Inheems? Uitheems? En wat dan nog? – Native? Exotic? So what?

(To English translation)

Salix caprea - Boswilg - Goat willow
Salix caprea - Boswilg - Goat willow
(De foto’s bij dit stukje zijn allemaal inheemse planten die spontaan in mijn tuin zijn terechtgekomen.)
 
Begin vorige week postte Town Mouse een berichtje met als titel ‘Native? Exotic? Invasive? Say what?’, en Onderdenappelboom sloot de week af met de vraag ‘Wat is Eco?’. Begin deze week had Jan het dan weer over wat een ecologische tuin voor hem precies betekent.

En dat brengt me ertoe even te willen vertellen wat ‘inheems’ en ‘uitheems’ voor mijn tuinieren betekent…

Want waar het in de VS vrij simpel is om een onderscheid te maken tussen ‘inheems’ en ‘exoot’…

Exotics are plants that didn’t grow here before the white settlers arrived.

…ligt dat voor Europa niet zo eenvoudig.

Ik schreef eerder al

In de eerste eeuw na Christus spotte de Romeinse schrijver Tacitus zelfs met de armzalige tuintjes van de Germanen en de Galliërs, waar behalve wat kool, rapen, wat schrale (wilde) peentjes en peulvruchten nauwelijks iets groeide. Inderdaad was er in de oorspronkelijke flora van onze contreien weinig te vinden dat als groente te telen viel, al voorzag de natuur het dieet wel rijkelijk van fruit: uit archeologische vondsten blijkt dat bessen van sleedoorn en meidoorn, inheemse vogelkers, wilde appels en peren, hazel- en beukenootjes in grote hoeveelheden verzameld werden. (Planten als veldsla werden pas vanaf de late middeleeuwen aan het dieet toegevoegd.)
Maar al gauw nadat de Romeinen onze streken hadden veroverd en ze her en der hun villa’s bouwden, legden ze er de eerste tuinen aan met zuiderse planten. Al snel werd er tot in het zuiden van Zweden aan wijnbouw gedaan, waaruit je al kan afleiden dat er in die periode hier een warmer klimaat heerste dan nu.
Een aantal planten die we nu als inheems beschouwen, werden rondom het begin van onze tijdrekening door de Romeinen in onze streken ingevoerd, waaronder bijvoorbeeld verfplanten als de wede (Isatis tinctoria) en de wouw (Reseda luteola), maar ook groenten als tuinkers, looksoorten, rammenas…

Alnus glutinosa - Zwarte Els, Common Alder
Alnus glutinosa - Zwarte Els, Common Alder

Maar eigenlijk heeft de mens zelfs al vroeger, van kort na de laatste ijstijd, de flora beïnvloedt.

Vanaf de Middeleeuwen heeft dat proces zich alleen maar geïntensiveerd: eerst door het steeds toenemende handelsverkeer met onder andere Azië, later door de ontdekking van Amerika.
En nog steeds gaat die evolutie verder: Ruud van der Meijden (Heukels’ Flora van Nederland) geeft als voorbeeld, hoe door de toenemende verstedelijking in Nederland en Vlaanderen het aantal plantensoorten met een voorkeur voor stenige standplaatsen toeneemt.

In Heukels’ flora van Nederland (die ik voor de nomenclatuur op dit blogje steeds gebruik) wordt een plant als ‘oorspronkelijk inheems‘ beschouwd, als ze ook beschreven werd in de Flora Belgii Septentrionalis uit 1825. Die planten, die in 1825 in onze streken voorkwamen, waren ten dele ‘archeofyten’, planten die hier al voor 1500 groeiden – dus ook de door de Romeinen geïntroduceerde planten – en ten dele ‘neofyten’, planten die pas bij ons voet aan wal zetten na de ontdekking van de Amerika’s.

‘Inheems’ is dus een wel heel rekbaar begrip…

Epilobium angustifolium - Wilgenroosje, Rosebay willowherb
Epilobium angustifolium - Wilgenroosje, Rosebay willowherb

Jan maakt bovendien ook nog het onderscheid tussen inheems en autochtoon:
Inheems betekent dan ‘behorend tot een soort die hier inheems is’, terwijl autochtoon inhoudt, dat de ‘voorouders van de individuele plant ook in onze streken woonden’. (Een plant behorend tot een inheemse soort, maar afkomstig van zaaigoed van het andere eind van Europa, is dan niet autochtoon.)

