Reizigers en Cosmopolieten I: Grote Weegbree

In de volgende weken schrijf ik een serie stukjes over ‘Reizigers en cosmopolieten’, planten uit onze streken, die zich over de hele wereld verspreid hebben, of uit andere werelddelen, die intussen in onze flora helemaal ingeburgerd zijn. Een citaat van Richard Gleim dat hierbij goed past:

Wanderer in den Welten ohne Füße noch Beine zu haben, ohne Flügel und ohne Herz und zentrales Nervensystem. Ein Wanderer, der nur existieren kann, wenn er fest verwurzelt in der Erde sein Leben gestaltet, ernährt von Luft, Wasser, Sonne und löslichen Mineralien.
(Zwervend over de wereld zonder voeten of benen te bezitten, zonder vleugels of hart of centraal zenuwstelsel. Een zwerver, die slechts kan blijven bestaan, wanneer hij, vast geworteld in de aarde, zijn leven gestalte geeft, gevoed door lucht, water, zon en oplosbare mineralen.)(mijn vertaling)

En naar aanleiding van een vraag die een vriend me stelde, start ik deze reeks met de Grote weegbree.

weegbreeklein

Nee, een schoonheid is het niet echt, de Grote weegbree. En dat is ze op de plekken waar je ze het meest ziet groeien, al helemaal niet: ze laat zich gewillig vertrappen, en blijft toch nukkig voortleven. Je vindt haar aan de zoom van wegen en paden, tussen kasseien van opritten, zoals hier op de foto…
(In mijn tuin staat ook de Smalle en de Ruige weegbree, maar die zoeken liever plekken tussen hoger gras op, die houden niet zo van betreding.)

In de flora van Heimans, Heinsius en Thysse wordt de Grote weegbree ‘het allergemeenste onkruid’ genoemd, en laat ik maar veronderstellen dat daar ‘het meest algemeen voorkomende’ kruid mee wordt bedoeld.
De plant kwam oorspronkelijk enkel voor in Europa, maar is (onopzettelijk) door de Europeanen over de hele wereld verspreid.
De zaden van weegbree worden slijmerig en kleverig als ze nat worden, en blijven dus overal aan plakken en verspreiden zich op die manier over grote afstanden.

Oorspronkelijk kwam de Grote weegbree vooral voor in het gebied rond de Middellandse Zee, maar ze verspreidde zich, in het voetspoor van de Romeinse legers, over heel Europa. De analyse van pollen, gevonden in oude begraafplaatsen in Jutland, Denemarken, hebben aangetoond dat de Grote weegbree daar inderdaad pas voorkomt vanaf de tijd van de Romeinse invallen. Overigens, de Romeinen zouden de plant al ‘Planta’ (voetzool) hebben genoemd omdat het hun legers ‘op de voet’ volgde.

De indianen gingen de plant al gauw ‘het voetspoor van de blanke man’ noemen. En dat had waarschijnlijk twee redenen: In de eerste plaats kwam de plant tevoorschijn op plekken waar blanken voorbijgekomen waren, maar bovendien overleefde de plant vooral op die plaatsen waar blanken voorbij bleven komen.
De blanke kolonisten gingen immers heel anders om met het Noord-Amerikaanse landschap dan de oorspronkelijke bewoners. Die gingen er van uit, dat je waar je voorbijkwam geen sporen in het landschap mocht achterlaten. Daarom vormden ze ook geen platgetreden paden, maar trachtten telkens via een andere weg ergens heen te gaan, om de flora de kans te geven zich te herstellen. De blanken daarentegen, gingen wel wegen en paden vormen, en daar, op plaatsen waar andere planten al snel gingen kwijnen, veroverde de Grote weegbree al snel een plekje.
Longfellow schrijft in zijn ‘Hiawatha’:

Wheresoe’er they tread, beneath them
Springs a flower unknown among us,
Springs the White-man’s Foot in blossom.

De hele familie Weegbree dankt zijn naam dan ook aan dit opdringerige exemplaar. ‘Weegbree’ betekent immers ‘de brede die op de wegen staat’, ook al zijn de meeste andere Weegbrees smaller, en staan ze liever wat verder van de platgetreden paden. In sommige streken (Limburg) bestaat ook de volksnaam ‘Wegtree’, ‘Wegetreed’, de plant langs de wegen die betreden kan worden.

We kennen waarschijnlijk allemaal wel het gebruik van weegbree bij brandneteljeuk? Even een fijngewreven of fijngekauwd blad op de pijnlijke plek… Ook bij splinters zou een pleistertje van fijngekauwde weegbree helpen, en inderdaad heb ik mijn zoon zo een keer van een hardnekkige splinter, die ik met een splinterpincet niet te pakken kreeg, kunnen verlossen.
Het medicinale gebruik van weegbree bij huidaandoeningen is eeuwenoud, Dioscorides beval het kruid al aan bij beenzweren. Later vind je in alle Europese culturen recepten die weegbree bevatten, zowel als ’trekpleister’, als ter behandeling van slecht helende wonden.

