Numquid nosti semitas nubium?
Weet gij waar de wind geboren,
waar de dauw geboren is?
Weet gij kunstig op te sporen
wat hierbij, hierboven is?
Weet gij wat de sterren zijn, en
wat de zon, de mane? Wat
in de bergen, in de mijnen
ligt, en in de zee bevat?
Weet gij iets klaar uit te leggen
van al ‘t geen me u vragen kan?
Antwoordt dan en wilt mij zeggen:
Dichten… wat is dichten dan?
Guido Gezelle, 1860
NB: Numquid nosti semitas nubium?: Kent gij dan de wegen van de wolken? (Job 37, 16)
Weet gij iets klaar uit te leggen
van al ‘t geen me u vragen kan?
Antwoordt dan en wilt mij zeggen:
Dichten… wat is dichten dan?
Super mooi, nog nooit gelezen
Omdat Guido Gezelle een priester was, en nogal wat religieus geïnspireerde gedichten heeft geschreven, en omdat de meerderheid van zijn gedichten in onvervalst West-Vlaams is geschreven, heeft hij voor sommigen een wat oubollig imago. Maar hoe meer ik zijn gedichten lees en herlees, des te meer besef ik dat hij een bijzonder dichter was, en in veel van zijn verzen ongelooflijk veel ‘moderner’ dan veel van zijn tijdgenoten. (1830-1899, gestorven dus in Marsmans geboortejaar.)
Mij treffen vooral de vragen die hij zich stelt en mensen rondom ons die er gedeeltelijk kunnen op antwoorden. Geen andere materie die nog boeiender is.