Nu ben ik absoluut geen bioloog, en  dus terzake niet deskundig noemen… maar ik heb toch wat moeite met het idee dat ‘diversifiëring’ van onze flora door influx van buitenlandse genen per definitie nefast is.
Een voorbeeld: meidoornhagen zijn een teloorgaand onderdeel van ons Vlaamse landschap. Een paar jaar geleden hoorde ik een paar natuurpunt-mensen verkondigen, dat het nefast voor onze flora was, dat hier en daar meidoornhagen werden aangeplant, bestaande uit de inheemse Crataegus monogyna, waarvan het plantgoed echter van elders in Europa afkomstig was. Het probleem hiermee was, dat die meidoorns al iets vroeger in blad (of in bloem?) kwamen, waardoor een rupsje dat het jonge meidoornblad als voedsel gebruikte net te laat kwam… Vervolgens zouden ook de vogels die van die rups leefden in de problemen komen…

Epipactis helleborine - Brede wespenorchis, Broadleaved helleborine
Epipactis helleborine - Brede wespenorchis, Broad-leaved helleborine

De bedenking die ik dan maak, is de volgende: ik denk dat we ons allemaal realiseren dat het klimaat en het weer op dit ogenblik bokkensprongen maakt. Kijk even naar de extreem vroege lente van 2008, en de extreem late lente van dit jaar. De Nederlandse natuurkalender spreekt van een verschil van dertig tot vijftig dagen tussen vorig jaar en dit jaar.
Als er in de plantenwereld zo’n grote verschillen opduiken tussen het ene en het andere jaar, zou het dan voor de dieren hogerop in de voedselketen niet net voordeliger zijn, als een bepaalde plant (bijvoorbeeld de meidoorn) niet in de hele streek op hetzelfde ogenblik tegelijk in blad of in bloei komt, maar dat er – door influx van ‘vreemd’ DNA (ik heb het hier niet over genetische manipulatie) iets meer variatie ontstaat – en er een aantal extreem vroege of extreem late bloeiers bijkomen, waardoor de tafel gedurende langere tijd gedekt is?

In mijn tuin geef ik de voorkeur aan inheemse soorten, en ik denk dat het klopt dat ‘autochtoon’ plantgoed wat meer kans maakt om aan onze specifieke omstandigheden te zijn aangepast. Maar tegelijk realiseer ik me, dat Vlaanderen geen eiland is, en dat er in de afgelopen eeuwen, millenia wel meer planten in onze streken ingeburgerd zijn geraakt, die we nu niet meer willen missen, ik denk maar aan een hele reeks van voorjaarsbolletjes…
Zo zag ik de voorbije dagen een paar foto’s van winterakoniet voorbijkomen, die aantonen hoezeer die van origine ‘exotische’ stinzenplanten hun functie hebben als vroege nectar-leverancier.

Ik plant dus bij voorkeur inheemse planten in mijn tuin, maar – hoewel sommigen het in twijfel zullen trekken – mijn tuin blijft wel een tuin. En hier en daar kies ik voor de toevoeging van een ‘exoot’: wie dit blogje volgt, weet dat toverhazelaars mijn hart gestolen hebben.
Dus: ondanks mijn spontane voorkeur voor inheemse soorten, heb ik geen probleem met ‘exoten’, tenzij het woekerende soorten zijn: Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina) wordt hier genadeloos uitgeroeid, en ook de nu en dan opschietende Amerikaanse eik (Quercus rubra) krijgt geen genade. De door manlief geïntroduceerde rimpelroos (Rosa rugosa) houdt ik met argusogen in de gaten, hoewel die roos in deze streek geen bedreiging lijkt te vormen.
Maar tegelijk bloeien er in onze tuin vanaf eind december een aantal struiken, die niet alleen niet inheems zijn, maar zelfs – oh gruwel 😉 – gekweekte cultivars (Ja, ik heb het over mijn toverhazelaars). Ook in mijn borders staan een aantal planten die niet inheems zijn.

