Akkerkool, Lapsana communis, is zoals haar wetenschappelijk soortnaam al vertelt, een heel algemeen voorkomend plantje. Het is weinig opvallend, al kan het tot meer dan een meter hoog uitgroeien. Maar al is het dan vrij hoog, het heeft hele dunne stengeltjes en bloemen die een doorsnede van ongeveer anderhalve centimeter hebben.
In één van mijn borders is dit jaar behoorlijk wat akkerkool opgedoken, en eerlijk gezegd… die mag daar van mijn best blijven… De planten hebben een hele ijle bloeiwijze, in een losse, bijna vlakke tros, waardoor ze niet moeten onderdoen voor één van de meer klassieke ‘weefplanten’.
Weefplanten worden meestal beschreven, zoals hier bij Shera, als ‘mooie ijle verschijningen die bestaan uit voornamelijk steel en daarop een bloem, en een beperkte bladvorming’. Nu is geel over het algemeen niet de meest voor de hand liggende kleur voor een ‘weefplant’ – geel wordt over het algemeen al beschouwd als een wat moeilijker kleur in tuindersland – maar de border waar de akkerkool haar stekje heeft gezocht, wordt verder bevolkt door toortsen, agrimonie, nagelkruid, heiligenbloem… met daarnaast ook nog wat blauwe accenten…
Voor mij is het duidelijk: bloei maar lekker, akkerkool…