Maar ook de Noord-Amerikaanse Indianen hadden al snel waardering voor het kruid. Behalve de namen die ‘voetspoor van de blanke’ betekenden, werd het al gauw ‘Ginebiwuck’ (door de Omaha) en ‘Omekikibug’ (door de Chippewa) genoemd, wat zoveel betekent als ‘slangekruid’ omdat het werd gebruikt bij de behandeling van slangebeten. Daarnaast kenden zij ook de ‘oude, Europese’ toepassingen, bijvoorbeeld als pleister bij de behandeling van wonden en huidaandoeningen.

Behalve de Grote weegbree, en planten als de Paardenbloem, het Kweekgras, de Wilde peen die vanuit Europa (een deel van) de rest van de wereld koloniseerden, zijn er ook planten die vanuit andere werelddelen naar Europa kwamen, zoals het Bezemkruiskruid, waar ik deze reeks over een paar dagen mee vervolg.

(Met dank aan Johan, die me op het idee voor dit stukje bracht… )

Deze buttons respecteren je privacy (zie info):

7 thoughts on “Reizigers en Cosmopolieten I: Grote Weegbree

  1. ’t Is een pest in de tuin, die weegbree. Gelukkig laat hij zich – in tegenstelling tot bijvoorbeeld zevenblad – nog makkelijk verwijderen.
    Een heel interessante uiteenzetting, overigens!

  2. De plant doet me denken aan mijn kindertijd. We plukten ze meestal op de paden vlakbij het karrespoor (in mijn jonge jaren waren traktoren een zeldzaamheid) en we gaven ze aan de konijnen. Ik herinner me dat de konijnen er net zo dol op waren als op melkdistels.

  3. Beetje laattijdige reactie… naar de boekenbeurs geweest… Menck zijn schuld (niet dat we anders niet gegaan zouden zijn)

    @Menck… Een pest in de tuin? Wacht maar eens op de rakker die ik volgende week aan jullie voorstel!

    @Liesbeth en Annemie: inderdaad, vroeger ging ik die ook snijden voor mijn konijnen (al zocht ik eerder de smalle weegbree, ook wel ‘konijneblaren’ genoemd.)

  4. Beste Anne Tanne,
    Al vanaf mijn 18de heb ik een huidaandoening waarvoor ik talloze middelen heb gekregen van de huisarts. Niets hielp afdoende. Totdat een drogist mij het middel Mediasis een weegbree tinctuur aanried. Dat ben ik gaan gebruiken en voor het eerst in jaren was mijn huid weer normaal. Ik ried ditzelfde middel aan aan ouders met babies die de handjes van hun kinderen moesten inpakken om ze tegen krabben te beschermen; ik gaf het aan mijn tandarts die met zere handen zijn werk moest doen. Hij was na enkele weken voorgoed bevrijd van zijn huidaandoening. Ik moet het structureel gebruiken. Maar……de tinctuur is niet meer te krijgen en wordt volgens de winkeliers niet meer gemaakt. Ik verbaas mij daarover omdat er zoveel mensen aan huidaandoeningen lijden. Soms kan ik niet eens schrijven, zo erg kan het zijn, of barst de huid spontaan open en ga ik bloeden.
    Ik ben dus alweer lange tijd op zoek naar een vervanging of naar hetzelfde middel.
    Een maal heb ik iets gevonden van weegbree dat in glycerine verwerkt was, maar dat hielp onvoldoende.
    Nu wrijf ik soms het blad van de smalle weegbree tot moes tussen mijn handen, die worden groen en geel maar ook weer zacht. Ik heb het nu in mijn tuin gezet en hoop het zo gemakkelijk te kunnen plukken
    Mijn vraag is nu of je me verder kunt helpen? Is er ergens nog een middel in de handel? Kan ik weegbree ook eten? Kan ik het in een sapmachine verwerken…….
    Dank voor de moeite om mij te antwoorden.
    Groeten:
    Atty Nienhuis

  5. Kun je van weegbree ook een tinctuur maken of in ieder geval op alcohol basis, ditzelfde voor verbena. Bedankt alvast

  6. Toevallig werd vandaag op de mailinglijst van Henriette Kress de vraag gesteld naar verwerkingsmogelijkheden van weegbree.
    Een overzichtje:

    – een geïnfuseerde olie (maceraat), als basisolie te gebruiken voor bereidingen die je gebruikt bij wondheling of jeuk, of in baby-billetjeszalf.
    – een tinctuur die je als locale spray gebruikt bij jeukende huidaandoeningen (waarbij de hier gelukkige niet voorkomende poisoned ivy genoemd wordt)
    – Henriette Kress zelf noemt een siroop van het verse blad, te gebruiken bij hoest.
    – zij geeft ook aan dat je het kan infuseren, vindt de infusie bruikbaar voor dezelfde indicaties als goudsbloem
    – nog iemand anders geeft aan dat ze er wel eens een tinctuur van maakt, maar dat haar dat toch niet zo bevalt, omdat de alcohol in de tinctuur de bereiding te irriterend maakt voor indicaties waar je weegbree voor zou willen gebruiken (die bedenking maakte ik ook al toen Atty hierboven sprak over een tinctuur van weegbree. Toch lees ik in een ander bericht weer, dat iemand de tinctuur heel graag gebruikt bij oorpijn: drie druppeltje in het oor en de pijn is weg.
    Jim McDonald, ook niet de eerste de beste, tinctureert de plant ook, maar niet voor uitwendig gebruik, maar eerder voor indicaties als droge hoest, prikkelhoest…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.