Rhinocoris annulatus – een Struikrover

Na een lang Hemelvaartweekend in Zuid-Engeland, gevolgd door een congresreis van ruim een week naar San Francisco is er eindelijk weer tijd om te bloggen…

En omdat ik gisteren al het plan had opgevat eens iets te vertellen over alles wat ik rond mijn donkere ooievaarsbek zie zoemen trok ik met mijn camera de tuin in. Maar natuurlijk loop je dan ook op andere plekken rond, en zo stond ik plots oog in oog met deze struikrover!
De Geringde Roofwants, Rhynocoris (of Rhinocoris) annulatus in het geleerd, mag echt wel een opvallende verschijning genoemd worden!

Rhinocoris annulatus, Rhynocoris annulatus | Geringde Roofwants

Zijn kromme steeksnuit ziet er behoorlijk vervaarlijk uit (en hij schijnt als hij zich bedreigd voelt ook echt flink pijnlijk te kunnen steken), maar het zijn vooral de rode poten met de zwarte knieën die hem zo indrukwekkend maken. Tel daar nog de rood-zwart gestreepte rand van het achterlijf (het connexivum) bij, en je hebt een mooi signalement van onze rover. (Overigens, bij heel wat wantsen is die uiterste rand van het achterlijf gestreept/geblokt.)
Rhinocoris annulatus, Rhynocoris annulatus | Geringde roofwantsVolgens waarnemingen.be is de soort vrij algemeen, maar ondanks het feit dat het een vrij opvallend beestje is, kan je het aantal gemelde waarnemingen op die site in de loop van een jaar toch op je twee handen tellen.

Er zijn wel meer soorten in het geslacht Rhynocoris, maar die komen over het algemeen wat zuidelijker voor. De geringde roofwants vind je vooral in Noord- en Midden-Europa, en in oostelijke richting reikt het verspreidingsgebied zelfs tot Kazachstan en Siberië. Volgens de Duitse Wikipedia houdt het beestje het meest van een biotoop met bomen of struikgewas, maar vochtigheid of droogte schijnt van geen tel te zijn. Je zou ze vooral aantreffen rond open plekken in het bos, en aan bos- en haagranden. ‘Mijn’ exemplaar zat inderdaad maar op enkele meter van de meidoornhaag, tussen het kruipend zenegroen dat in de rozentuin groeit.

Veel wantsen hebben de vorm van een veelhoek, en hun kop gaat als het ware over in de rest van het lichaam. Bij roofwantsen daarentegen kan je een duidelijke ‘nek’ zien (hier vooral op de eerste foto zichtbaar – klik erop voor een vergroting). Bovendien hebben roofwantsen over het algemeen lange, dunne antennes, waar een knik in zit (en die is dan weer best zichtbaar op de tweede foto.)

Zoals het een roofwants betaamt, voedt ook dit geringd exemplaar zich hoofdzakelijk met insecten. (Op het forum van waarneming.nl vond ik een foto (bovenste in het tweede bericht) van een rode roofwants die een kruisspin verorbert. Die rode roofwants is een erg gelijkende soort, die echter meer zuidelijk voorkomt.)
De wants zou zich vooral ophouden in de buurt van bloesems en bloemen om de insecten die daar op af komen te overvallen. Op het menu van de roofwants staan echter vooral rupsen van vlinders en larven van bladwespen en bladhaantjes (voorbeelden van zulke haantjes op deze site zijn het leliehaantje en het – volgens mij ongelooflijk mooie – hennepnetelgoudhaantje).

De Geringde roofwants legt haar eitjes in juni-juli, en de nymfen sluipen uit in de nazomer. (Zoals bij alle wantsen worden ook bij de Geringde roofwants de jonge generaties niet larve maar nymfe genoemd: larven zien er heel anders uit dan de volwassen imago’s, nymfen daarentegen vertonen al wel enige gelijkenis.) Na een paar vervellingen overwinteren de nymfen van het 4de en 5de stadium in de strooisellaag, onder stenen en onder bladrozetten…

(Enkele afbeeldingen van de nymfe van de Geringde roofwants vind je op een pagina van Naturspaziergang, onderaan de twee linkse foto’s.)

Roofwants klinkt gevaarlijk, en zoals ik al zei, hun steek schijnt gemeen te doen… maar zoals de meeste ‘vleesetende’ insecten is ook dit een soort die de gemiddelde tuinier met liefde verwelkomt in zijn tuin. Als vleeseter staan ze immers net een treetje hoger op de voedselpiramide, en staan daar de planteneters onder de insecten – de vijand van veel tuiniers – naar het leven.

Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

6 thoughts on “Rhinocoris annulatus – een Struikrover

  1. Oh! Die lijkt wel heel erg op mijn onbekende soldaat waar ik vijf jaar geleden op botste. Zoniet dezelfde soort, dan toch wel een zeer gelijkende! op eigenwijzetuin.be/tuinsafari/insecten/wantsen-hemiptera/

  2. Er begint weer wat meer beweging te komen in de tuin, zeker op zonnige dagen als vandaag. Maar ik ben nu nog wel benieuwd naar je waarnemingen op de donkere ooievaarsbek, hier hangt het vol!

    1. Dat verhaaltje komt…
      Want inderdaad, hoewel je die ooievaarsbek zelden tegenkomt in lijstjes van bij-vriendelijke planten, is het een geweldige bijenlokker!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.