Bloeiende katjes… een lange-afstandsrelatie

Salix caprea - boswilg. Meeldraadkatje

Edit: Naar aanleiding van een reactie op dit bericht bleek ik een toch wel kapitale fout te hebben neergeschreven. Mijn bewering verderop, dat de wilg een windbloeier is, klopt niet.

De katjes van de boswilg kent iedereen wel: die kleine stukjes grijs bont, die bij de eerste lentebodes horen.

Die wilgenkatjes die doen ‘het’ vanuit de verte, een LA-relatie als het ware. Living Apart, en nooit together.
De boswilg (Salix caprea) is – zoals de meeste wilgensoorten – immers een tweehuizige plant. Dat betekent dat je ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ wilgen hebt. En dat kan je bij de katjes van die boswilg heel goed zien.

Als de wilgenkatjes gaan bloeien, dan zie je immers ofwel meeldraden, ofwel stampers te voorschijn komen.
Op de eerste foto zie je een meeldraadkatje (een mannelijk katje dus) waarvan de meeldraden net te voorschijn komen. Je kan de helmknoppen goed onderscheiden.

Achter de eerste thumbnail (klikken voor groot formaat) zit nog een meeldraadkatje verborgen.
De tweede thumbnail laat een (vrouwelijk) stamperkatje zien. Die zien er niet zo mooi uit, hebben een wat groenig uiterlijk, lang zo aantrekkelijk niet als het wollige gele van de meeldraadkatjes. Ik heb altijd gevonden, dat als die vrouwelijke katjes beginnen te bloeien, dus als de stampertjes tevoorschijn komen, dat ze er dan al verfomfaaid en verwelkt uit gaan zien.

Salix caprea - Boswilg. Bloeiend meeldraadkatje Salix caprea - Boswilg; Stamperkatje

Naar voortplanting toe, is een tweehuizige windbloeier in het nadeel ten opzichte van veel andere planten: Als wij mensen in onze onmiddelijke omgeving geen partner vinden, dan zetten we toch gewoon een stapje verder in de wereld. Maar een tweehuizige plant moet een partner van het andere geslacht ‘binnen waaibereik’ hebben om zich voort te kunnen planten.
Een wilg is ten opzichte van de (eenhuizige) hazelaar of els – die mannelijke en vrouwelijke bloempjes op dezelfde struik hebben – wel in het voordeel in die zin dat de kans op inteelt onbestaande is, er ontstaat dus veel meer biologische variatie, tenminste met een geschikte partner in de buurt.
Dat is dan meteen ook de reden dat het stuifmeel van windbloeiers – tot spijt van alle hooikoortslijders – in gigantische hoeveelheden wordt geproduceerd.

De wilg is trouwens niet alleen voor bevruchting, maar ook voor zaadverspreiding afhankelijk van de wind: het zaad vormt pluizen, waardoor het op een zuchtje wind ver weg kan geblazen worden… maar voor die foto is het nog wat te vroeg!

In de Griekse en de Romeinse cultuur, was de wilg overigens een symbool van onvruchtbaarheid. Homerus schreef in de Odyssea al, dat de wilg de vruchtbaarheid bederft, en Plinius legde dat uit, door te zeggen dat de wilg zijn zaden loslaat voor het rijp is.
Vanaf de oudheid tot in de middeleeuwen is wilgenpluis dan ook nog gebruikt als anticonceptiemiddel.

Trouwens, in IJsland geloofde men dat een vrouw niet kan baren als er in de kamer wilgentwijgen aanwezig zijn, en in Engeland (en dit werd nog opgetekent in 1955!) dacht men dat, wanneer je de donzige gele wilgenkatjes in huis brengt, de ganzen niet meer zullen broeden. Een waarschuwend woord voor Bart die hoopt dat zijn ganzen gaan broeden is hier dus op zijn plaats. Nog in Engeland werd gezegd dat je je dieren niet mag slaan met een wilgentak, omdat ze dan niet meer groeien, en in Duitsland zei men hetzelfde van kinderen die met een wilgenroede geslagen werden.