Vaak wordt beweerd, dat het insectenleven (en dus de hele voedselketen) gebaat is bij een begroeiing die zoveel mogelijk inheems is. En inderdaad, ik zou graag willen, dat ik kon zeggen dat dat inderdaad zo is… maar onderzoek (opgezet met onder andere precies de bedoeling om die bewering te staven) heeft tot nu toe aangetoond, dat in een tuin met uitsluitend exoten een even grote verscheidenheid aan insecten voorkomt, als in tuinen met inheemse planten. (Ik verwijs hier naar het BUGS-onderzoek in Sheffield – lees hierover mijn artikelenreeks ‘diervriendelijk tuinieren‘ – maar ook een Duits onderzoek kwam tot dezelfde conclusie.)

Ecologisch tuinieren? Prima…
Gifvrij tuinieren met uitsluitend inheemse planten in een ecologische samenhang?
Prachtig… maar mijn belangrijkste principe is altijd geweest, dat ik vooral niet te hardnekkig aan principes wil vasthouden, en dat er – in mijn tuin – ruimte mag zijn voor wat buiten het gewone valt…

(Ik heb nog lang niet alles verteld wat ik over dit onderwerp wil zeggen… maar dit artikel is al dermate lang dat geen mens tot het einde zal lezen!)

Viola arvensis - Akkerviooltje, Field pansy
Viola arvensis - Akkerviooltje, Field pansy

Native? Exotic? So what?

(The pictures I show you today, are all native wildflowers that arrived spontaneously in my garden.)

Last week Town Mouse wrote a blogpost titled ‘Native? Exotic? Invasive? Say what?’, and Onderdenappelboom asked herself the question ‘What is Ecological gardening??’. This week, Jan told what an ecological garden means to him.

And so I will be the next to tell what ‘native’ and ‘exotic’ means for my gardening style.

Where in the US it is quite simple to give a definition of what’s native and what’s not…

Exotics are plants that didn’t grow here before the white settlers arrived.

…that isn’t so simple in Europe.

I already wrote before:

In the first century AC, the Roman writer Tacitus was laughing at the poor vegetable plots of the Germans and the Celts, where, apart from some cabages, turnips, some meagre wild carots and pulses, not much was growing. And indeed, our native flora didn’t provide our ancestors of many greens that could be used as vegetables, although nature gave an abundance of fruits. Archaeological finds show, that hawthornberries and sloes, European birdcherries, wild apples and pears, hazelnuts and beech-nuts were gathered in large quantities.
But soon after the Roman conquest, the first ‘southern’ vegetables were introduced and it only took a short period before there was even viticulture in the south of Sweden (You see, the climat must have been a bit warmer then.)
Some plants, that we now consider native, have been introduced by the Romans, like dying plants as Dyer’s woad (Isatis tinctoria) and wild mignonette (Reseda luteola), but also vegetables like garden cress, garlics, black radish…

But even before, from shortly after the last glacial age, men has been influencing the flora.
During the Middle-ages, that proces has only been intensified: at first through the increasing trade with Asia, later through the discovery of America.

Silene dioica - Dagkoekoeksbloem, Red campion
Silene dioica - Dagkoekoeksbloem, Red campion
And the evolution goes on: Ruud van der Meijden gives the example how, because of the increasing urbanification of the Netherlands and Flanders, the number of species that grow on stony places is increasing.

In the flora (Heukels’ flora van Nederland) that I use as reference, a plant is considered as ‘originally native’ when it was also found in the ‘Flora Belgii Septentrionalis’ from 1825. Those plants, growing in these region in 1825 where partially ‘archeofyts’, plants growing here before 1500 (so: including plants introduced by the Romans), and ‘neofyts’, plants that only arrived here after the discoveries of the Americas.

Jan distinguishes further between between ‘native’ and ‘autochtonic’
Native means that the species is native in our country, whereas autochtonic means, that the previous generations of the individual plant were growing in our region. (A plant belonging to a native species, but grown from seed from a parent-plant from the eastern part of Europe is ‘native’ but not ‘autochtonic’. )

Now I’m not a biologist, so I can’t declare myself an expert in the field… but I can’t readily accept the idea that a diversification of our flora by the introduction of some genetic material from another country can’t be beneficial.
An example: hawthornhedges are vanishing from our Flemish landscape. A few years ago, I heard someone declare, that it was bad for our fauna and flora, that in several parts of the country, hawthornhedges were planted with Crataegus monogyna (native hawthorn) seedlings nursed in eastern European nurseries. The problem was, that this hawthorns got there foliages (or flowers?) a little bit earlier, which wasn’t good for a certain caterpillar feeding on the young shoots. And that caused a further problem for the birds feeding on this caterpillar.

