dat kan lezen mag je eerst nog een paar keer slapen!

  3. Ik heb zelf Zwartmoeskervel een paar jaar in de kruidentuin staan, ik wist niet wat ik er mee kon doen, nu wel dankzij jou.
    Ik zet je blog bij mijn te volgen Blogs, het is een leuk en leerzaam blog.
    Gr Jan Wilde een Tuin.

  4. Hier heb ik weer een paar maal mogen genieten van een heerlijke, leerzame botanische blog.
    Zoals destijds, Anne Tanne. Het bloed kruipt, waar het niet gaan kan 😉
    De plant is me gaan boeien. Ik kende hem niet, wel de Roomse kervel, een héél ander verhaal, maar wel lekker in de soep.
    Hartelijke groet, Zem.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.