De reden voor deze opvattingen, is misschien terug te vinden precies in het feit dat de wilgen tweehuizige planten zijn. Je hebt weliswaar een vrouwelijke en een mannelijke boom/struik nodig om vruchtbaar zaad te vormen, maar wanneer je niet van deze geslachtsverschillen op de hoogte bent, lijkt het alsof er vruchtbare wilgen (vrouwelijke exemplaren die stamperkatjes en later zaadpluis dragen) en onvruchtbare wilgen bestaan (de mannelijke wilgen die stuifmeel produceren). Een tijdlang is de wilg hierdoor zelfs een symbool van kuisheid geweest (en in de bloementaal betekent de wilg nog steeds: ‘verzaken aan de liefde’).

Er zijn vaak parallellen te vinden tussen symbolen uit de Europese oudheid en die uit Oost-Azië, maar de wilg is in dat opzicht een uitzondering: met name in China is de Wilg een erotisch symbool bij uitstek. Een slanke taille was er dan ook een ‘wilgenboom’, mooi gevormde wenkbrauwen werden wilgenblaadjes genoemd, en het schaamhaar was een ‘diepe wilgenschaduw’.

Nog veel meer symboliek over de wilg is terug te vinden in het Compendium van rituele Planten in Europa van Marcel De Cleene en Marie Claire Lejeune.

Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

10 thoughts on “Bloeiende katjes… een lange-afstandsrelatie

  1. Ha! Ik maak mij geheel en al geen zorgen, want mijn ‘ganzen’ zijn Kalkoenen, en daarvan is het algemeen bekend dat die zich nooit in ijslandse wateren ophouden. Derhalve hebben ze die praatjes als zouden ze niet meer mogen groeien nooit opgevangen. En wat niet weet, niet deert natuurlijk! Gelukkig maar, want laat ik net deze winter twee boswilgstekjes in de grond gestopt hebben!

  2. Ai… dat heb je als je je tijdens het schrijven een stukje herinnert van een paar dagen eerder waarnaar het leuk linken lijkt, en je dan niet even controleert of je herinnering wel helemaal accuraat is…

  3. Gelukkig is de Wilg geen windbloeier.
    Dankzij de nijvere bij wordt de bestuiviing in het vroege voorjaar al geregeld. De manlijke bloem levert flink stuifmeel als voedsel en als ratenbouwmateriaal. De vrouwelijke heeft nectar bij ieder minibloempje in de katjes verstopt. Dat lust die bij ook wel. Vandaar die stuifmeel overdracht.
    Dit is het eerste voedsel voor de bij dat in de vrije natuur op een zonnige dag ter beschikking komt. Het is dus goed geregeld! Zolang er tenminste nog bijen zijn.

  4. De wilg wordt inderdaad bestoven door insecten en niet door de wind, maar ik heb gelezen dat het niet zozeer de bijen zijn die voor dit werkje zorgen. Bij de bijen is er namelijk een dermate taakverdeling dat er werkbijen zijn die specifiek stuifmeel moeten gaan verzamelen, en andere die nectar gaan verzamelen. In één vlucht bezoekt een bij dus enkel mannelijke of enkel vrouwelijke bomen.
    Hommels zijn veel minder kieskeurig en zorgen wel voor bestuiving.
    alleszins, dat ik wat ik gelezen heb…

  5. @kathl1tje: heel erg bedankt voor de aanvulling… Ik ga het in elk geval eens napluizen.
    Ik denk dat je verhaal in elk geval kan gelden voor honingbijen, die in volken leven. Solitaire bijen kennen allicht die taakverdeling niet…

  6. Leuk artikel, heb jij stek van het meeldraadkatje?
    Wij zijn imker en wil graag extra voer voor onze bijen voor in het voorjaar, bij voorbaat dank, vriendelijke groet, Ad

  7. @Ad Aarts: Een stek vinden van een bloeiende mannelijke boswilg is niet moeilijk. Als je in deze tijd van het jaar in een omgeving met wat natuur rondfietst of wandelt, vind je zeker ergens een bloeiende wilg. Als je een takje afsnijdt en dat voor 1/3 van de lengte in de aarde steekt, is de kans dat het aangroeit al heel erg groot.
    Bij een beetje boomkweker vind je voor niet meer dan een euro zeker bosplantsoen, bewortelde stekken, van een boswilg.

  8. Pingback: Wilg - Willow

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.