Tanacetum vulgare - Boerenwormkruid, Tansy
Tanacetum vulgare - Boerenwormkruid, Tansy
But, correct me if I’m wrong, I think we all realize the climate and the weather is behaving strange these years. Look at the extremely early spring in 2008, and the late spring now. (According to observations made here and in the Netherlands, there’s a delay of 30 to 50 days.)
When there are such differences in the world of plants, couldn’t it be beneficial for the animals later in the food chain, when a particular plant (e.g. the hawthorn) in one region isn’t coming into foliage in the whole region on ‘exactly’ the same moment, but that – through the influx of strange DNA (I’m not talking about genetically modified species) – there are specimens that are blooming just a little bit earlier or later than the rest, making, that food is found during a longer period of time.

In my garden I prefer native species, and I think that ‘autochtonic’ plants have a little bit more of a chance to thrive well. But in the mean time, I do realize that Flanders is not an island, and that in previous centuries, millenia, lots of plants have been introduced in our region, that didn’t belong here 1000 or 2000 years ago.
In the previous days, I saw some pictures of Winter aconite, showing how this plant that was once ‘exotic’, now has an important role for early nectar-eating insects.

So, I prefer native plants for my garden, but sometimes I like to add something ‘exotic’. Those who have been reading this blog over a longer period of time, will now that I really love witch hazel.
But although I don’t have a problem with exotic plants, I don’t want to see invasive species. I’m destroying Black cherry (Prunus serotina) vigirously, and neither do I have mercy with Northern Red Oak (Quercus ruber). And although the Japanese rose (Rosa rugosa) that my husband planted isn’t considered invasive in this region (it is in the coastal part of Flanders), I really hold an eye on it.
In the mean time, in my garden I have several scrubs that bloom from december onwards, and that aren’t native. (Yes, I’m talking about my witch hazels.) In my borders too, there are several plants that are not native.

Matricaria chamomilla - Echte Kamille, Wild Chamomile
Matricaria chamomilla - Echte Kamille, Wild Chamomile
I often heard, that (only) native plants are beneficical for wildlife. And yes, I would like to say that research has proven this to be true. But on the contrary, research (carried out exactly to prove this) has shown that in a garden with only exotic plants, wildlife was as divers as in a garden with only natives. (I’m talking about the BUGS-project in Sheffield – I wrote series about this project before (no translation) – but a German research team found the same results.)
 
Ecological gardening with native wildflowers? Excellent!
But my strongest principal has always been, not to be strictly principal, and so apart from native plants, I still have room for some exotics… when they’re not invasive!

(I have a lot more to say on this topic, but those long articles are too boring, and I’m sure that already now, there’s nobody who read to the end…)

Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

22 thoughts on “Inheems? Uitheems? En wat dan nog? – Native? Exotic? So what?

  1. Inderdaad alweer heel mooie foto’s. De natuurpunters in kwestie doelden wellicht op het bekende Sleedoorn-Sleedoornpage verhaal, want voor zo ver ik weet steekt het bij Meidoorn niet zo nauw voor de ‘grazers’.

  2. Hé Annetanne, mooie tekst! Ja, die hamamelis-liefde op je blog, die kan wedijveren met die van een bekende tuindame! Jullie verwoorden gewoon allemaal wat ik bedoelde: eco is misschien wel niet zo absoluut, we mengen met z’n allen wat inheems en uitheems ook als we denken dat niet te doen, en er vallen geen beesten dood omdat er tussen je wilde, inheemse, autochtone planten ook drie bloemen met dubbele bloemblaadjes staan.

  3. Prima artikel, ik kan mij hier helemaal in vinden. Inheemse planten (heel rekbaar begrip) hebben de voorkeur maar af en toe een exoot moet kunnen. En ja, het verschil tussen de aanvang van de lente van vorig jaar en dit is groot. Dat is normaal want er is altijd sprake van enige variatie.

  4. Goeie aanvullingen.
    We zouden bijna moeten samenkomen en er een hele boek over schrijven ;-), er valt inderdaad heel wat over te zeggen.

