What’s in a name?

“What’s in a name? That which we call a rose
By any other name would smell as sweet.”

Nectaroscordum siculum | Bulgaarse ui - Sicilian Honey LilyEn mijnheer Shakespeare mag dan wel gelijk hebben, ik wil tóch altijd heel graag weten hoe de planten in mijn tuin heten. En liefst met voor- èn familienaam. (Niet dat ik de planten van een net bordje voorzie, maar ik probeer wel ergens een notitie te maken.)
Mijn huisgenoten daarentegen, die durven al wel eens een plantje te kopen en het naamloos in de grond te mikken. En maanden later staan we ons dan met z’n drieën af te vragen wat dat groeisel toch wel mag wezen.

En zo verschenen er dit voorjaar in de tuin wat bladrozetten die overduidelijk richting ‘Allium’ verwezen (te meer omdat man- en zoonlief allebei in september op de tuindagen in Heks de nodige Alliums hadden ingeslagen. Die van zoonlief mét naam, die van manlief zonder.)

Eind vorige maand kwamen de nu 10 cm lange bloemknoppen steeds duidelijker in beeld, en vandaag begon de eersten zich te openen, op een stengel van ruim een meter hoog. De vorm van het omwindsel verraadde al dat het niet een ‘gewone’ bolronde Allium-bloeiwijze zou zijn, en inderdaad waren de bloemen apart: wat hangend, zoals van Allium cernuum, maar niet paars maar romig wit met een roodbruine veeg op de kroonblaadjes.
Dus aan het googelen… en hoewel het niet helemaal vlot ging, vond ik tenslotte toch de oplossing van het raadsel. En het bleek een Allium die niet echt een Allium is…
De Bulgaarse ui (in het Engels ‘Sicilian Garlic’ of ‘Sicilian Honey Lily’ – alsof Bulgarije en Sicilie ook maar bij mekaar in de buurt liggen) behoort wel tot de Alliaceae, maar samen met de (gewone) Honey Lily vormen ze het subgenus Nectaroscordum.
Zowel de Engelse namen als de geslachtsnaam Nectaroscordum doen mij een honinggeur vermoeden, maar in de PlantFiles van Dave’s Garden wordt een sterke knoflookgeur vermeld.

In het chique mag ik de Bulgaarse ui dus als Nectaroscordum siculum aanspreken. (Het ‘gewone’ familielid is N. tripedale.)
De plant zou oorspronkelijk uit Klein-Azië afkomstig zijn, en van daaruit in het Middellandse-Zeegebied verspreid zijn.
Dat de plant in Bulgarije inderdaad erg bekend is, blijkt uit een commentaar van een Bulgaarse vrouw in een artikel over deze plant, die heel verbaasd is te horen dat er mensen zijn die deze plant alleen als sierplant in hun tuin hebben:

Do you only grow this for the flowers? How odd! Most people in my area (I’m from Bulgaria) use it as seasoning. My grandma grows it in the yard where the veggies are. I don’t know any recipes with fresh leaves (even though I’ve heard it’s good in salads), but this is how we use it: the leaves are mixed with salt in equal proportions and grinded. Then dried in a shady place. I like to sprinkle fresh tomatoes or cucumbers with this mix only and eat them. It’s also a good addition to baked potatoes.
We only use the leaves. I asked my grandma – she told me leaves must be harvested before the plant blooms. She also suggested you cut only the thickest and pulpiest ones, and the small ones you could leave, so that it doesn’t look ugly.

(mijn vertaling) Telen jullie deze alleen maar voor de bloemen? Wat vreemd! De meeste mensen in mijn regio (ik ben van Bulgarije) gebruiken het als smaakmaker. Mijn grootmoeder kweekt het in de groententuin. Ik ken niet meteen recepten met het verse blad (hoewel ik heb gehoord dat het lekker is in salades), maar wij gebruiken het zo: de bladeren worden vermengd met gelijke delen zout en dan gemalen. Vervolgens drogen op een beschaduwde (donkere?) plaats. Ik bestrooi mijn verse tomaten en komkommers graag met dit mengsel alvorens ze te eten. Het is ook lekker bij gebakken aardappelen.
We gebruiken alleen het blad. Ik vroeg er mijn oma naar – ze vertelde me dat het blad geoogst moet worden voor de plant gaat bloeien. Ze zegt, om enkel de dikste en meest vlezige af te snijden. De kleinere kan je aan de plant laten, dan ziet die er niet zo lelijk kaal uit.

Onverwacht dus weer een eetplantje meer in de sierborder!

Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

3 thoughts on “What’s in a name?

  1. AnneTanne, wat een interessant bericht! Deze Nectaroscordum siculum is de enige alliumsoort die zich écht uitzaait in onze tuin met wat zurige grond en meest halfschaduw. En die zaailingen worden binnen een paar jaar grote bloeibare planten, die ook nog eens nauwelijks worden aangevreten. Die gastronomische toepassing is heel leuk. Maar ik ben te laat: ze staan op het punt de klokachtige bloempjes uit de windselen te laten komen, en daar kijk ik altijd naar uit.
    Maar zo heb ik – even lui als jij – toch een goed gedijende steeds terugkerende eetbare plant in de tuin.

  2. Een zeer tof ajuintje is dat. Hier zijn er met de jaren ook wel enige variëteiten in de tuin geraakt maar de tijd is voorbij dat ik ze echt allemaal met naam wil kennen. Bieslook en trommelstokjes zitten er zeker tussen en gisteren heb ik 2O teentjes look in de grond gepoot. Ook de gewone ui heeft die van ons in pot staan en veel mensen vinden die bloemen heel mooi en vragen wat het is. 🙂
    Succes straks in Zichem!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.