  5. Tja,
    Er worden hier een aantal begrippen door elkaar gebruikt en ik begrijp je gefrons wel hoor. Toch even dit: er is een verschil tussen inheems en autochtoon (ook wel: oorspronkelijk inheems genoemd). Het verhaal van de meidoornhagen klopt: aangeplant uit zaad afkomstig uit bv. de Balkan, heeft die meidoorn niet veel meer natuurwaarde dan pakweg een Japanse esdoorn. En toch wil ik nuanceren: in een tuin, waar je naast natuurwaarde ook wat ontspanning, schoonheid en lekkers zoekt, maakt het m.i. weinig uit of je je houdt aan autochtoon plantsoen of niet. Is er echter sprake van bosaanplanting, natuurbeheer of landschapsbeheer, dan vind ik het wel nuttig om hieraan aandacht te schenken.
    Een nieuwe soort introduceren kan en mag in bepaalde gevallen, al zijn er maar al teveel voorbeelden van woekeraars die onze inheemse flora en fauna bedreigen (Am. vogelkers en Aziatisch lieveheersbeestje om er maar 2 te noemen). Op genetisch vlak gebeurt er net hetzelfde: “genetische erosie” of verarming: op de duur zijn alle meidoorns hybrides van elkaar met een flink pak genen van meidoorns die eerder bloeien, vrucht zetten, etc… De gevolgen zijn minder snel merkbaar, maar desalniettemin (wat een woord!) even gevaarlijk. To be continued…

  6. Zou toch nog graag iets toevoegen, volgens mij zijn er echt geen voorbeelden bekend waarbij een door de mens geïntroduceerde soort een meerwaarde vormt voor een eco systeem, van het omgekeerde zijn er echter enorm, en echt enorm veel voorbeelden.

  7. I like native plants (as in plants best adapted for my location), but I believe complete diversity is best for all life. Therefore, non natives are welcomed. Gee, where would I be without Japanese maples. On the other hand, invasives have no place as they will take over and then wipe out the diversity, so they have to go.

  8. @Bart: Wellicht dat dat sleedoornpage/sleedoornverband bedoeld werd, maar er werd echt over meidoorn gesproken.

    @Me!, Onderdeappelboom, Yolande Elisabeth: dankjewel…

    @Nico: Toch nog een vraagje:
    Je zegt: “Op genetisch vlak gebeurt er net hetzelfde: “genetische erosie” of verarming: op de duur zijn alle meidoorns hybrides van elkaar met een flink pak genen van meidoorns die eerder bloeien, vrucht zetten, etc… De gevolgen zijn minder snel merkbaar, maar desalniettemin (wat een woord!) even gevaarlijk.”
    Kan je me uitleggen waarin dat gevaar zit? Ik ben dan wel geen bioloog, maar medicus, en vanuit die hoek wordt het vermengen van meerdere genetische pools eerder als verrijking dan verarming beschouwd. Precies door het samenbrengen en vermengen van genenpools, ontstaan combinaties van eigenschappen die een soort op bepaalde ogenblikken net meer toegerust maken om stand te houden in veranderende omstandigheden.
    Ook in de dierenwereld zie je hetzelfde: ‘bastaarden’ zijn vaak sterker en worden minder snel ziek dan ‘rasdieren’.
    Ik zou prettig vinden, als iemand me kan uitleggen, waarom dit in de plantenwereld niet geld. Het is natuurlijk zo, dat planten meer aan één plek gebonden zijn, en dus veel minder verschillende omstandigheden tegenkomen dan dieren, maar in perioden van schommelende klimatologische omstandigheden, worden ook planten door die schommelingen getroffen.

    @Jan: wat de waarde van door de mens geïntroduceerde soorten betreft, denk ik dat het er van afhangt hoever je in de tijd teruggaat.
    Ook duizenden jaren geleden zijn er door de mens hier en daar al planten geïntroduceerd die er voorheen niet waren, en die intussen een volwaardig deel van de inheemse flora zijn gaan vormen.
    Dit is natuurlijk een proces dat zich niet binnen tientallen, en zelfs niet binnen een tijdspanne van honderden jaren voltrekt. Bovendien is het zo, dat de afgelopen paar honderd jaar er wel erg veel nieuwe introducties zijn geweest, die de ecologische grondig dreigen te verstoren.

    Maar stel je even het volgende voor: als de belangrijkste invasieve soort ter wereld (ja hoor, ik heb het over Homo sapiens sapiens) nu eens van de ene dag op de andere zou uitgestorven zijn, en als vervolgens de evolutie in de natuur gewoon zijn gang zou kunnen gaan, zou het dan niet kunnen dat er over een paar tienduizend jaar hier ter plekke opnieuw een zeer uitgebalanceerd ecosysteem is ontstaan, waarin zowel ‘inheemse’ als in de voorbije eeuwen geïntroduceerde ‘exoten’ een eigen – en zinvolle – plek beslaan?

    Natuurlijk, binnen de termijn van een mensenleven is daar geen sprake van, maar wat is dat mensenleven uiteindelijk?

  9. Hi Anne, I am with you on this topic. Of course natives are good, but all exotics are not bad just because they are not native. Invasives that take over and destroy the natives are bad. But there are some exceptions to every rule.
    Frances

  10. Een voorstel voor een (andere) definitie van het begrip “inheemse plant”: iedere plant die ongeacht geografische of klimatologisch afkomst zonder tussenkomst van de mens in de buitenlucht in ons klimaat enzo kan overleven en zich voortplanten.

  11. die genetische erosie is er maar wanneer de genenpool te klein wordt dacht ik en daardoor de kans op variatie dus afneemt, alles begint een beetje op inteelt te lijken; een probleem waar rashonden en dan vooral de showhonden tegenwoordig veel last van schijnen te hebben (de meeste rashonden zijn nog afstammelingen van een handvol families). De gevolgen van die verarming zijn daar al angstwekkend duidelijk.
    Door slechts een handvol rassen te gebruiken (van waar de herkomst dan ook) is dat dus een sluipend gevaar.
    Zijn die uitheemse rassen echt zoveel ‘sterker’ dan de inheemse of hebben zij met hun genetische blauwdruk die (nog) niet voorbereid is op de nieuwe omgeving extremere reacties op die nieuwe omgeving (misschien merken we enkel de generaties op die het bijzonder goed doen).

    Mijn favoriete voorbeeld van de tomaten is ‘lucky cross’, waar andere ‘veredelaars’ vaak bezig zijn met cosmetische ingreepjes (“zou het niet leuk zijn als we eindelijk eens een zwarte kerstomaat kunnen eten?”) was deze toevallige kruisbestuiving blijkbaar interessant genoeg om te bewaren. Ik heb ooit uit een ruil een “rose quartz” gekregen waarvan ik nog altijd niet helemaal zeker ben dat het een “echte” rose quartz is maar ‘desalniettemin’ heeft hij sindsdien een gereserveerde plaats in de serre.

    De natuur is vooral bezig met overleven, en kruisbestuivingen spelen daar een belangrijke rol in.

    En Anne, welkom in de lange-teksten-club 😉

    1. Wel Duvelse… , dat er op zo’n lange tekst toch nog zinnig wordt gereageerd, lijkt alvast te bewijzen dat die toch met aandacht gelezen wordt.
      Jij gaat dus uit van je eigen zaaimateriaal voor je tomaten? een vriend van ons (Lieven David, de Lusthof) is ook zo’n tomaten-kruisingen fanaat. Wij zijn hier zo langzaamaan gestart met tomaten te proberen, maar voorlopig nog ‘uit pakskes’.

  12. @ the666bbq: en over groenten gesproken: gisteren nog in Velt gelezen dat erwten uit Zuid-Europa komen. En zoals je zelf al aangeeft: met alle kruisingen in groenterassen treed je eigenlijk ook het domein van de cultivars binnen. Mijn vraag blijft dus: wat is inheems, wat niet. De vraag zou beter zijn: wat noem je inheems, en wat niet. En ik zoek daar eigenlijk geen antwoord op. ’t Is toch maar een kwestie van aannames en premises, niet? En wat mij betreft is dat prima zo.
    @ Annetanne: ah, medisch, dat vroeg ik me dus al de hele tijd af 🙂

  13. @AnneTanne en the666bbq: Jullie hebben allebei gelijk! En dat maakt het net moeilijk… Ik heb jaren terug 3 jaar lang gewerkt op de inventarisatie, oogst en kweek van autochtone bomen en struiken voor het ministerie van de Vl. gemeenschap (tja…). Akkoord: een mengeling van genenpoelen vergroot de overlevingskansen van een soort. Als ik het me goed herinner, zit het hem in het feit dat de oorspronkelijk inheemse genen – die ervoor zorgen dat de plant het beste is aangepast aan zijn omgeving en klimaat – als het ware ‘verwatert’ door kruisbestuiving van planten met een genetische achtergrond afkomstig uit hoofdzakelijk dezelfde niet-autochtone gebieden. Zeg maar voor 90 % de Balkan, waar op zeer goedkope wijze zaad wordt geoogst en planten worde opgekweekt. Bovendien gaat er over één generatie van bv. een Zomereikenpopulatie gemakkelijk een paar eeuwen tijd heen, dit in tegenstelling tot dieren, waarbij genetische vermenging groot kan zijn in een paar decennia en die een grotere aanpassingsmogelijkheid hebben dan sedentaire bomen.
    Tot zover wat ik er nog van weet. Je vindt er veel meer info over in deze publicatie van het INBO.

  14. Dankjewel Nico, dat ziet er uiterst boeiend leesvoer uit, dus dat ga ik straks even op mijn gemak nalezen. Ik wilde met mijn vraag jouw stelling inderdaad niet ‘onderuithalen’, maar hoopte oprecht op wetenschappelijke onderbouwing… Fijn!

  15. Pingback: Lente? - Spring?
  16. In previous years, I had a lot of hairy bittercress.
    And yes, we use them as a salad herb, or (lots and lots of them) in ‘groenkoeken’, ‘greencakes’ (pancakes with bitter herbs, usually made in early spring).
    But since two years, I don’t find a lot of them any more… in fact, since we use lots of woodchipcompost as a mulching, and since my husband learned about permaculture, those annual ‘weeds’ seem to vanish…

  17. Interessant en leerzaam artikel! Ik had me nooit gerealiseerd dat er binnen de biologie een verschil bestond tussen ‘inheems’ en ‘autochtoon’ – als het om bevolkingsgroepen gaat (bijvoorbeeld Indianen of Maori’s) worden beide begrippen als identiek beschouwd.

    Overigens bestaan er ook soorten die door toedoen van de mens zijn verspreid, maar dan niet opzettelijk. Te denken valt aan het bekende ’tumbleweed’ uit het westelijk deel van de VS en Canada – het gaat hier om loogkruid (Salsola) soorten die toevallig zijn meegekomen tussen de bagage van Russische immigranten. Tegenwoordig vallen deze rollende ‘bollen’ niet meer weg te denken uit de semi-aride gebieden van Noord-Amerika.

    Ik vraag me af hoeveel plantensoorten er mogelijk op soortgelijke wijze verspreid zijn door bijvoorbeeld trekvogels, die de zaden in hun verenkleed meevoerden. Is daar iets over bekend?

  18. Het ligt idd behoorlijk ingewikkeld. In het laatste (en nog doorlopend) geologisch tijdvak hebben we een trits ijstijden gehad waarbij de fauna en flora van de gematigde streken verschoven over de kaart van Europa.

    Aan het eind van een ijstijd komen soorten die zich gemakkelijk verspreiden (met lichte zaden bijv.) sneller terug in de zones waar ijs en permafrost verdwijnen. Soorten met zware zaden zijn trager. Is een soort die in de vorige tussentijd hier inheems was maar nu nog niet van nature tot hier is geraakt dan inheems of niet ? M.i. is die soort hier wel degelijk inheems te noemen in de zin dat ze hier kan groeien en hier eerder al van nature voor kwam. Ook in de zin dat haar symbionten, parasieten enz…. naar hier zullen uitbreiden (of hier al zijn) is zo’n plant inheems. Haar plaats in het ecologisch web, haar niche, is als het ware gereserveerd.

    Planten van een ander continent hebben die niche in het algemeen niet en in dat opzicht zijn ze vermoedelijk niet zo interessant als inheemse planten. Een voorbeeld uit eigen tuin. Yucca – een exoot die ik kwijt wil – lokt veel insecten maar je ziet de bladeren nooit aangevreten worden en op de composthoop duurt het jaren voor ze gecomposteerd raken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.